Filmavonden in de jaren zestig
Ik herinner mij de filmavonden die we thuis hadden nog goed. Onze verdonkerde woonkamer, de 8mm filmprojector die zachtjes ratelend met een felle lichtbundel in zwart-wit onze familie-perikelen op een klein doek projecteerde. De bijbehorende geur van een over tijd verzameld laagje huisstof op de schroeiend hete projectielamp benevelde onze voorkamer met een walm van veilige geborgenheid in die vroege jaren zestig. De films waren zonder geluid, zoals de meeste ‘home movies’ in die tijd en dus was het af en toe nodig de voorstelling te voorzien van wat commentaar of een grappige opmerking. Mijn oudste zus Marijke, broertje Paul en ik waren meestal de gangmakers en dan was het voor iedereen in ons thuisbioscoopje lachen geblazen!
Mijn vader Ab (Albert) was een fervent filmer en zijn 8mm Kodak Brownie camera was meestal aanwezig bij een gezellige familieaangelegenheid of tijdens een weekend uitje. Wij kinderen waren meestal de acteurs in zijn ACV Producties. Soms voelde het een beetje gênant als hij ons regisseerde in het midden van de Grote Marktstraat en we moesten zwaaien of onze neus tegen een winkelruit drukken. Daarna was het weken wachten om onze acteertalenten op het witte doek te zien, want die filmrolletjes moesten op de post naar Kodak om te worden ontwikkeld. Als die film spoeltjes dan terugkwamen, moesten ze eerst gemonteerd worden om er een verhaaltje van te maken. Mijn vader was dan uren bezig met het knippen en plakken van die films op zijn zelfgemaakte montagetafel. Ik kan nog steeds de geur van zijn Agio sigaar ruiken als hij zo bezig was in het halfdonker.
Thuis hielden we wel van gezelligheid. Mam, Henny - of Toos zoals papa haar meestal noemde - was een echte Brabantse en ze zei altijd “hoe meer mensen, hoe meer vreugd!”. Zo’n speciale filmavond met familie en vrienden was ook een feest voor ons kinderen want dan mochten wij wat langer opblijven. Het projectiescherm werd opgezet en alle stoelen in de richting van het doek gekeerd.
Eerst was er natuurlijk de gebruikelijke koffie met gebak, daarna kwamen de hartige hapjes zoals chips, TUC-kaascrackers, pinda’s en toastjes met zalm, soms zelfs een huzarensalade. En dan... kwam uit het wandmeubel - een uitklapbare bar met spiegel - de sterke drank. Bier, Vieux en andere alcoholische versnaperingen zouden weer rijkelijk vloeien die avond. Iedereen rookte in die dagen en de dikke blauwe, benauwende sigarettenrook was dan ook al gauw in de kamer te snijden.
Ome Gerard, een broer van mam, vond het maar niets, die kinderen op een volwassenen feestje en op een van die filmavondjes zei hij tegen haar dat het tijd was voor ons om naar bed te gaan.
De zaterdagavond filmvertoning was net begonnen en negen uur, half tien vonden mijn broertje en ik dus wel wat vroeg! Nu hadden wij toevallig een paar dagen daarvoor op het toen zogeheten NTS-televisiejournaal gezien hoe in Amerika mensen de straat op gingen om te demonstreren tegen oorlog en andere misstanden in de wereld met spandoek-leuzen zoals ‘No More War!’ en ‘Peace Now!’. Wij besloten dat eenzelfde soort protestactie tegen oom Gerard noodzakelijk was, want waar haalde hij het lef vandaan om ons, in ons eigen huis, veel te vroeg naar bed te laten sturen! Ome Gerard kon dus rekenen op fel verzet.
Mijn oudere zus Marijke, die nog enige sympathie kon opbrengen voor onze vroegtijdige verbanning van de feestelijk-heden, was er wel voor te porren. We gingen aan de slag, een bezemsteel, wat houten kleerhangers en tekenpapier was alles wat we nodig hadden. Marijke doneerde een lippenstift voor het goede doel. Mam kwam even kijken en bracht wat chips en een paar glaasjes prikkellimonade. Toen ze zag wat we van plan waren, kon ze haar lachen bijna niet bedwingen. Terug in de voorkamer liet ze de visite weten dat er een protestdemonstratie aan de gang was. Mijn broertje en ik marcheerden op en neer door de gang en riepen ‘BOE, BOE!’ We droegen protestborden waarop stond te lezen ‘OME GERARD GO HOME!’ en ‘OPGERUIMD STAAT NETJES!’
Dat alles in felrode lippenstift geschreven. De visite had het niet meer en lachte zich rot om onze spontane protestactie. Behalve oom Gerard, die vond het maar niks! Ik weet bijna zeker dat dat een van de laatste keren was dat hij bij ons op een filmavond is geweest.
Zoals eerder gezegd, wij kinderen vertolkten meestal de hoofdrollen van deze ACV (Albert Cornelis Verpoort) Producties en zo ook die keer dat ik de laatste scène van een film moest spelen. Het werd gefilmd op een landweggetje bij het oude Gemaal, dicht bij de Erasmusweg en de Leyweg, tussen de kassen op het randje van het Westland. Ik was gekleed in een van mijn vaders veel te grote colbert en in een paar schoenen maatje 44. Mijn vader gaf de regie-instructies om naar de camera te zwaaien en me dan om te draaien en het landweggetje af te lopen. Ik moest blijven lopen totdat hij stop zou roepen en niet eerder. Ik zwaaide, keerde me om en begon te lopen. Op de rug van het colbert had mijn vader een stuk papier gespeld dat met grote letters THE END zei. Ik maar lopen en lopen… In die ongemakkelijke, veel te grote schoenen. Papa had zijn eindscène geschoten!
Een tuinder kwam een kas uit en begon een praatje met hem over de camera en hoe deze werkte. Mijn vader hield ook wel van een leuk gesprekje en terwijl hij ondertussen bezig was met het inpakken van zijn camera en het inklappen van het statief, realiseerde hij zich ineens dat ik nog steeds aan het lopen was. Hij sprong op zijn brommer en liet een verbouwereerde tuinder achter. Ik, ondertussen al lopende, zag Rolschaats Paviljoen De Eekhoorn dichter en dichter bijkomen. Met vol gas kwam hij gehaast achter me aan rijden en van ver achter me hoorde ik “Stop, Alex, stop!”. En dat was het einde van mijn heel korte filmcarrière.
Details
-
Schrijver
Alex Verpoort -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Wij mochten opbijven wanneer de film thuis werd vertoond -
Editie
20-2023