Een man van internationale allure
In een van mijn vorige bijdragen voor deze krant schreef ik dat er in mijn ouderlijk huis vrij veel biologen over de vloer kwamen. Het feit dat de oudste broer van mijn vader Molle Eisma bioloog was, zal hier zeker een rol bij gespeeld hebben. Hij heeft enkele jaren in onze stad gewoond op het adres Harstenhoekweg 55 en lesgegeven op wat toen het Lyceum Stookroosplein heette. Een van die biologen was Niko Tinbergen die in een krantenartikel ‘een man van internationale allure’ genoemd wordt.
Nikolaas Tinbergen is op 15 april 1907 in Den Haag geboren. Het gezin woonde op dat moment in de Bentinckstraat op nummer 146. Zijn vader Dirk Cornelis Tinbergen was leraar Nederlands. Hij heeft onder ander op het Maerlant Lyceum lesgegeven. Zijn moeder, Jeannette van Eek, was onderwijzeres. Ze heeft voor haar huwelijk in 1902 enkele jaren in Haarlem voor de klas gestaan.
In het Algemeen Dagblad van 20 oktober 1973 staat een artikel met als titel De vijf bollebozen van vader Tinbergen. Dit vraagt om enige uitleg. Niko had drie broers en een zus. Zijn broer Jan was econoom en natuurkundige. In 1969 kreeg hij de Nobelprijs voor economie. Zijn zus Jakomina was lerares Duits. Zijn broer Dirk was ingenieur en onder andere directeur van het gemeentelijk energiebedrijf in onze stad. Zijn broer Lukas was hoogleraar in de beschrijvende dierkunde. Terugblikkend op zijn jeugd heeft Niko over die periode van zijn leven verteld dat hij de sfeer in zijn ouderlijk huis gelukkig, harmonieus en intellectueel stimulerend vond.
Niko ging naar de lagere school in de Van Merlenstraat en vervolgens naar de HBS Stadhouders-laan. Hij was niet alleen een fanatiek sporter maar ook een gedreven veldbioloog, waarbij vooral vogels zijn belangstelling hadden. Toen in 1920 de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) werd opgericht, was hij dan ook een van de eerste leden. “Twee jongens van 18 jaar, Molle Eisma en Feiko Koster waren de oprichters van deze Jeugdbond”, zo las ik in een artikel over de NJN. U begrijpt dat ik dit met enige trots opschrijf. Aanvankelijk wilde Niko iets in de sport gaan doen maar mede op aanraden van Abraham Schierbeek, zijn biologieleraar op de middelbare school, ging hij in 1925 aan de Rijksuniversiteit in Leiden biologie studeren. Vijf jaar later behaalde hij zijn doctoraalexamen en op 12 april 1932 promoveerde hij aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Hij werkte op dat moment als assistent bij het Zoölogisch Laboratorium aldaar. Het bestuderen van dieren in hun natuurlijke omgeving stond centraal tijdens het promotieonderzoek. De eerdergenoemde Molle Eisma promoveerde een week eerder aan dezelfde universiteit.
Twee dagen later is Niko getrouwd met Elisabeth Amelié Rutten. Hij kende haar van de NJN en haar broer Martien was een vriend van hem. Ze kregen drie dochters, Catrina, Janet en Gerry en twee zonen, Jaap en Dirk. Enkele maanden later zijn Niko en Lies, zoals ze genoemd werd, naar Groenland vertrokken om daar onderzoek te gaan doen. In 1933 ging hij weer bij het Zoölogisch Laboratorium werken. Hij ging tevens lesgeven en zo kon hij het onderzoek naar het gedrag van dieren, de ethologie, introduceren. Het gezin woonde toen in de Meloenstraat in Leiden en later in de Leeuwerikstraat. In die tijd ontmoette hij de bekende Oostenrijkse etholoog Konrad Lorenz, met als gevolg dat ze hun leven lang vrienden bleven.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam Niko zoals zovele anderen ontslag als docent aan de universiteit omdat hij van mening was dat hij beknot werd in de academische vrijheid. Dit had tot gevolg dat hij van 9 september 1942 tot 11 september 1944 geïnterneerd werd in een gijzelaarskamp in Sint-Michelsgestel. Tussen 1945 en 1949 heeft hij niet alleen wetenschappelijk werk verricht maar hier ook over geschreven, zowel in het Nederlands als in het Engels. Het doel hiervan was vooral om de aandacht voor de biologische benadering van diergedrag te vergroten. Zijn reputatie op dit terrein was inmiddels zo groot dat hij diverse interessante universitaire banen aangeboden kreeg en niet alleen in Nederland. Mede daarom werd hij in 1947 in Leiden tot hoogleraar in de experimentele zoölogie benoemd. Toch besluit hij twee jaar later aan de universiteit in de Engelse plaats Oxford te gaan werken, ook al betekende dit dat hij er zowel in positie als in sala-riëring flink op achteruitging. Hij werd hier pas in 1966 tot hoogleraar benoemd. Hij woonde aanvankelijk op de Banbury Road en later op het adres 88 Londsdale Road.
Hier werd in 2022 de plaquette die bij dit artikel geplaatst is op de muur aangebracht. In 1951 verscheen zijn boek The study of instinct en dit zou zijn meest invloedrijke publicatie worden. Hij probeerde met al zijn boeken en artikelen het grote publiek te bereiken en door zijn heldere schrijfstijl en de vele illustraties die hij gebruikte is dit zonder meer gelukt. Naast het schrijven van boeken en artikelen en het houden van lezingen ging hij zich toeleggen op het maken van films. Een van die films werd zelfs bekroond met de Prix Italia voor televisiedocumentaires. Tegen het eind van de jaren zestig ging Niko zich afvragen of het gedrag van dieren paralellen zou kunnen vertonen met het gedrag van mensen. Zo zou de ethologie ook kunnen bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen.
In 1973 werd hem de Swammer-dam Medaille van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen toegekend en in datzelfde jaar kreeg hij de Nobelprijs voor Geneeskunde. Op 21 december 1988 is Niko in Oxford overleden.
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Niko aan het werk in Meijendel -
Editie
21-2023