Skip to main content

Ontploffing in de Gerard Doustraat

Op maandagochtend 9 oktober 1967 worden de bewoners van het Schilderswijk opgeschrikt door een enorme knal. De oorzaak is een ontploffing in de kelder van de Rooms-Katholieke kleuterschool ’t Trefpunt, gelegen aan de Gerard Doustraat. De dag begint zoals altijd. De meeste mannen zijn al vroeg de deur uit gegaan om brood op de plank te brengen. Op straat lopen moeders en kinderen naar de vele scholen in de buurt. Zo ook in de Gerard Doustraat. In de nieuwe, nog niet officieel geopende kleuterschool van de Heilig Hart parochie, zitten 170 kinderen. In de klas wordt het jonge grut hartelijk verwelkomd door de juffrouw. Op de gang en in de lokalen is het druk. Ouders, kinderen en schoolpersoneel zorgen voor veel geroezemoes. Hier en daar valt er een traan als een moeder afscheid neemt. Het belsignaal om half negen zorgt al snel voor orde en rust. Na het ochtendgebed wordt enthousiast met de les begonnen. 

In de kelder van het schoolgebouw, die ook dienstdoet als schuilkelder, zijn drie monteurs geconcentreerd bezig met het aanleggen van een elektrische kabel. Het zijn de 54-jarige C.J.A Vink, de 39-jarige G. Willemsteijn en de 28-jarige A.H.W. Krul. Allen werkzaam voor het Gemeentelijk Energie Bedrijf (GEB) en de Haagse Gemeentewerken. Het is half tien als de klus geklaard is en de boel wordt opgeruimd. Monteur Krul verlaat als eerste de kelder. Hij is maar net boven als achter hem een zware ontploffing zorgt voor een drama van ongekende omvang. Door de steekvlam in de benauwde ruimte van de kelder raken de achtergebleven mannen zwaargewond. Monteur Vink weet met pijn en moeite op eigen kracht de kelder te verlaten, maar voor zijn collega Willemsteijn is de weg naar boven een niet te nemen hindernis. Een surveillerende politie-agent die als eerste ter plaatse is, springt met gevaar voor eigen leven de kelder in en sleept de met brandwonden bedekte monteur naar buiten. In kritieke toestand worden de werklieden naar het Zuidwal ziekenhuis gebracht. Maar voor Willemsteijn is het dan al te laat. Enkele uren na de ontploffing overlijdt de 39-jarige monteur. Zijn 54-jarige collega Vink vecht ruim een week voor zijn leven. Een strijd die niet gewonnen wordt. 

Tijdens de explosie trilt de houten kleuterschool op zijn grondvesten. Op dat moment krijgen vijfendertig kleuters in een klaslokaal boven de kelder muzikaal onderwijs van de zeventienjarige kleuterleidster in opleiding Marian Kempen. Ze heeft net een van haar kinderen voor de klas geroepen om een liedje te zingen als een enorme knal en glasgerinkel een vroegtijdig einde maakt aan het optreden. Het meisje wordt door de luchtdruk tegen de grond gesmakt. Door de ontploffing worden in het lokaal alle ramen en een deel van de sponningen weggeslagen. De druk is zo groot dat de kinderen naar het raam worden gezogen waar de glassplinters en -scherven rondspatten. In paniek rennen de geschrokken kinderen huilend en angstig door de chaos van omgevallen stoeltjes, tafeltjes en speelgoed naar buiten. Daar worden ze door het schoolpersoneel opgevangen en naar de speelplaats achter de school gebracht. Vijf kleuters lopen door het vallend glas schrammen en snijwonden op. De ravage in de school is enorm. Het interieur ziet er na de explo-sie uit alsof er een windhoos heeft gewoed. De meubelen en de vloer zijn bezaaid met duizenden glasscherven. Dankzij het koelbloedige optreden van de kleuterleidsters wordt paniek voorkomen. Ondertussen veroorzaakt de ontploffing een ongekende schrikreactie onder de buurtbewoners die een uur eerder de kinderen naar school hebben zien gaan. Met angst en beven rennen de uiterst bezorgde moeders over een meterslange pad van glasscherven naar de plek des onheils om hun geschrokken kroost op te halen. 

Halverwege de Gerard Doustraat worden de ouders en buurtbewoners door de politie op veilige afstand gehouden. Ook wordt er een plaatselijk rookverbod afgekondigd. De oorzaak van de ontploffing is immers nog niet bekend. De paniek en de angst op straat is groot. Achter geplaatste dranghekken en mannen in uniform informeren bezorgde moeders naar de toestand van de kinderen. De onzekerheid is voor een aantal ouders zo groot dat er paniek uitbreekt. Veel mensen lopen huilend op straat. Volgens een doodsbange buurtbewoonster die de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog van nabij heeft meegemaakt, lijkt het wel of er een raket is ingeslagen. Een voorbijganger verklaart dat hij tijdens de ontploffing een steekvlam uit de kelder heeft zien komen. “Ik rende het schoolgebouw binnen. Bij de achterdeur zag ik tientallen kinderen opeengedrongen staan. Het waren de kinderen van mejuffrouw Marian Kempen.”

De kracht van de explosie is enorm. In de kelder is de vernieling compleet. De stalen toegangsdeur is geheel weggeslagen. Vuistdikke betonplaten zijn als dunne takjes doormidden gebroken. De ijzeren hekken bij het schoolpleintje worden verbogen teruggevonden op het dak van de school. Zware putdeksels vliegen door de lucht en komen tientallen meters verder op straat terecht. Ook de huizen in de buurt raken beschadigd. De luchtdruk heeft in de smalle Gerard Doustraat, de Teniersstraat en de Van Miereveltstraat meer dan driehonderd ruiten van particuliere woningen vernield. Tot in de wijde omtrek liggen er glassplinters op straat. Al snel na de ramp begint het onderzoek naar de aard van de ontploffing. Monteur Krul die op tijd en ongeschonden de kelder heeft verlaten maar wel in shock is geraakt kan niet vertellen hoe de explosie is ontstaan. Aanvankelijk wordt aangenomen dat het kleine, op propaangas brandende lampje die de monteurs gebruiken bij hun werkzaamheden de ontploffing heeft veroorzaakt. Bij onderzoek door de brandweer blijkt dat de gasfles en lamp in orde zijn. Al snel daarna ontstaat het vermoeden dat er aardgas uit een kapotte leiding is ontsnapt. Ook de aanwezigheid van rioolgas door een kapotte riool wordt niet uitgesloten. 

Deskundigen van de arbeidsinspectie en van het gerechtelijk laboratorium van het Ministerie van Justitie stellen na gedegen onderzoek vast dat de ontploffing waarschijnlijk te wijten is aan aardgas in de schuilkelder onder de school. De aanwezigheid ervan is het gevolg van een lek in de leiding onder het wegdek van de Gerard Doustraat. Het ontsnapte gas is door een ventilator, die zorgt voor de aanvoer van verse lucht, de kelder ingeblazen. Met als gevolg dat het door de nietsvermoedende monteurs gebruikte lampje onbedoeld fungeert als een dood en verderf zaaiende ontsteker. Gezien de enorme ravage is het een wonder dat er niet meer slachtoffers zijn gevallen. 

Nadat de straat is vrijgegeven beginnen de omwonenden van de kleuterschool met het opruimen van de immense hoeveelheid glasscherven. Ze worden daarbij geholpen door personeel van de Haagse gemeentereiniging. De schade wordt geraamd op ruim vijfentwintigduizend gulden die door de gemeente Den Haag op zich wordt genomen. In de Schilderswijk is de dramatische gebeurtenis nog lang het onderwerp van gesprek. 


Details

  • Schrijver

    Jan Kaffa
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Belangstelling bij de school, na de gasontploffing in de kelder van de kleuterschool aan de Gerard Doustraat. Foto: Stokvis, Haags Gemeentearchief
  • Editie

    23-2023

Meest gelezen artikelen