Skip to main content

De wandelclub van ome Henk

Ik weet niet waarom mijn oudere (half)broer Carol lid werd van de wandelclub van ome Henk begin zestiger jaren. Hij moet zo’n zeventien jaar zijn geweest toen hij voor een tijdje bij ons thuis in Den Haag kwam wonen, want meestal woonde hij met zijn moeder en oudere broer in Utrecht. Het moet best een moeilijke tijd voor hem geweest zijn, niet alleen om naar een andere stad te verhuizen maar ook verdeeld te worden tussen twee families. Ook voor ons thuis was het aanpassen; wij waren al met zijn zessen, pa en ma, twee zusjes, mijn broertje en ik in onze kleine drie slaapkamerflat in Morgenstond.

Zoals eerder gezegd, weet ik niet goed waarom Carol lid was geworden van de wandelclub. Was het voor de camaraderie en gezelligheid of was het misschien om meisjes te ontmoeten? Natuurlijk kan het ook de voor de hand liggende reden zijn geweest dat hij gewoon van wandelen hield! Ik heb nooit de kans gehad om hem dat te vragen; onze paden werden gescheiden tussen twee werelddelen aan het eind van de jaren zeventig: hij in Europa en ik in Noord-Amerika. Helaas is Carol in juni 2020 in Duitsland overleden.

Maar toen, in die vroege lente, nu alweer zo lang geleden, heeft hij ons - mijn zus Marijke en mijzelf - een paar keer meegenomen naar het clubhuis van de wandelvereniging van ome Henk. Alhoewel mijn zus en ik nooit echt leden van de club zijn geworden, mochten we toch van ome Henk een paar keer meewandelen. Het clubhuis was een voormalige kruidenierszaak, als ik me goed herinner gelegen ergens bij de Jacob Marisstraat en de Parallelweg. Het was gezellig ingericht, her en der stonden wat stoelen en de tafels waren bekleed met dikke Brabantse tafelkleedjes. Tegen een van de muren stond een grote glazen kast waarin vele glanzende trofeeën waren uitgestald. Ook hingen er medailles, lintjes en vaantjes in, allemaal stap voor stap bij elkaar gelopen door de leden van de wandelclub.

Ome Henk was een grote, beetje gezette man, met een vriendelijk gezicht. Hij moet ergens in de veertig of vijftig geweest zijn (in mijn jongensogen was iedereen boven de dertig natuurlijk oud). Hij had weelderig, dik grijsblond haar. Groot of klein, hij had altijd tijd om een vriendelijk, bemoedigend gesprekje met je te hebben, meestal over wandelen en hoe gezond het was. Er lagen wat bordspelletjes en stripverhalen opgestapeld in een boekenkastje om ons, de jongere wandelaars, ook op regenachtige dagen bezig te houden. Achterin die voormalige winkelruimte stond een kleine bar waar je voor een paar kwartjes van ome Henk of tante Nel een kopje koffie, Chocomel, frisdrank of koekjes kon kopen. Als ome Henk dan leunend tegen de bar wat sterkers aan het inschenken was voor de wat oudere leden van de club en er wat gelach opsteeg, was de gezelligheid compleet!

Maar... er moest natuurlijk wel gewandeld worden! Een van die tochten was de Duinenmars, waar je je kon inschrijven voor de 5 of 10 kilometer wandeling. Carol zei dat als we de 10 km liepen, we er een mooie medaille voor zouden krijgen en dat er voor de 5 km alleen maar een lintje werd uitgereikt. Met z’n drietjes gingen we met de bus naar Kijkduin, waar we bij het eindpunt zouden verzamelen bij een friettent. Ome Henk en de rest van de wandelclub stonden al te wachten. Een voor april redelijk warm briesje bracht een mengeling van zilte zeelucht en de sterke geur van zonnebrandolie in onze richting. Een geur die ik nu zelfs na al die jaren nog af en toe voor de geest kan halen.

We hadden de eerste paar honderd meter achter de rug toen tante Nel begon te zingen: “De pahahaden op, de lahahanen in vooruit met flinken pas.” De hele groep viel in “met stralend oog en blij van zin”.

De stemming zat er daarmee gelijk goed in en op het ritme van het liedje gingen we marcherend de duinen in. Er waren natuurlijk vele andere wandelclubs die meeliepen en het was een geweldig gezicht om al die wandelaars als een slingerende draad over de duinpaden in de verte te zien verdwijnen. Het was heerlijk om jezelf te verliezen, wandelend in die mooie natuur, een soort van Zen-belevenis. Halverwege de tocht werd er gestopt om iedereen de gelegenheid te geven even uit te blazen.

Carol had een thermosfles met koude limonade, een paar sneetjes brood met kaas en een reep chocolade meegenomen. Alles werd door ons drietjes gedeeld, want zo ging dat die dagen. De tocht eindigde waar we begonnen waren en in de in/uitschrijf tent kregen we een stempel op onze wandelkaart en een glanzende bronzen medaille. 

Onze clubbezoekjes en wandelingen namen wat af die zomer en najaar omdat Carol een vaste baan had gevonden bij de Bijenkorf in de Grote Marktstraat en niet zo vaak meer naar de club ging. De wandelclub had ondertussen ook een andere behuizing gevonden in een kerkzaal op Bleijenburg; nu van wat ik begrijp de Deutsche Evangelische Gemeinde im Haag. Je moest door een steegje lopen om erbinnen te komen. Maar de nieuwe behuizing had niet de gezelligheid van het oude clubhuis bij de Hoefkade. In de herfstvakantie hebben we nog een tochtje meegelopen in het Haagse Bos, maar dat was het wel.

 De laatste tocht met de wandelclub was de oliebollentocht op Nieuwjaarsdag. In tegenstelling tot alle andere tochten werd op deze tocht niet gewandeld, maar we werden in een luxe touring bus rondgereden en gingen langs bij leden van de wandelclub die dan heel trots de bus in kwamen met schalen vol met hun eigen gebakken (overgebleven van de avond ervoor) oliebollen en appel-flappen. 

Eerst was het heerlijk smullen geblazen, maar naarmate de busrit langer en langer duurde, werd de kwaliteit van de nu een dag oude, in olie druipende gebakken lekkernijen er niet beter van. De koude en kleffe oliebollen werden met minder en minder enthousiasme door de aan boord reizende clubleden ontvangen. Het was allemaal goed bedoeld, maar aan het einde van de rit konden velen van ons geen appelflap meer zien.

Nu, jaren later, begrijp ik waarom er het hele jaar door zoveel gewandeld moest worden want al die appelflappen moesten ervan af worden gewandeld om plaats te maken voor de volgende oliebollentocht met de wandelclub van ome Henk.


Details

  • Schrijver

    Alex Verpoort
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
  • Fotobijschrift

    Duinenmars in 1978. Foto: R. de Hilster, Haags Gemeentearchief
  • Editie

    13-2024

Meest gelezen artikelen