Kind in een grauwe Haagse volksbuurt
Op het artikel over Rommert Casimir dat vorig jaar in De Haagse Tijden stond, kreeg ik de nodige reacties. Zo kreeg ik een mailtje waarin gevraagd werd of ik het door Dr. A. de Vletter geschreven boek Na lange marsch …. omkijken kende. Dat was niet het geval, maar ik heb het inmiddels gelezen. Zowel Rommert Casimir als Jan Ligthart komen erin voor, vandaar die vraag. De schrijver van dit boek vertelt onder meer uitgebreid over zijn jeugd in een deel van Den Haag, voor mij voldoende reden voor een nieuwe bijdrage.
Willem de Vletter
Willem is op 27 april 1839 in Rotterdam geboren. Hij kwam uit een familie van onderwijzers en zou zelf ook schoolhoofd en directeur van de school voor Rijksnormaallessen in Den Haag worden. Hij is in 1863 getrouwd met Anna Petronella Schepp en ze kregen een zoon Antony. Vanaf dat jaar tot 1910 is hij werkzaam geweest binnen het onderwijs in Den Haag, onder meer op een school in de Badhuisstraat, de Korte Lombardstraat, de Tullinghstraat en de Noordwal. Anna is in 1867 overleden en twee jaar later trouwt Willem met Antje Baas. Antje was een dochter van de molenaar van de molen die tot 1916 bij de Parkweg in Voorburg stond. Ze kregen een zoon Antonie en twee dochters, Alida die ook onderwijzeres werd en Anna Maria. Willem is op 11 maart 1919 in Den Haag overleden en hij woonde op dat moment op het adres Koningin Emmakade 134. Hij was ridder in de orde van Oranje-Nassau en dat was voor die tijd heel bijzonder.
Antony Cornelis Christiaan de Vletter
Antony is op 17 september 1866 op Scheveningen geboren. Hij was de zoon van Willem en Anna. Ook hij heeft op diverse scholen in Den Haag gewerkt, onder andere op de school in de Waalstraat en evenals zijn vader is hij enige tijd hoofd geweest van de school op de Noordwal. In 1893 is hij getrouwd met de onderwijzeres Wilhelmina Hendrina van Heffen. Vanaf 1909 woonden zij op de Toussaintkade 28. Evenals zijn vader kreeg hij toen hij met pensioen ging de ‘grote gouden medaille der gemeente ’s-Gravenhage’. Toch is A.C.C. de Vletter om een andere reden bekend geworden. Hij heeft meer dan vijftig boeken geschreven, voornamelijk kinderboeken en daarnaast artikelen en toneelstukken. Van een van die kinderboeken, Zeven jongens en een ouwe schuit, is in 1942 een speelfilm gemaakt. Antony was onder meer drankbestrijder, zoals uit de inhoud van het door hem in 1901 geschreven boek Paljas blijkt. Dit boek geeft de trieste geschiedenis weer van een kind uit een gezin waarvan de vader een dronkaard is. Hij is op 9 november 1935 in Den Haag overleden.
Antonie de Vletter
Antonie was de zoon van Willem en Antje. Antonie is op 25 februari 1883 in Den Haag geboren. Zijn wieg stond in hetzelfde huis waar Jan Ligthart een jaar of dertig gewoond heeft. Zijn vader was toen hoofd van de school in de Tullinghstraat, de school waar Jan Ligthart van 1885 tot 1916 schoolhoofd was. Na de lagere school ging hij naar de HBS aan het Bleyenburg. Hij was daar een goede leerling, maar allesbehalve een heilig boontje. Omdat het aantal leerlingen te groot werd, bouwde men in 1913 in de Derde van den Boschstraat een nieuwe school, de Thorbecke HBS. Ik heb zelf op deze school gezeten, maar dit terzijde. Hierna ging hij in Leiden van 1903 tot 1909 aan de Literaire Faculteit studeren. In 1915 promoveerde hij op een dissertatie over de schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken. In 1909 is hij getrouwd met Cornelia Helena Hofman. Ze kregen drie kinderen, Nicolette, Anna en Anton. Op voorspraak van Jan Ligthart werd Antonie leraar op het Nederlands Lyceum in onze stad en hier zou hij tot 1920 lesgeven. Vanaf dat jaar was hij tot 1947 rector op het Kennemer Lyceum in Bloemendaal, zij het met een onderbreking van 1940 tot 1945. Over deze periode heeft hij het boek Van eerzaam Schoolleider tot Gevangenisboef geschreven met als ondertitel Ervaringen en indrukken uit Hollandse en Duitse gevangenissen en kampen en deze titel spreekt voor zich. In 1964 is Cornelia overleden en enige tijd later is Antonie met Wilhelmina Frederika Mons getrouwd. Antonie de Vletter is op 20 december 1967 in Haarlem overleden. Een broer van mijn vader, Dr. Molle Eisma, was als biologieleraar aan het Kennemer Lyceum verbonden als opvolger van Dr. Jac. P. Thijsse. Antonie noemt hem dan ook in zijn boek.
Na lange marsch …. omkijken (1955)
In het voorwoord van dit boek schrijft Antonie de Vletter: “Er is nog al wat pedanterie en ijdelheid voor nodig om aan het eind van een heel gewoon schoolmeestersleven iets te gaan neerschrijven, dat op een autobiografie lijkt.” In het eerste hoofdstuk beschrijft hij zijn jeugd in Den Haag rond 1890. Toen Antonie een jaar of drie was, werd zijn vader hoofd der school aan de Noordwal 69. Deze school was kort daarvoor gebouwd en wat de leerlingen betreft was het een Tussenschool. Geen Armenschool en ook geen school voor de meer welgestelden, maar iets daar tussenin. Tot 1830 was het terrein waarop de school gebouwd werd een kerkhof, met als gevolg dat hij en zijn broer er de nodige botten hebben opgegraven. Vanaf 1910 werd de school ‘de school aan de Bakkerstraat’ genoemd omdat de eigenlijke ingang van de school aan die kant lag. De naam Bakkerstraat bestaat sinds 1899 en is genoemd naar een militaire bakkerij aldaar. Daarvoor heette de straat Ledig Erf en de buurt waarin deze straat lag was berucht. Daarom was er voor de ramen van de school die aan die kant lagen kippengaas aangebracht, omdat er nogal eens met stenen werd gegooid.
Antonie geeft het eerste hoofdstuk van zijn boek de titel Kind in een grauwe Haagse volksbuurt, een buurt vol sociale ellende en dronkenschap. Ook noemt hij de Bloemstraat een niet meer bestaande steeg bij de Hemsterhuisstraat, “waar niemand zich dorst wagen”. De Haagse schrijver Ferdinand Bordewijk heeft in de verhalenbundel Het Eiberschild (1949) ook aandacht besteed aan dit deel van onze stad. Hetzelfde geldt voor Jan Kaffa die in De Haagse Tijden van 24 augustus 2021 een artikel geschreven heeft met als titel De beruchte straat Ledig Erf. Deze straat ligt in het Kortenbos, op dit moment een deel van het stadsdeel Centrum. Het gaat hier om een van de oudste delen van het oorspronkelijke dorp Die Haghe. Rond 1900 werd besloten de nodige krotten af te breken en ze te vervangen door kleine huisjes. Ik ken deze buurt redelijk goed omdat ik in de jaren zestig van de vorige eeuw samen met enkele vrienden een huisje in de Kalkoenstraat heb gekraakt.
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
De Hemsterhuisstraat - toen de ‘zwartste’ straat van Den Haag genoemd - waarover Antonie in zijn boek ‘Kind in een grauwe Haagse volksbuurt’ schrijft. Fotocollectie Anefo, Wikimedia commons -
Editie
02-2025