Skip to main content

De Atlantikwall en Den Haag

Het is dit jaar een herdenkingsjaar: tachtig jaar na het einde van de Tweede Wereld­oorlog. De oorlog heeft in Den Haag haar sporen nagelaten: de afbraak van vele huizen en straten, en de evacuatie van tienduizenden inwoners. En dat mede dankzij de aanleg van de Atlantikwall. De Duitsers bouwden deze meer dan vijfduizend kilometer lange verdedigingslinie langs de hele West-Europese kust. De bedoeling was een geallieerde invasie te voorkomen. Voor de Nederlandse kuststreek, en vooral voor Den Haag, heeft de aanleg enorme gevolgen gehad. Tot op de dag van vandaag zijn die gevolgen nog te zien.

De Atlantikwall loopt van de Noordkaap tot de Frans-Spaanse grens en wordt wel beschouwd als het grootste bouwwerk van de twintigste eeuw. Ze werd in twee jaar gebouwd en bestond uit een groot aantal steunpunten met bunkers voor het onderbrengen van manschappen, voorraden, munitie en wapens. Ze lagen op honderden meters afstand van elkaar en konden verschillende functies hebben, zoals luchtdoelbatterij, radarcomplex of artillerieopstelling. Ze werden verbonden door mijnenvelden, prikkeldraadversperringen, tankmuren en tankgrachten.

De aanleg van de Atlantikwall heeft tussen 1942 en 1945 geleid tot de gedwongen evacuatie van meer dan 350.000 inwoners van de kuststreek. Voor het creëren van vrij schootsveld werden daarnaast nog eens 15.000 woningen en gebouwen gesloopt. Bovendien zetten de Duitsers vanaf begin 1944 ook nog eens grote delen van de kuststreek onder water om een geallieerde opmars te verhinderen.

Zigzag lopende tankgracht

Den Haag heeft onder de Duitse bouwwoede het zwaarst geleden. Omdat er onvoldoende manschappen waren om de stad aan de landzijde te verdedigen tegen bijvoorbeeld luchtlandingen, besloot de Duitse legerleiding om dwars door de stad een verdedigingslinie aan te leggen in de vorm van een zigzag lopen-de tankgracht met geschutsbunkers. Voor de tankgracht en het vrije schootsveld werd tussen de Scheveningseweg en de plek waar nu restaurant De Haagse Beek staat aan de Machiel Vrijhoeklaan, een strook van ruim zes kilometer lang en zeshonderd meter breed volledig ontdaan van bebouwing en begroeiing. De veertienduizend bewoners werden gedwongen hun huis te verlaten en elders onderdak te zoeken.

Het gebied tussen de aan te leggen tankgracht en de kust werd tot Sperrgebiet verklaard en omgedoopt tot vesting Scheveningen. Iedereen die daar woonde en niet economisch gebonden was, kreeg het bevel te verhuizen. In totaal ging het om bijna 69.000 bewoners. Wie zelf geen woning elders kon vinden, kreeg een inkwartieringsadres toegewezen. Inwoners die niet meer aan het arbeidsproces deelnamen, zoals weduwen, alleenstaande vrouwen met kinderen, gepensioneerden en werklozen werden ondergebracht in het oosten en noorden van het land.

Vesting Clingendael

Na het besluit om voor Rijkscommissaris Seys-Inquart een apart steunpunt aan te leggen in de vorm van vesting Clingendael, werden ook nog eens vijftienduizend bewoners van de wijk Benoordenhout geëvacueerd. Samen met nog enkele andere incidentele evacuaties hebben in Den Haag tijdens de bezetting uiteindelijk 143.000 bewoners hun huizen moeten verlaten. Duizenden van hen keerden pas na jaren terug naar Den Haag, maar niet altijd naar hun eigen woning. Meer dan drieduizend woningen en honderden gebouwen waren namelijk afgebroken voor de aanleg van de tankgracht. Daaronder was het Rode Kruis-ziekenhuis aan de Sportlaan dat nog geen twintig jaar oud was. Het Gemeentemuseum en het Catshuis, die in eerste instantie ook op de nominatie stonden om gesloopt te worden, ontsprongen beide de dans na felle protesten van Nederlandse zijde.

Wederopbouw

Na de bevrijding stond het gemeentebestuur voor de enorme opgave de stad weer op te bouwen. De verantwoordelijke daarvoor werd de architect Dudok. Hij stelde voor in de tankgrachtzone een tweebaans autoweg te projecteren die aan zou sluiten op het wegennet van het nieuwe uitvergrote centrum en de rest van de stad. Dat werd de Segbroeklaan, die zich nu als een ware highway een weg baant door een groene zone met daarin bosschages, tot slingerende waterpartijen vergraven restanten van de tankgracht, en daartussen verspreid liggende flatgebouwen. Ten noorden van het Verversingskanaal werd de Segbroeklaan doorgezet in het tracé van de huidige Kennedylaan. In Zorgvliet had ten koste van heel wat groen een cultu-reel centrum van nationale betekenis moeten komen, maar dat kwam er niet. Het enige in de directe omgeving dat wel van de grond kwam, was het Congresgebouw.


Details

  • Schrijver

    Geert-Jan Mellink
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Evacuatie van het Stadhoudersplein eind 1942. Foto: Haags Gemeentearchief
  • Editie

    04-2025

Meest gelezen artikelen