Bioscoop Thalia

De bioscoop Thalia is als Cinema Americain gestart in de Boekhorststraat. Het pand is gebouwd in 1911-1912. De oorspronkelijke Cinema telde 440 stoelen en had een oppervlakte van 290 vierkante meter. Exploitanten waren de gebroeders Mullens. Bij overname van de Cinema in 1915 door dhr. Loet C. Barnstijn werd de naam gewijzigd in Thalia. De bioscoop had een luxe uitstraling die in de jaren vijftig verdween. Het interieur raakte in verval en er werden hoofdzakelijk B-films gedraaid, met name Westerns (veel Roy Rogers) en andere knokfilms (Eddy Constantine). De bioscoop werd veel bezocht door luidruchtige jeugd. Op de onderste rijen zat je niet helemaal veilig.

Zo werden er bijvoorbeeld katten vanaf het balkon gegooid die met gestrekte nagels op de bezoekers neerkwamen. Ook was je op die plek niet veilig voor de lege flessen, die neerdaalden vanaf het balkon. Die flesjes wilden ook nog wel eens scheuren in het filmdoek veroorzaken, wat met veel gejoel werd ontvangen. In de bioscopen in de Boekhorststraat was luidruchtig lol trappen vaker regel dan uitzondering. Dit gold overigens ook voor de twee andere bioscopen; de Roxy en Hollywood. Er werd luidruchtig meegeleefd met de films en dat kon in geen enkele andere bioscoop in Den Haag. Tot 1953 waren er vier voorstellingen per dag en telde Thalia 474 stoelen. Het was de op een na goedkoopste en kleinste bioscoop van Den Haag; alleen Studio aan de Kettingstraat was kleiner, met driehonderd stoelen. De verloedering van de omgeving Boekhorststraat sloeg toe in de jaren zeventig. Ook Thalia ontkwam daar niet aan en sloot de deuren in 1972. Na een brand in 1980 werd het bioscooppand gesloopt. In 2016 werd de originele voorgevel in het kader van Monumentenzorg in ere hersteld.