Mag ik eive un tèltsje?
Zo er iets Haags is, dan zijn het wel Koot en Bie. Dit najaar is het vijftig jaar geleden dat zij het Simplisties verbond oprichtten. Van de eerste televisie-uitzending op 6 november 1974 tot aan 22 maart 1998, ruim 24 jaar, zette het cabaret-duo de toon op talloze zondagavonden. De vijftigste verjaardag van Koot en Bie gaat niet geruisloos voorbij. Allereerst is er onder de titel Toen werd nu tot en met 19 januari 2025 een tentoonstelling in Beeld & Geluid in Hilversum, waar heel veel typetjes herleven. De VPRO-televisie vertoont vanaf vrijdag 29 november een gelijknamige serie van zes afleveringen, waarin het oeuvre van het Haagse duo wordt belicht. En in Den Haag maakte Sjaak Bral in oktober al een terugblik op dit Haagse ‘erggoed’: een theater-avond met de toepasselijke naam Mag ik even een teiltje (mag ik eive un tèltsje).
Vrije jongens uit de Schilderswijk
Om dat teiltje werd meteen al de eerste avond ook letterlijk gevraagd. Dat had te maken met misschien wel de raakste Haagse typetjes die Koot en Bie neerzetten: het duo F. Jacobse en Tedje van Es, vrije jongens met roots in de Schilderswijk. De scharrelaars doken voor het eerst op eind 1978 en werden onsterfelijk toen ze een tuin winterklaar gingen maken met neutronenkorrels tegen het scheurgras. En als Maison Prettyboy alle dameswensen vervulden, ook die van “blauwe knoflooktantes uit Kijkduin”.
Bijna twee jaar later, op 4 november 1980 (toevallig de dag dat in Amerika republikein Ronald Reagan tot president werd verkozen) besloten F. Jacobse en Tedje van Es de Tegenpartij op te richten. Dat ging officieel, op een persbijeen-komst in Hotel Corona, waar politieke journalisten als Dick van Rietschoten (tegenwoordig hoofdredacteur van de Vogelwijker) en Arendo Joustra (die in december voor de Volkskrant zou gaan werken) op afkwamen. De verkiezingskoorts had Nederland al in zijn greep: in mei 1981 zouden de kiezers een eind maken aan het kabinet van CDA (Dries van Agt) en VVD (Wiegel).
‘Michiel de Ruyter had ook geen kasboek’
Koot en Bie gingen als Jacobse en Van Es eerst op verkenningstocht. Naar het Binnenhof, toen nog in de vertrouwde staat, dat wil zeggen dat je er nog op kon met je auto of bestelbus en dat de ijscoman, geholpen door een herfstzonnetje, goede zaken deed met dagjesmensen als gretige afnemers. F. Jacobse, gestoken in zijn lange bontjas, was goed op dreef. Hij peilde het idee om alle vrije jongens te bundelen in de Tegenpartij, die zou staan voor wat die vrije jongens willen: “We zijn best bereid om te betalen, maar laat ons dan ook met rust! Laat ons dan ook werken, en ouwehoeren met administraties en bonnetjes, schei uit. Michiel de Ruyter had ook geen kasboek aan boord.”
In hun verkiezingsprogramma Rugop ’81 deden Jacobse en Van Es uit de doeken waar ze politiek stonden. Uiterst rechts. Zo was hun idee over integratie, zoals inburgering toen heette, gebaseerd op de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika. En hun verkiezingsslogans drukten uit waar ze economisch stonden: ‘Geen gezeik, iedereen rijk’ en ‘Samen voor ons eigen’. Het was rechts-populisme waar nog steeds alle (serieuze) navolgers een puntje aan kunnen zuigen.
Kamervoorzitter Dolman als lid Tegenpartij
De Tegenpartij kreeg vleugels. Toen de minister van Cultuur de VPRO op de vingers tikte, omdat Jacobse en Van Es in strijd met de Omroepwet reclame maakten voor allerlei Haagse firma’s, kroop Kamervoorzitter Dolman in de huid van een lid van de Tegenpartij om hierover Kamervragen te stellen. “Is het uw bedoeling om alle vrije jongens de nek om te draaien?”, vroeg hij de minister. In de peilingen voor de aanstaande Kamerverkiezingen stond de fictieve partij binnen een mum van tijd op twee zetels. Méér dan de Centrumpartij van die andere Hagenaar, Hans Janmaat, er ooit zou halen.
Geest uit de fles
Ot Louw, de filmeditor achter het Simplisties Verbond, herinnerde zich in een televisie-interview dat Van Kooten en De Bie daar enorm van schrokken. Louw zei dat de Centrumpartij ‘kreten en delen uit het programma’ overnam. “Ze werden dus gewoon rechts ingehaald! En dan is het dus geen persiflage meer. We hebben een paar avonden stevig geboomd over alle voors en tegens en het hele effect van de oprichting van de Tegenpartij. Het begon heel enge, gevaarlijke vormen aan te nemen. Toen hebben ze gezegd: ‘De geest raakt uit de fles. We kappen ermee’.”
Op zondagavond 10 mei 1981 trok het duo de stekker uit de Tegenpartij. In de zendtijd van Van Kooten en De Bie doet VPRO-verslaggever Roel van Broekhoven ‘live’ verslag vanaf het Binnenhof. Jacobse en Van Es hebben een couppoging ondernomen maar zijn doodgeschoten. Niet voor altijd, want twee jaar later bliezen Van Kooten en De Bie de typetjes weer nieuw leven in. Ze waren té leuk om te spelen. Maar de Tegenpartij bleef dood en begraven.
Boe!
Juist om deze geschiedenis ging het afgelopen oktober mis toen Sjaak Bral tijdens zijn eerste theatershow Richard de Mos op het podium haalde. De Mos wilde er vertellen hoe de Tegenpartij hem had geïnspireerd tot de oprichting van Hart voor Den Haag. Dat ging de Haagse dichter Max Lerou, die ooit als omroepbestuurder van de VPRO dichtbij het vuur had gezeten, te ver. Vanuit de zaal riep hij: “Boe! Je hoort hier niet te zitten!” Hij vroeg nog net niet om een teiltje… Maar De Mos besloot niet naar de tweede avond te gaan. “Als een paar brogums het nodig vinden om zo te gaan gillen, dan kunnen wij beter wegblijven.” Brogum? Geen Haags, maar het betekent iemand die niets (te doen) heeft.
Details
-
Schrijver
Milja de Zwart -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Kees van Kooten en Wim de Bie als F. Jacobse en Tedje van Es. Foto: Roel Bazen -
Editie
22-2024