Met de tram
Vlakbij mijn huis stoppen, heel comfortabel, twee trams: 16 en 3. Sinds ik weer in Den Haag woon, ervaar ik dagelijks de luxe van het op de fiets naar je werk gaan. Maar als het stortregent en/of heel hard waait, is de tram een uitkomst. Alleen ben ik dan niet de enige die instapt, al dan niet met druipende paraplu. Daardoor leert zo’n tramreis ook iets over de Haagse omgangsvormen.
Lijn 16 vind ik een van de leukste tramlijnen. Van de haven slingert hij zich door de verschillende sferen van de stad: Statenkwartier, Duinoord, Regentes, Zeehelden, ‘de stad’ zoals wij thuis het centrum altijd noemden, langs de Hofvijver en het Lange Voorhout en verder naar Wateringen, maar zo ver kom ik doorgaans niet.
Op zo’n regenachtige dag zit de tram ’s ochtends en ’s middags volgepakt. Wat opvalt: niemand staat meer op voor iemand. Zij die zitten, staren op hun telefoons en hebben oordopjes in, zodat zij zich compleet van de buitenwereld hebben afgesloten. Het is dus maar beter gezond van lijf en leden te zijn als je op zulke momenten de tram neemt.
Nu heb ik laatst vriend Joost een eind op weg gebracht naar zijn huis. Hij is zo goed als blind en heeft dan ook een blindenstok. Bij de overstap had hij zijn zinnen gezet op de plaats voorin, die volgens de pictogrammen gereserveerd is voor ouderen en mindervaliden. Maar vlak voor hem ging daar een niet zo oude mevrouw zitten. Omdat ik uitga van de redelijkheid van mensen, ging ik mee naar binnen en vroeg haar vriendelijk of zij plaats wilde maken. Ze reageerde niet. Achter mij riep Joost, ongeduldig geworden door ervaring: “Weg, weg!” Dat herhaalde de vrouw met een spottend lachje: “Weg, weg!” Toen Joost daarop bijna op haar schoot belandde, koos ze snel een andere plek.
Schoonmoeder
Hier tegenover staan ook heel andere ervaringen. Eens stapte er een conservatoriumstudent met zo’n levensgrote contrabas in de tram – best wel wringen om erin te komen. Vraagt de trambestuurder: “Zo, zit daar je schoonmoeder in?” Hele tram ligt dubbel natuurlijk, en mocht iemand zich hebben geërgerd aan het groottransport, dan liet die dat niet meer blijken.
In deze orde was ook de verhuizing van een levensgroot, plastic skelet, waarbij ik onlangs assisteerde. Het skelet had geposeerd tijdens de tekenles en na afloop nam zijn eigenaar, Friso, hem mee naar huis. Nu was het na tienen en zaten er niet heel veel mensen in tram 3 richting het Spui, maar het was opvallend hoe koel de medepassagiers eronder bleven. Eén medepassagier vroeg streng: “Heeft die meneer wel een kaartje gekocht?” Waarop Friso naar waarheid antwoordde: “Nee, hij rijdt zwart.” Maar verder wist het skelet alleen een paar steelse blikken en een enkele glimlach los te maken.
Spuwen
Toen ik klein was namen we af en toe lijn 6 vanaf het Kleine Loo naar ‘de stad’. In die tijd hingen er bordjes in de tram waarop stond wat je niet mocht doen. ‘Niet spreken met de bestuurder’, bijvoorbeeld. Ik kon net lezen en had grote moeite met het ontcijferen van het voorschrift ‘verboden te spuwen’ (soms denk ik: hang ze maar weer op. Maar dit terzijde). Toen ik eindelijk - met hulp van m’n vader - wist wat spuwen was, schijn ik te hebben geroepen:
“O, maar dat durf ik best!”
Conducteur
Tegenwoordig zijn de bordjes vervangen door pictogrammen, die een hele serie verboden en geboden uitbeelden: niet eten of drinken, geen herrie maken, niet rolschaatsen in de tram, plaats maken voor mensen die minder mobiel zijn, geen voeten op de bank. Maar of het nou bordjes of pictogrammen zijn, de vraag is natuurlijk of ze worden nageleefd. Nu kun je hier de bestuurder niet op aanspreken. Figuurlijk niet, maar in de RandstadRail ook letterlijk niet. Het is vaker overwogen en een jaar of tien geleden zijn er ook proeven mee gedaan, maar ik opper het maar weer eens: misschien is het een goed idee om de conducteur weer te laten meerijden op de tram? Al was het maar om te voorkomen dat je eerst een skelet moet zijn, voordat er iemand voor je opstaat.
Details
-
Schrijver
Milja de Zwart -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
In de tram met skelet -
Editie
5-2020