Skip to main content

Straatgevecht om Vredespaleis

Toen ik voor de gemeente Den Haag ging werken in 2006, was de eis dat ik ook in Den Haag kwam wonen. Voor een Hagenees, die de stad ten goede heeft zien veranderen, geen grote straf. Maar ik vond het wel een beetje onzin.

Het enige is dat dat dakje de favoriete plek is van mijn kat Micky. Toen de eksters het nest nog aan het bouwen waren, ruim twee weken geleden, maakten ze het Micky met zijn tweeën duidelijk dat hij niet welkom was. Ze vlogen om zijn kop, beslopen hem van achteren, zetten dit met geklepper kracht bij, hamerden intimiderend met hun snavels op de schutting en vlogen natuurlijk steeds op tijd weg als Micky geïrriteerd in beweging kwam. Nu het nest af is, doet meneer ekster dit werk in zijn eentje. Intussen duldt hij Micky ook niet meer in zijn eigen tuin.

Het zijn prachtige voorstellingen om naar te kijken. Maar het maakte mij ook nieuwsgierig naar de vogelstand in Den Haag. Gaat het goed met de stadsvogels? In de binnentuinen achter mijn huis zie ik vooral meeuwen, kauwen, duiven en lawaai-

papegaaien (ik bedoel halsbandparkieten, ongetwijfeld nakomelingen van het stel dat Sjaak Bral in de jaren zestig heeft vrijgelaten). Heel soms zie je koolmezen en er moeten ook merels zijn, want die hoor je ’s ochtends vroeg.

Soepgans en krakeend

Op de website van de Haagse vogelbescherming vond ik de antwoorden, zelfs tot op niveau van mijn buurt. In de MUS-rapportage 2019, om precies te zijn, waarbij MUS staat voor meetnet urbane soorten. Er gaat een wereld voor je open. Ik wist niet dat er soepgans en een krakeend bestonden bijvoorbeeld, maar die zijn toch tientallen keren gespot in Den Haag.

Vogels worden geteld per soort en per postcodegebied. Door vrijwilligers, die niet alleen hun ogen, maar ook hun oren gebruiken. En die toch wel wat verstand hebben van vogels – anders zouden er, in het jargon van de vogelaars, alleen kbv’tjes worden gespot: kleine bruine vogeltjes.

In Den Haag werden in 2019 92 soorten geteld. Waaronder soorten die nooit eerder in de stad waren gezien: de boomleeuwerik en de koperwiek bijvoorbeeld. Maar bovenaan de top 10 staat in Den Haag de kauw. Op de voet gevolgd door de kleine mantelmeeuw (een misleidende naam, want het is net als de zilvermeeuw een grote jongen met een indrukwekkende snavel) en de halsbandparkiet.

Nachtklok

In mijn buurt maakt de meeuw de dienst uit, gevolgd door de gierzwaluw. De kauw en de duif delen de derde plaats. En de ekster staat met de merel op een gedeelde plaats 10. Trouwens, mijn buurt doet het niet zo goed qua vogels. In de mus-rapportage staat dat die ‘soortenarm’ is. En het aantal vogels dat is geteld, is zelfs bijna gehalveerd: van 407 in 2018 naar 219 in 2019. Dat mag wel dramatisch heten.

Is dat de schuld van Micky en de zijnen? Volgens de Tilburgse wetenschappers die vorig jaar november een aanlijngebod voor de felis catus propageerden wel. De kat zou de op twee na gevaarlijkste diersoort ter wereld zijn – welke dieren er op 1 en 2 staan, vermeldt het verhaal niet, maar ik schat dat de mens kampioen is.

Wees gerust: voor Micky geldt een nachtklok. En meneer ekster is hem echt de baas. Het zou goed zijn voor de band met de stad en je zou weten wat er speelt, omdat je er middenin zit. Ik neem dat met een flinke korrel zout. Ooit is er een historische molen afgebrand vlakbij mijn huis in Schiedam. De brand haalde de volgende ochtend het landelijke nieuws. Maar ik had er gewoon doorheen geslapen.

Iets soortgelijks is nu weer gebeurd. Op een steenworp afstand van mijn huis is begin mei een pand gekraakt. Dat op zich was niet te missen. Er hingen spandoeken en affiches en de hele buurt, zo ongeveer vanaf de Grote Pyr gerekend, werd volgestickerd met de kreet: Short Stay? No Way! We kregen ook een pamflet in de bus met tekst en uitleg, maar ik ben bang dat die al met het oud papier mee is. In ieder geval was het wel duidelijk dat dit oude kantoorpand van een jeugdzorginstelling omgevormd zou worden tot een luxe appartementencomplex, mét gym en spa en prijzig penthouse, gericht op huurders die maar kort in Den Haag zouden verblijven. Een ‘expathotel’, aldus de krakers, en dat terwijl er woningnood is.

De reden dat ik terugdacht aan die molenbrand, is dat het pand in de nacht van zondag 14 op maandag 15 juni gebarricadeerd is. De voordeur werd dichtgemetseld en er zijn hekken voor de gevel gezet. En opnieuw heb ik er niéts van gemerkt; shame on me, tot zover mijn band met mijn buurt. Zeker omdat het ook nog eens om een spectaculaire actie ging. Want dit keer was de hoofdrol niet voor actievoerders, maar voor de gemeente Den Haag zelf!

Aan de gevel was een brief bevestigd van een gemeente-ambtenaar, de ‘teammanager vergunningen’ om precies te zijn. Aan het eind van de brief, in een vetgedrukt stukje, stond waarom het pand gebarricadeerd is. “De gemeente verwacht een aanvraag van de sloopvergunning voordat u met de verbouwing gaat beginnen. Totdat deze is ontvangen en goedgekeurd, zal de gemeente zich genoodzaakt vinden de verbouwing fysiek onmogelijk te maken.”

Fake news?

Ik zit nu wel dapper dit stukje te schrijven, maar mij bekruipt het gevoel dat dit misschien fake news is. De gemeente als straatvechter? In de kranten heb ik wel over de kraakactie gelezen, maar deze spectaculaire wending in het verhaal heeft alleen twitter gehaald. En hoe diep ik ook spit in de krochten van www.denhaag, ik stuit alleen op onbeantwoorde vragen van de Haagse Stadspartij, waarin onder andere de kwestie van het ontbreken van een sloopvergunning wordt aangekaart.

Vredespaleis

Er zit niks anders op dan met eigen ogen te gaan kijken hoe het pand er werkelijk bij staat. Ik zie dat het nog niet is veranderd in het gelikte ‘Vredespaleis’, waarvan de projectontwikkelaar een artist impression op zijn website heeft gezet. En dat er inderdaad dranghekken voor staan. Maar ook dat de entree erachter niet is dichtgemetseld. Wel liggen er brokstukken van giboblokken waarmee dat was gedaan. Er hangt ook geen brief van de teammanager vergunningen. Wel een restant van het plastic waarin die was verpakt.

Ik kan niet anders dan concluderen dat het géén fake news was. Maar ook dat de schermutselingen over het pand zowel inhoudelijk als in logistieke zin zijn veranderd. Eerst stonden de actievoerders en de gemeente tegenover elkaar, in de media. Daarna stonden de eigenaar van het pand en actievoerders tegenover elkaar, in de rechtszaal. Nu staan de gemeente en de eigenaar van het pand tegenover elkaar, op straat.

Ik ben benieuwd wie dit straatgevecht gaat winnen. Al denk ik dat al te weten. Voor de zekerheid check ik nog één keer. Ik zie dat er borden voor de gevel staan: in verband met werkzaamheden hier met ingang van 22 juni niet parkeren. De entree is opgeruimd en er liggen paaltjes om de boel af te zetten. De glazen deur staat open.

Volgens mij kan ik ongestraft door de volgende episode heen slapen.


Details

  • Schrijver

    Milja de Zwart
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Gevel
  • Editie

    13-2020

Meest gelezen artikelen