Maar waarom denk ik aan de intocht van Sinterklaas? Om twee redenen. Allereerst kan het niemand ontgaan zijn dat de Sint wel volgens plan in Nederland is aangekomen, maar vervolgens niet doorreisde naar Den Haag. Wel naar andere steden, waar hij ontvangen werd door burgemeesters, live straatinterviews hield, chatsessies en videoconferenties hield. Alles coronaproof. Om deze bittere pil te vergulden, riep Omroep West de kinderen op om zondagochtend de televisie aan te zetten. Maar het bleek te gaan om een herhaling van de intocht van 2019.
Maar er is nog een reden dat ik aan de intocht denk. Want Sinterklaas speelt een rol in een van mijn eerste herinneringen. Dat komt zo: mijn kleine broertje werd geboren op 4 december. In het ziekenhuis. En ik van 3,5 en mijn grote broer van 8 waren alleen thuis terwijl dit gebeurde. Gelukkig had Sinterklaas niet alleen instructies gegeven aan mijn broer, maar ook een mini-versie van zichzelf van chocola in onze schoenen gedaan. Die hebben we opgegeten bij wijze van ontbijt – ik herinner het me vast, omdat ik niet helemaal zeker wist of dat wel mocht.
Sinterklaas was ook altijd een gezellige bende bij ons thuis. Toen we klein waren, kwam Pietje Pedro altijd bij ons langs. Ik heb hem zelfs op mijn achtste een keer moeten vervangen omdat hij, gek genoeg net als mijn grote broer, ziek was. Later vierden we het met steeds uitbundiger surprises en mooie gedichten. Waardoor het een keer opviel dat ik een cadeau kreeg dat duidelijk het formaat van een elpee had, waaraan een pluk watten hing met daarboven één oog onder een roodpapieren mijter – het andere was eraf gevallen. “Ja, ik had geen tijd!”, riep mijn moeder meteen, waarschijnlijk om Sinterklaas uit de wind te houden.
Natuurlijk was 5 december destijds nog geen massa-evenement. De landelijke intocht van Sinterklaas was er al sinds 1952, maar eer de goedheiligman Scheveningen ontdekte, was het 1976. Het Sinterklaasjournaal is pas in 2001 gestart. Bovendien hadden wij tot diep in de jaren zestig geen televisie. Dus onze tere kinderzielen moesten het zonder al het spektakel van tegenwoordig doen. Ons hoogtepunt was een uitje naar de Grote Marktstraat, die toen nog een drukke verkeersader door de Haagse binnenstad was. Het weerhield de Bijenkorf en Vroom & Dreesmann er niet van om aantrekkelijke etalages in te richtten. Omdat er van alles en nog wat in bewoog, kon je je daaraan vergapen. In de etalage van de Bijenkorf reed zelfs een keer een pakjestrein.
Nu ik zo herinneringen zit op te halen, krijg ik ineens een idee om de afwezigheid van Klaas in Den Haag te compenseren. Hup, op de fiets, naar het centrum. Omdat het al 20.00 uur is geweest, is de Grote Marktstraat zo goed als verlaten. Mijn fiets voor de Bijenkorf parkeren is geen probleem. Verwachtingsvol loop ik langs het gebouw, dat prachtig is versierd met lichtstrengen die langs de gevel naar beneden klateren en groene wandbedekking waarin ook lichtjes glinsteren.
Ik zie overal chocoladekerstmannen. Maar Sinterklaas zie ik niet. Ook niet van chocola. (Zwarte) Piet is er trouwens ook niet. In geen enkele etalage. Ik zie speelgoed, gezellig gedekte tafels, feestelijke kleding. Besneeuwde kerstbomen. Teddyberen. Veel, heel veel teddyberen. Ergens ontwaar ik wel de bladmuziek van het Sinterklaasliedje O, kom er eens
kijken. En een grote beer, die de staf van Sinterklaas vasthoudt. Alsof de Sint alleen even weg is. Maar ik ben bang dat dat niet zo is. Dat er géén Haagse Klaas is dit jaar. Nee, het thema is dit jaar overduidelijk: beren.
Milja de Zwart
Laan van Meerdervoort 174
2517 BH Den Haag
Lezersservice
ma t/m vrij van 10 tot 12 uur:
070 - 345 76 97
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.