Omgekeerde vlaggen in de stad
Er zit geen enkele Hagenees bij, maar daarom niet getreurd: ein-de-lijk is op dinsdag 27 september het nieuwe Haagse college van burgemeester en wethouders geïnstalleerd. Drie vrouw en vijf man sterk, de meesten oude bekenden en een nieuw gezicht: wethouder Mariëlle Vavier van Armoede, Inclusie en Volksgezondheid.
Mooie portefeuille, een combinatie van hardnekkige en daardoor bijna tijdloze problematiek (armoede) met een klassiek aandachtsgebied (volksgezondheid) en een nieuwerwets, bijna hip te noemen streven (inclusie). Zouden er daar meer van zijn, vroeg ik mij af. Al googelend vind ik er heel wat: in Arnhem en Utrecht – in die gemeenten bestaat de portefeuille Inclusie al een paar jaar - en in Amsterdam en Nijmegen bijvoorbeeld. In Rotterdam is een wethouder Digitale Inclusie aangetreden. En in Venlo een voor Inclusieve Samenleving. Den Haag mag dan hekkensluiter zijn met de vorming van een college, wat portefeuilles betreft vallen we niet uit de toon.
Waarom het zo lang duurde eer er een Haags college op het pluche kwam, heb ik in de vorige aflevering van Haagse Kwesties al gememoreerd. Aan ambities geen gebrek. Maar die werden gehinderd door de versomberende vooruitzichten. Vanwege de energiecrisis, de geldontwaarding die daarmee gepaard gaat, de verslechterende financiële situatie, een lokale economie die knel komt te zitten door tekorten aan bedrijfsruimten en personeel, de stagnerende woningmarkt – het college spreekt van een wooncrisis - en de hoofdbrekens die het veranderende klimaat geeft.
‘Onzekere toekomst in een onrustige wereld’
Ik sla het coalitieakkoord 2022 – 2026 erop na. ‘Voor een stad die tegen een stootje kan’, staat er op de geel-groene cover. In het voorwoord lees ik de erkenning dat de onderhandelingen om tot het akkoord te komen lang hebben geduurd. Dat de uitdagingen groot zijn, maar de financiële middelen beperkt. Dat bovendien de toekomst onzeker is en de wereld om ons heen roerig en onrustig.
Inderdaad, dat laatste hebben we ook nog met Prinsjesdag gemerkt. Twee jaar lang hebben we de rijtoer van de koning moeten missen. Rijdt ie eindelijk weer van de Koninklijke Stallen naar de Koninklijke Schouwburg voor het ceremonieel vertoon en tot slot naar Paleis Noordeinde voor de balkonscène, loopt het uit op een rel.
Biotoop voor boze boeren
Agrariërs zijn zeldzaam in Den Haag. Eigenlijk komen alleen bóze boeren met enige regelmaat naar de biotoop van de residentie. Maar afgelopen Prinsjesdag bleek hun aanhang massaal op de been langs de route van de rijtoer. Zodra de Glazen Koets in beeld kwam, trokken talloze omstanders omgekeerde vlaggen uit tassen en rugzakjes. Er was boegeroep. Gejoel. Middelvingers gingen omhoog en Willem-Alexander werd voor landverrader uitgemaakt. “Belachelijk”, zei premier Mark Rutte daar later over.
Opmerkelijk is dat boze boeren – of hun medestanders – er maandag al in geslaagd waren tot diep in de stad door te dringen. Want er hingen tot mijn verbazing omgekeerde vlaggen aan de lantarenpalen pal voor mijn deur. Niemand had iets gemerkt van een nachtelijk konvooi trekkers of hoogwerkers. Maar ze hingen er écht. Een buurman maakte er een foto van.
Opstootje
Nou gebeurde dit allemaal twee dagen voordat het nieuwe college van de gemeente Den Haag aantrad. Toch is het wel een goed voorbeeld van de roerige wereld om ons heen, waarover het coalitieakkoord rept. En van het feit dat die ook de wereld van de Hagenaars en Hagenezen raakt. Want ik had verwacht dat die omgekeerde vlaggen mijn straatbeeld tot Sint-Juttemis zouden blijven bepalen. Niets was minder waar. Donderdag na Prinsjesdag, de dag dat het nieuwe college zijn akkoord sloot, waren ze verwijderd. Ook weer zonder dat iemand iets had gemerkt van een stoet gemeentewerkers op zwaar materieel.
Het bewijst één ding. De stad kan in ieder geval tegen een ópstootje.
Details
-
Schrijver
Milja de Zwart -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
-
Editie
18-2022