Rover 2600S

Na de iconische Rover 3500V8 moest dit merk met een opvolger komen en dat werd de Rover 2600, in een tijd dat alles qua autodesign vierkant en hoekig was. We spreken over 1976. Het succes van Britse auto’s was zo vlak na de Tweede Wereldoorlog in de jaren zeventig al drastisch afgenomen, voornamelijk veroorzaakt door de slechte kwaliteit als gevolg van de vele fabrieksstakingen in die tijd. 

De vormgeving van het nieuwe model was lang en slank, met een mooi schuin aflopende achterkant met veel glaswerk en een royale vijfde deur. Rechthoekige koplampen, rechthoekige deurhendels en rechthoekige achterlichten. Tja, je moet ervan houden, maar zoals gezegd, het was een modegril in die tijd bij veel automerken. Met name in het interieur was dat hoekige goed zichtbaar. Het hele dashboard was grotendeels één smalle rechthoek, met daarin weer vierkantjes als drukknoppen, rechthoeken als toerenteller en snelheidsmeter, vierkante waarschuwingslampjes bij elkaar gegroepeerd in een groter vierkant en ook de benzinemeter, watertempe-ra-tuurmeter, oliemeter en een digitaal klokje waren elk een vierkantje. Daaronder het ventilatierooster en bedieningsknoppen ook rechthoekig en geplaatst in een grotere rechthoek. Maar het gaat nog verder, want de toetsen van de elektrische ramen als opstaande rechthoeken en uiteraard per twee in een vierkante omlijsting. Zelfs de middenarmsteun achterin was als een platte rechthoek. Pfff, om gek van te worden, maar dat terzijde. Het stuur was dan wel niet vierkant gelukkig, maar het was wel afgeplat aan de boven- en onderkant, zodat het toch optisch iets vierkants had. Maar op zich een fraai design. Bijzonder voor die tijd was dat het stuur zowel in hoogte als in diepte verstelbaar was. Ook de stoelen waren ruim verstelbaar, zodat er een optimale rijpositie te creëren was. Rijcomfort was een belangrijke factor bij deze Rover. Hij was in veel uitvoeringen leverbaar. De 2000, de 2300S, 2600, 2600S, 3500, 2400S Diesel Turbo en ook in een Vanden Plas- en Vitesse-serie. Grappig was dat er in die tijd zaken geleverd werden in deze Rover die je niet meer ziet, zoals spatlappen, waarschuwingslampjes in geopende portieren en een stalen schuifdak. Afhankelijk van de gekozen versie had je mooie wortelnoten houtafwerking en verschillende soorten bekleding zoals leer, velours stof of fluwelen pluche stof. Al met al was deze Rover een forse auto met een lengte van 4.70 meter en een breedte van 1.77 meter, waardoor hij zowel voor- als achterin royale leefruimte bood en vooral de bagageruimte met de vijfde deur was eveneens royaal, wat nog vergroot kon worden door de achterbank plat te leggen. De automatische niveauregeling, de lange wielbasis en de grote spoorbreedte zorgden ervoor dat de Rover een fantastische trekwagen was. Mooi natuurlijk, maar ik zou hem gekocht hebben in de Vanden Plas-uitvoering, omdat die het chicst was met een optimale Britse uitstraling. In Den Haag zag je ze zelden. In 1986 was het gedaan met deze Britse icoon en daarna is het verder bergafwaarts gegaan met dit merk. Gelukkig hebben we de foto’s nog!