Saab 96V4
Laatst zag ik hem staan op het Louis Couperusplein, vlak bij de ingang van het gebouw waar ik mijn jeugdvriendin Sophie Bij destijds ophaalde, waar zij een avondcursus Italiaans deed. Een opaalgroene Saab 96V4. Inderdaad een heel opvallend, apart model auto. Een beetje bolvormig. Niet dat je ze veel zag in Den Haag, want het was een relatief dure auto. In 1973 kostte hij bijna 12.000 gulden en een Kever kostte 8.695. Voor die 12.000 gulden kocht je ook een Audi 80 of een Fiat 132. Een auto voor een select publiek dus en dat waren met name architecten, journalisten en huisartsen, een beetje de latere D66 stemmers, zeg maar.
De vormgeving was duidelijk uit de jaren vijftig, zestig. Bol oplopend en weer glooiend aflopend met een korte kont en uiteraard spatlappen. Opvallend was dat de motorkap naar voren scharnierde, iets wat je toen wel meer zag bij een aantal automerken. Opmerkelijk vind ik dat deze veilige openingsvorm tegenwoordig volledig verdwenen is. Onder deze motorkap lag een watergekoelde V4 motor van Ford met 1.498 cc met 65 pk voor een topsnelheid van 148 kilometer die je in vijftien seconden bracht van 0 naar 100. De aandrijving was op de voorwielen via een handgeschakelde vierbak met een nostalgische vrijloop. Op meerdere fronten kon je merken dat dit model een kind was van vliegtuigbouwer Saab, wat ook de eigenzinnige gestroomlijnde vormgeving verklaarde, waarbij de bouwkwaliteit uitstekend was. Van dit model werden er 547.221 geproduceerd tussen 1960 en 1980. Het interieur zag er naar mijn smaak ook niet echt verfijnd uit en ook daar kreeg je het gevoel in de cockpit van een vliegtuig te zitten. Het dashboard zag er praktisch uit met duidelijke tuimelschakelaars en flinke schuiven voor de verwarming en ventilatie, twee klokken, een asbakje en een dashboardkastje met daaronder een kloeke handgreep voor de passagier. Het dashboard was uitgevoerd met zwart vinyl en groen vinyl op de deurpanelen. Opvallend was dat de portierruiten hun draaipunt aan de voorkant hadden en de extra wind deflectors waren een knipoog naar de luchtvaart. Het stuur stond wat scheef voor je en het versnellingshendel aan het stuur met een normaal H-patroon kwam in z’n vier vaak ongewenst in contact met de rechterknie van de wat langere bestuurder. De stoelen zaten op zich prima en waren uitgevoerd in een velours/skai combinatie. De handrem stond wat parmantig rechtop tussen de voorstoelen. Hij had geen stuurbekrachtiging, maar het kostte weinig moeite om hem door de bochten te halen. Nadeel was wel dat hij fors overhelde. Vandaar die kloeke handgreep rechts op het dashboard voor de passgier, alhoewel de afstand tussen de rechterschouder van de bestuurder en de linker van de passagier al gauw resulteerde in een ondersteuning in de snellere bochten. Kortom, een heel aparte auto in die tijd en dat is het merk Saab gebleven met haar bijzondere latere modellen, tot het helaas failliet ging. Maar de fijne herinnering blijft!
Details
-
Schrijver
John Vroom -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
-
Editie
12-2024