Skip to main content

Opel GT


In mijn beleving is Opel altijd een beetje een suf merk geweest. De ideale ‘niks aan de hand’ familieauto of in de combi-versie de ideale vertegenwoordigers auto, als het geen Ford kon zijn. Zelfs Coupé versies waren niet echt sportief. Maar om een of andere onduidelijke reden was er ineens de Opel Manta en om het nog sportiever te maken in 1968 de Opel GT. Toch wel twee buitensporige Opel-modellen die het merk spannender maakten. 

Als tiener mocht ik dan graag een bezoek brengen aan de bijzondere Riva-showroom onder de Torengarage in de Torenstraat om achter het stuur van de GT mijn sportieve fantasie te beleven. Wat een mooi design. Duits degelijk, dat wel, maar zo on-Opel. Toen ik mijn rijbewijs had, heb ik er ook in proefgereden. Een aparte beleving voor die tijd. Het model was in ieder geval heel bijzonder en waarschijnlijk geïnspireerd door Amerikaanse sportwagens. Tweezitter met een korte kont en een lange, lage neus. Fraaie rondingen met als eyecatcher natuurlijk de weggewerkte en omklapbare koplampen. Zoals ik al zei, zo on-Opel, maar wel cool, zoals dat nu zou heten. Net als het interieur. Laag zittende sportstoelen met een lange rugleuning. Stuur in mijn favo stand, laag en recht naar beneden geplaatst met diepliggende alu-spaken. Voor je twee kloeke, helder afleesbare klokken als snelheidsmeter en toerenteller. Rechts daarvan drie naar de bestuurder toe gerichte klokjes voor de ampèremeter, oliedrukmeter enzo. Het middenconsole zag er logisch uit met tuimelschakelaars voor de verlichting, ruitenwissers en ventilator. Het mooiste was het uitstekende hendel, waarmee je de koplampen deed kantelen. Snuggere lezers vragen zich wellicht af hoe je lichtsignalen gaf als de lampen ingeklapt waren, maar dat werkte via de verstralers of mistlampen. Bagageruimte was natuurlijk wel een dingetje, want die kon je alleen maar plaatsen op het bankje achter de bucketseats en dat hield natuurlijk niet over en was lastig toegankelijk, maar ja, een sportwagen is een sportwagen en dat betekende ‘travelling light’. Onder de naar voren scharnierende motorkap, wat ik nog steeds briljant vind in het kader van veiligheid en sinds de vorige eeuw niet meer is vertoond, lag de 1.9 S-motor, Opels toppunt van betrouwbaarheid. Er was ook een automatische transmissie leverbaar, maar dat was natuurlijk vloeken in de kerk voor zo’n sportieve auto, waarbij naar mijn idee zelf schakelen een must was. Als ik weer even de folder lees van deze Opel GT, sta ik wederom versteld hoe snel we tegenwoordig veel zaken als vanzelfsprekend beschouwen, terwijl men het destijds als vermeldenswaardige elementen beschouwde. De driepuntveiligheidsgordels, tapijt op de vloer, toerenteller, alarmknipperlichten, stuur-slot, achteruitkijkspiegel met dag- en nachtstand, elektrisch klokje, asbakje in console, make-up-spiegeltje, mantelhaken en armsteunen in beide deuren, om maar eens wat te noemen. Van cruise-control, parkeerassistentie, parkeersensoren, climat-control of navigatie hadden we nog niet gehoord. Het leven toen was vast niet beter, maar wel een stuk eenvoudiger. Wat een bijzonder topmodel die Opel GT!

 


Details

  • Schrijver

    John Vroom
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Opel GT
  • Editie

    13-2022

Meest gelezen artikelen