Een echte Hagenaar aan het woord
Waar zal ik het eens over hebben in het kader van deze Woonspecial, vroeg ik mij af. Ik hoefde hier niet eens zo heel lang over na te denken. Enkele jaren geleden leerde ik iemand kennen die een groot deel van zijn leven in onze stad gewoond heeft, zowel in de buitenwijken als in het centrum. Ik zou hem vragen of hij hier iets over wil vertellen. Ik heb hem leren kennen als een aardige kerel dus ik ga ervan uit dat hij dit wel zal willen doen.
Toen ik hem vroeg wat hij met Den Haag heeft, werd het even stil. Na enig aarzelen vertelde hij mij dat hij zowel in het buitenland als elders in ons land gewoond heeft, maar toch altijd het gevoel heeft gehouden dat hij uiteindelijk terug wilde gaan naar zijn geboortestad. Hij is dan ook na zijn werkzame leven op zoek gegaan naar een woning in onze stad, maar dat lukte niet. Wel raakte hij in gesprek met een Hagenaar die met de bekende Haagse humor en recht voor z’n raap een verhaal vertelde waardoor Ben een brok in zijn keel kreeg; hij was weer thuis! Gelukkig vond hij in Voorburg een woning zodat hij toch weer vlakbij Den Haag ging wonen. Vooral de parken, het groen en niet te vergeten het strand maken dat Den Haag de vergelijking met andere steden gemakkelijk kan doorstaan, en dat vindt Ben ook.
Ik noem hem Ben maar eigenlijk heet hij Benjamin. Hij was de jongste van veertien kinderen en is op 5 mei 1946 in Den Haag geboren. Precies een jaar na de bevrijding van ons land na de Tweede Wereldoorlog. Toen hij nog jong was, ging hij er dan ook vanuit dat al die feestelijkheden op 5 mei ter ere van zijn verjaardag georganiseerd werden. Zijn ouders woonden in de Cyclaamstraat. Zijn vader had een loodgieters- en elektrotechnisch bedrijf. Naast het woonhuis waren een winkel en een werkplaats gevestigd en de oudere kinderen sliepen in een huis aan de overkant van de straat. Ben ging naar de Hyacinth-school, die in 1973 de naam De Zonnebloem kreeg. Als het even kon, ging hij met vriendjes buitenspelen, bijvoorbeeld in de bosjes van Pex. Hierna ging hij naar de Ambachtsschool De La Reyweg, waar hij de opleiding elektrotechniek volgde.
Zoals in de verwachting lag, ging Ben bij zijn vader werken. In het begin samen met een oudere broer en zo kregen ze alle mogelijke klusjes in Den Haag te doen. Hij vertelde me dat hij hier heel veel van geleerd heeft. Je kwam bij diverse mensen thuis en leerde zo met mensen om gaan. Dat was overigens niet altijd even makkelijk omdat er ook enorme zeurpieten tussen zaten, maar ja, de klant was koning. Toen hij een jaar of zeventien was, was hij een van de Wildhoef Kikkers van het eerste uur. De Wildhoef ligt bij de bosjes van Pex waar hij als knulletje ook al speelde. Den Haag kende in die tijd enkele jeugdbendes, zoals die groepen jongeren werden genoemd, maar ach, bendes, dat viel wel mee. De bekendste waren de Kikkers en de Plu. Deze laatste groep werd gevormd door jongeren met een Indische achtergrond en was genoemd naar de Gouden Paraplu, een café op de hoek van de Goudenregenstraat en de Laan van Meerdervoort. Het ging om een aantal vrienden en vriendinnen die van dezelfde soort muziek hielden, samen ergens iets gingen drinken of samen naar het strand gingen. En wat die muziek betreft, Den Haag was niet voor niets beatstad nummer 1!
De Kikkers hadden een vast plekje beneden aan de trap op het strand aan het eind van het pad dat bij de Fuutlaan begint. Als je het enigszins kon betalen, was je ook nog de trotse bezitter van een Puch, het liefst met zo’n hoog stuur. Ben heeft verschillende soorten werkzaamheden verricht. Zo heeft hij een tijdje in Zweden gewerkt met autistische kinderen. Teruggekomen in Den Haag ging hij in het Achterom wonen. Midden in de binnenstad van onze stad. Hij woonde daar met veel plezier. Tenten als het Wijnhuis en Tocci’s Milkbar binnen handbereik. Vervolgens ging hij met vrouw en kinderen in de Weissenbruchstraat wonen. Eerst in een benedenhuis en later op de eerste etage. Hij had inmiddels in de avonduren een MULO-diploma gehaald en dit maakte de kans op een goede baan beduidend groter. Dit had onder meer tot gevolg dat hij in Alphen aan de Rijn in Rijnstroom met moeilijk opvoedbare meiden ging werken.
U ziet het, Ben is van alle markten thuis. Daarna heeft hij bij Rijkswaterstaat gewerkt en vervolgens is hij in een verzorgingshuis annex verpleeghuis in Middelharnis gaan werken. Hij was hier hoofd van de facilitaire dienst. Zoals ik in het begin al schreef, wilde hij uiteindelijk terug naar Den Haag en al werd het Voorburg in de Einddorpstraat, hij is met zeer grote regelmaat in onze stad te vinden. Achter een bak koffie bij de Wiener of tijdens een wandeling door de binnenstad van Den Haag om oude herinneringen op te halen. Daarnaast treedt hij op met The Urban Fun Band. Ben speelt namelijk van jongs af aan gitaar en bovendien kan hij goed zingen, en dat is mooi meegenomen.
In het begin van deze bijdrage schreef ik dat ik Ben enkele jaren geleden heb leren kennen. In De Haagse Tijden van 31 maart 2020 heb ik hem een interview afgenomen en dit artikel eindigt met de zin: “Bij het afscheid stelde Ben mij voor om gauw nog eens terug te komen, maar dan moest ik wel mijn gitaar meenemen”. En zo geschiedde. Ik heb hem leren kennen als een echte Hagenaar. Als iemand die altijd met plezier in onze stad gewoond heeft en er nog wekelijks komt.
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Ben samen met enkele kikkers op het strand bij de Fuutlaan -
Editie
18-2023