Markante schepenschilder Willem Jans Dijk
Willem Jans Dijk (1881-1970) was een Haagse schilder, aquarellist, etser, graficus, graveur, tekenaar en vervaardiger van houtsneden en waarschijnlijk de laatste of een van de laatste bekende schepenschilders van Nederland.
In Scheveningen zullen er nog heel wat mensen wonen die het boek De haven van Scheveningen, uitgegeven door het Gemeentebestuur van ’s-Gravenhage en met toelichting en tekeningen van W.J. Dijk kennen of in hun bezit hebben. Dit boek was bestemd om als prijs te worden uitgeloofd aan leerlingen bij het verlaten van de Lagere School. Het was zo goed geschreven en werd zo omarmd, speciaal door de bewoners van Scheveningen, dat er van het Gemeentebestuur nog een opdracht volgde, namelijk De Laakhaven. Ook volgde er nog een derde boek ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van het Hospitaal Kerkschip De Hoop.
Mijn grootvader Willem Jans Dijk is in 1881 geboren in Burgum (Bergum) Friesland, als zoon van een binnenvaartschipper, later molenaar. Hij volgde de opleiding tot onderwijzer in Groningen, gaf daarna les aan de school in Makkum, Weststellingerwerf en Den Haag en was hoofd van de school in Nieuwkoop-Noorden.
In Makkum leerde hij zijn vrouw kennen, dochter van de eigenaar van de scheepswerf Welgelegen. Uiteraard leerde hij hier veel over binnenscheepvaart. Zoals hij zelf ietwat arrogant altijd zei: “Als ik een schip teken zit ieder onderdeeltje op de juiste plaats”. Als kunstenaar grotendeels autodidact leerde hij ten huize van zijn schoonvader Dirk Nijland kennen die hem het houtsnijden leerde.
Toen hij in Nieuwkoop aankwam, bleek daar al een hele schilders-kolonie gevestigd te zijn, allemaal aangetrokken door het fraaie, waterrijke landschap. Uiteraard sloot hij zich hier direct bij aan. Deze groep schilders stonden bekend als de Nieuwkoopse school. Uit-eindelijk kwam hij tot zijn grote vreugde in 1910 in Den Haag terecht. Hij schreef regelmatig uitgebreide stukken in de Schutte-vaer en de Waterkampioen. In 1930 werd hij grafisch lid van Pulchri Studio, in 1932 schilderlid van St Lucas in Amsterdam en in 1955 lid en medeoprichter van de Vereniging Haagse Aquarellisten.
In Den Haag woonde hij op de Van Boetzelaerlaan maar omdat dat in de oorlog tot Sperrgebiet verklaard werd door de bezetter moest hij Den Haag verlaten en vond hij onderdak in hotel Galamadammen in Koudum Friesland, gelegen bij de brug tussen de meren Fluessen en Morra. Bekend bij de ouderen onder ons door het Van Lennep’s boek De roos van Dekama. Dit was voor hem de ideale plek om de binnenscheepvaart in al zijn geledingen te schilderen. Door de oorlogsomstandigheden was er geen brandstof te krijgen voor de scheepvaart en moest iedereen noodgedwongen terug-grijpen naar het ouderwetse zeilen. Zet dan een gedreven schilder neer bij een ouderwetse draaibrug tussen twee meren in Friesland en hij verveelt zich geen seconde.
In mei 1945 werd het hotel door de bezetters in brand gestoken en vond hij onderdak bij de sluiswachter van Molkwerum (vlak bij Staveren). Na de oorlog keerde hij terug naar de Van Boetzelaerlaan. Hierna was hij vaak schilderend te vinden aan de Scheveningse haven. Hij schreef nog een boek De schoonheid onzer binnenschepen. Ook in het boek Prinsessejacht de Groene Draeck zijn illustraties van hem opgenomen. Werken van Willem zijn in het bezit van onder andere het Fries scheepvaartmuseum in Sneek (in 2007 al 77 stuks).
Mijn grootvader was zeker geen makkelijk mens. Afkomstig uit de Friese Walden (wouden) had hij een heel kort lontje. Maar hij was ook heel vriendelijk en behulpzaam. Zo was hij op 5 december ieder jaar in Koudum de goede Sint op het paard. Hij wilde dit overigens alleen doen als een robuuste begeleider het brave dier stevig vast hield.
Ik was een van zijn drie kleinzonen; hij had één zoon en twee dochters en ik was de enige zoon van de jongste dochter. In de oorlog woonden we in het dorpje Koudum in Friesland, waar mijn vader huisarts was, vijftien minuten lopen naar de Galamadammen waar Willem in de oorlog verbleef. Ik ben van 1936 dus gedurende de oorlog was ik precies in de leeftijd dat je veel moet leren.
Hij heeft me leren zwemmen (aan de snoekhengel), schaatsen (op de Friese doorlopers), vissen, kievitseieren zoeken, vogels herkennen, zeilen, roeien, ga maar door... Na de oorlog kwamen wij bij mijn grootouders op de Van Boetzelaerlaan te wonen. Regelmatig werd ik naar zijn atelier geroepen om een nieuw schilderij, aquarel of tekening te bekijken en te beoordelen. Het vaste gezegde was dan ‘kinderen en dronkaards spreken te waarheid’.
Helaas begon hij in zijn laatste jaren te dementeren. Het is verschrikkelijk om zo’n stoere, sterke en daadkrachtige Fries zo geestelijk maar ook lichamelijk achteruit te zien gaan. Ik denk nog steeds met liefde en dankbaarheid aan hem terug en vond het daarom een goed idee eens te proberen om een stuk over deze markante, veelzijdige man te schrijven voor een blad in zijn geliefde Den Haag.
Details
-
Schrijver
J. van de Water -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
W.J. Dijk -
Editie
19-2023