Mijmeringen van een Haagse immigrant
Op 1 oktober 1952 ging ik naar de eerste klas van de lagere school, in Italië. Na de verwoesting van de Tweede Wereldoorlog, Europa lag toen nog in puin, kwam in die jaren het Amerikaanse Marshallplan voor West Europa volop aan de gang. Ik kan me nog goed herinneren dat we regelmatig voedselpakketten kregen. Daar zat van alles en nog wat in, maar in ieder geval altijd een pak poedermelk; Italië was toen nog geen zuivelland. In die tijd kregen alle kinderen poedermelk drinken op de lagere school en ondanks dat ik het niet lekker vond, moest ik het toch opdrinken van de juf. Vraag me niet hoe ik dat voor elkaar kreeg. Ik weet nog dat de juf ons vertelde dat de poedermelk uit Holland kwam; een land ver van Italië met veel koeien en veel melk. Ik kon toen nog niet alles bevatten, maar later begreep ik precies wat ze bedoelde.
Jaren later, na mijn afstuderen aan de Landbouw Hogeschool in 1966, arriveerde ik op woensdag 28 augustus 1968 op het Station Staatsspoor in Den Haag. Mijn eerst woonadres in Den Haag was een kamer aan de Parallelweg 124 te Den Haag. Het duurde niet lang voordat ik kon beginnen met mijn nieuwe baan. Op maandag 2 september 1968 was mijn eerste werkdag bij Boekbinderij J. Spiegelenberg N.V., Zonweg 47 (Binckhorst).
In eerste instantie was het niet mijn bedoeling om hier heel lang te blijven. Ik wilde Nederland, maar vooral ook de rest van West-Europa in al zijn facetten proberen te ontdekken. Daar kwam uiteindelijk niets van terecht, aangezien ik bleef hangen bij een Nederlandse vrouw met lang blond haar en mooie blauwe ogen. Ik ging in die tijd bijna elke zaterdagavond naar verschillende dancings in Scheveningen, zoals de Pam-Pam, Tiffany, Paddock, Palladium en Copacabana. Op een zaterdagavond, in de nazomer van 1971 leerde ik een meisje kennen in de dancing Pam-Pam te Scheveningen. We hadden de hele avond samen gedanst en vonden elkaar direct leuk, het was liefde op het eerste gezicht. Zij was toen achttien jaar jong en heette Ingrid Melinda Bol (1953 – 2014). Uiteindelijk zijn wij op 10 september 1975 getrouwd in Lavello, Italië.
Intussen ging ik in die jaren twee avonden per week naar de avondschool, gelegen aan de Capadosestraat 9-11, om de Nederlandse taal in woord en geschrift te leren. De avondopleiding werd volledig gefinancierd door het Arbeidsbureau. Ik haalde bij het eindexamen een gemiddeld cijfer van negen. Daarna met de hulp van een ambtenaar van het Arbeidsbureau aan de Troelstrakade, trad ik in januari 1973 in dienst bij het Ministerie van Landbouw en Visserij, directie Bedrijfsstructurele Aangelegenheden (BSA). Ik was in Italië afgestudeerd aan de Landbouwhogeschool en had mijn Italiaanse diploma met titel, maar wat het in Nederland waard was, wist ik eigenlijk niet. Ik heb toen aan de directie Landbouwonderwijs van het Ministerie gevraagd of ze dat wilden uitzoeken. Na een tijdje ontving ik toen een door de minister ondertekende verklaring dat mijn Italiaanse opleiding gelijkwaardig was aan die van de Nederlandse Landbouwhogeschool en daarom was ik ook gerechtigd de ingenieurs titel voor mijn naam te zetten. Mijn collega’s waren uiteraard wel even verbaasd en zelfs een beetje jaloers. Gelukkig was mijn vriendin, Ingrid Melinda Bol – we waren nog niet getrouwd – al een jaar eerder, in 1972, in dienst getreden bij het ministerie van Landbouw en Visserij, afdeling Post en Archiefzaken. Zij is dan ook een grote steun voor me geweest in mijn beginjaar bij het Ministerie.
In die jaren, zoals toen gewoon was in Nederland, ging ik elke zaterdagochtend met een tas met schoon ondergoed en kleding naar het badhuis, gelegen aan de Paets van Troostwijkstraat 87, voor een wekelijkse douche of bad. Voor mij was dit echt een openbaring. Zover ik weet, bestonden in Italië toen nog geen openbare douche- en badgelegenheden, wel openbare toiletten. Een tweede verassing was het feit dat ik bij het Station Hollands Spoor voor ongeveer een kwartje eten uit de muur kon halen, zoals een bamibal, nasibal, loempia, kroket etc. Toch was het niet hetzelfde als thuis in Italië, gewend als ik was aan de lekkere gerechten die mijn lieve moeder altijd klaarmaakte, dacht ik weleens: was ik maar bij moeder thuis gebleven. Tenslotte herinner ik me nog heel goed het touwtje uit de brievenbus en de melkboer die langskwam en voor je huisdeur flessen melk neerzette met wisselgeld. Ondenkbaar in het Italië van toen en nu. Hoe dan ook, ik heb in Nederland een gezin gesticht en ben inmiddels trotse opa van vier kleinkinderen. Ook heb ik een geweldige carrière achter de rug bij achtereenvolgens: het Ministerie van Landbouw en Visserij, Gemeente Den Haag en Gemeente Gouda. Anno 2021 woon ik nog steeds hier en voel ik me een echte Hagenees/Hagenaar die met plezier woont in de mooie stad achter de duinen.
Hoe raar kan het leven van een mens lopen? Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.
Details
-
Schrijver
Donato Valente -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Ingrid Melinda Bol en Donato Valente trouwen op 10 september 1975 in Lavello, Italië -
Editie
5-2021