Skip to main content

Brieven van tante Anna en tante Jet (1943-1945) - deel 2 van 2

Bevrijding, maar nog niet naar huis

De aanleg van de Atlantikwall in 1943 gooide het rustige leventje van de beide ongetrouwde zussen van mijn opa plotseling overhoop. Enkele van de uitgebreide brieven die tante Anna aan mijn moeder schreef, heeft ze mij nagelaten. Ze geven een goed beeld van de omzwervingen waar de tantes toen mee te maken kregen. Hieronder gedeeltes uit die brieven, ik heb ze letterlijk overgenomen inclusief de spelling van tante Anna. 

Op 6 maart 1945

stuurde mijn moeder een brief uit Leidschendam. “Vorige week ontvingen wij bericht dat u in Leeuwarden zat. Wat moet u toch veel meemaken op Uw oude dag. Wij zijn er echter niet veel betere aan toe, ook wij zijn nu evacuées. Zoals u wel gehoord zult hebben is er ‘n vreeselijk bombardement op ‘t Bezuidenhoutkwartier geweest. Wonder boven wonder staat ons huis er nog. Is alleen onbewoonbaar. De hele buurt is afgebrand, alleen dat stuk Stolberglaan-Schenkkade-Carel Reinierskade staat er nog. Waar U gewoond heeft Adelheidstraat is ook verbrand, er is niets meer van over. Je wordt er naar van. Wij zijn halsoverkop naar Moeder in Leidschendam gegaan, want ‘t is daar onbewoonbaar van hitte, vuile walm en zonder ruiten, zonder licht, zonder water. Als ik weer op streek ben krijgt U een lange brief, in haast uw nichtje Nanny.” Leeuwarden werd op 15 april 1945 door de Canadezen bevrijd, maar ook de capitulatie van Duitsland op 5 mei 1945 betekende nog niet dat de tantes terug konden naar Den Haag.

Op 22 september 1945

stuurt tante Anna een briefkaart, want: “Op het moment zijn hier geen enveloppes te krijgen, de winkeliers verkopen niets meer, ze houden alles vast tot na de geldsanering”*. Ook de PTT had duidelijk problemen met de voorraden, want de briefkaart die kennelijk was bedoeld voor gebruik in Nederlands-Indië, was voorzien van een Nederlandse opdruk. Op de kaart meldt tante Anna te hopen op een spoedige terugkeer naar Den Haag: “Van de week ontvingen wij bezoek van een heer van het evacuatiebureau, wij stonden notabene als echtpaar ingeschreven en Den Haag heeft naar hier geschreven dat er geen echtpaar op de evacuatielijst stond, maar nu is ons de verzekering gegeven dat wij vóór de winter weg moeten want Leeuwarden wil ons absoluut kwijt. Wij hopen maar dat wij het enige dagen van tevoren weten, want wij willen absoluut particulier reizen, al kost het ons elk honderd gulden want wij willen bij de koffers blijven, anders gaan ze met de boot en daar wordt ook zoveel gestolen en dan zou ons bovengoed ook allemaal weg zijn.” Tante refereert hier aan een kartonnen doos die mijn moeder naar Leeuwarden had opgestuurd en die 4 maanden in Sneek is blijven staan, daarna bleek het daarin toegestuurde ondergoed allemaal verdwenen, natuurlijk gestolen. Deze briefkaart was het laatste schrijven dat in mijn bezit is. De tantes hadden indertijd van hun moeder een huis op de Beeklaan geërfd. Ze zullen bij terugkeer in Den Haag wel bij hun toenmalige huurders zijn ingetrokken. In de jaren vijftig verhuisden ze naar een bejaardenhuis in Nijmegen. Het huis aan de Beeklaan bleef nog heel lang in hun bezit en is pas na hun overlijden verkocht.

De achternichtjes van tante Anna en tante Jet

Mijn ouders zijn op 5 november 1942 getrouwd. Op hun huwelijksreis naar Breda wachtte hen in het hotel een opmerkelijke verrassing: op hun kamer stond een wieg met een baby erin! Het kindje van de hotelier was zolang in een opgewarmde kamer gezet, werd hen verteld. Alleen was men vergeten die baby op tijd weg te halen...

Werkte het inspirerend? Al na tien maanden werd ik geboren. Mijn ouders hadden na hun huwelijk gemeubileerde kamers gehuurd, maar een maand na mijn geboorte konden ze een huis aan de IJsclubweg betrekken waar ik opgegroeid ben en mijn moeder tot haar overlijden in 2002 zou blijven wonen. Voor de inrichting van de woning moest toen veel worden aangeschaft en dat was best lastig in oorlogstijd. Ook voor mij moest er een baby-uitzet komen. Daarom moesten er heel wat extra distributiebonnen worden aangevraagd om een en ander te mogen kopen, maar ook mét bon waren de meeste spullen amper meer te krijgen. Doordat de evacuatie van mijn moeders tantes, vrijwel samenviel met de op handen zijnde verhuizing van mijn ouders, was overeengekomen dat mijn ouders zo nodig van opgeslagen spullen van de tantes gebruik konden maken.

Ik bleek een zonnige baby. Van al mijn vorderingen werd nauwkeurig verslag gedaan in het babyboek dat mijn vader heeft bijgehouden. Soms werden er fotootjes naar de tantes opgestuurd die daar erg blij mee waren. Al vlot kwam er echter een tweede kindje, drie dagen na mijn eerste verjaardag kreeg ik een zusje. Reneetje werd op 1 september 1944 geboren, enkele dagen voor Dolle Dinsdag toen de geruchten gingen dat de bevrijding niet lang meer op zich zou laten wachten. Helaas, in plaats van bevrijding stond er een zeer koude winter voor de deur met steeds grotere voedseltekorten. Ook voor de twee kleintjes gaf de voeding veel problemen. Op 1 april 1945 schrijft mijn moeder onder meer aan haar tantes: “Eten is hier iets heel moeilijks. Er gaan hier dagelijks menschen dood van de honger. Tot dusver heb ik ‘t nog tamelijk kunnen redden. Alleen voor Reneetje was ‘t erg moeilijk met de melk. Soms loopt die direct door als ze gekookt wordt en kan de baby niets krijgen, is ‘t een beetje water met meel. Ze brult dan van de honger. Wij kunnen er zelf soms wel om mee huilen. Ze was laatst ziek van al die verschillende voedingen en viel deze week 3,5 ons af. Dat is ongeveer ‘t gewicht dat ze anders per maand aankomt. Bonnie krijgt ook veel te weinig en is ook veel ziek en verkouden geweest.”

Gelukkig kwam eind april voedselhulp voor de uitgehongerde bevolking, eerst het Zweedse wittebrood en voor de kinderen sinaasappels, daarna de voedsel-droppings. Ik moet toen ook, net als de mensen om me heen, op mijn moeders arm enthousiast hebben mee gezwaaid naar die overkomende vliegtuigen. Op 

5 mei 1945 kwam eindelijk de langverwachte bevrijding. Vlaggen werden uitgestoken en Nederland krabbelde langzaamaan weer op, maar het zou nog geruime tijd duren voor alles weer zijn normale gang zou gaan. Koffie bleef bijvoorbeeld nog tot 1950 op de bon. Ook voor de tantes zou het nog maanden duren eer dat ze Leeuwarden konden verlaten en terug zouden zijn in een gehavend Den Haag.


Details

  • Schrijver

    Bonnie Spaans-Barkmeijer
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Bonnie in de box
  • Editie

    8-2021

Meest gelezen artikelen