Skip to main content

Het Haags Voetbalmuseum

Het is een anoniem pand. Groene garagedeuren in een Scheveningse straat. Toch ligt hier een brok Haagse voetbalhistorie om ontdekt te worden: het Haags voetbalmuseum van Rob Pronk. Binnen ademt het voetbal. Shirts, posters, sjaals, stickers, bordjes, bekers, boeken, presentatiegidsen. En er liggen nog bergen niet uitgezochte spullen.

Het begon uit angst om in een zwart gat te vallen nadat hij op z’n 38ste de voetbalschoenen opborg omdat hij nog ‘te fanatiek’ was om mee te blijven draaien in een team van oud-eerste elftalspelers bij SV’35; zijn club. Rob, spits/rechtsbuiten, kon het niet opbrengen reserve te staan of het moeten doen met korte invalbeurten. “Mijn hele leven was voetbal. Toen ben ik maar met de site Haagse voetbalhistorie gestart”, verklaart Rob. Die site was een uitvloeisel van een flashback die Rob al fietsend met zijn vrouw op de Buurtweg bij Wassenaar kreeg. Waar zijn al die voetbalclubs gebleven waar ik tegen speelde, schoot het door Robs hoofd.

Thuis ging hij Googlen. Tot zijn verbazing was er nauwelijks informatie te vinden. In de pauzes van zijn werk - het onderhoud van buitenreclame - bracht hij in de koffiehuizen de verdwenen voetbalclubs ter sprake. Het leverde niet alleen talloze verhalen op, maar ook plakboeken en andere memorabilia. Door een computermalheur kwam Rob in contact met iemand die wel een website voor hem wilde bouwen. In november 2007 was die gereed. De reacties bleven echter uit. Tot een kranteninterview eind 2008. Vanaf dat moment stroomden de spullen Robs kant op.

Dat leidde twee jaar geleden tot het besluit de garage en de twee kamers die er ooit achter gebouwd waren door een platje te overkappen, in te richten als museum. “Toen Richard de Mos nog wethouder in Den Haag was, wilde hij dit museum en het Popmuseum samenbrengen op één plek. Maar nadat hij weg moest heb ik er nooit meer iets van gehoord”, meldt Rob. Dus blijft hij zijn verzameling als privépersoon gratis tonen aan belangstellenden. “Ik heb bijvoorbeeld een wedstrijdposter van Tonegido tegen ADO. Die is bijna honderd jaar oud. De eerste HC-Cup, gewonnen door Texas. De medaille die de spelers van Scheveningen kregen voor het landskampioenschap zaterdagamateurs. Dat zijn toch unieke dingen.”

Rob vervolgt: “Soms koop ik iets op marktplaats maar verreweg het meeste wordt mij aangeboden. Vaantjes, sjaals, leuke dingetjes. Vaak vinden kinderen spullen als hun vader overlijdt. In deze corona-tijd lijkt het ook wel of iedereen is gaan opruimen. Het is allemaal Haags erfgoed. Ik kan er mijn werk niet van maken, al is een museum openen wel mijn ideaal. Het is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby. Ik ben er zo’n vier uur per dag mee bezig, met de site en het museum. En ik schrijf ook nog boeken over het Haagse voetbal.”

Medio juni leek de idylle wreed verstoord. Een wolkbreuk leidde tot dertig centimeter water in het museum. Spullen die op de vloer lagen dreven rond. Kartonnen dozen vol voetbalhistorie doorweekt. Met betraande ogen moest Rob menig aandenken weggooien. Het leed werd goedgemaakt door de steun die Rob kreeg om de zaak weer op te bouwen. Inclusief nog meer dozen en tassen met voetbalitems. “Maar die gaan nu in plastic dozen.” De site heeft overigens ook geleid tot een live-evenement. Wat begon als een reünie van twaalf teams van verdwenen clubs, is uitgegroeid tot een jaarlijks toernooi waar in 2017 zestig teams aan deelnamen.
Rob bestempelt zichzelf als ‘een nostalgisch type’. Zo geniet hij als een team op simpele zwarte voetbalschoenen speelt. Hij zoekt ook mooie voetbalterreinen op om die te fotograferen. Met lede ogen ziet hij het aantal voetbalclubs afnemen. “De gezelligheid is er af. Er komen steeds meer regels. Over roken, alcoholgebruik, frituur. Dat maakt het onaantrekkelijker. Kinderen hebben ook veel meer keuze. In mijn jeugd speelde iedereen buiten voetbal. Men blijft ook niet meer hangen op de club. Na de wedstrijd tas inpakken en weg. Ik was om 9.00 uur op de club en ging pas om 18.00 uur weg. Het was ‘socialer’. Ik zeg niet ‘beter’, want het voetbal nu is gewoon beter. Maar is was wel gezelliger.”

En dat zegt de man die voorbestemd was om net als zijn vader visser te worden. Zomers ging Rob mee op de Vlaardingen 89 of 34. Vanuit IJmuiden, drie weken op zee en dan drie dagen thuis. “Maar voetbal is mijn leven. En dan te bedenken dat ik pas op voetbal mocht toen mijn vader niet meer de zee op ging. Ik was toen twaalf jaar oud. Op mijn achttiende stond ik in het eerste van SV’35 en daar heb ik met wat kleine onderbrekingen tot mijn 38ste gespeeld.”

Rob erkent dat het met zijn hobby ‘wat extreem’ is geworden. Vrouwlief stamt ook uit een voetbalfamilie; ze begrijpt het wel. Alhoewel, toen het echtpaar in 2019 rustig op vakantie in Spanje wilde zónder voetbal, kwam daar niets van terecht. Rob werd overal herkend en aangesproken door Haagse voetbalfanaten en -spelers. “De voetbalwereld is een aparte wereld”, verzucht hij. Zijn museum geeft een mooi, en ook apart inkijkje in die wereld. 


Details

  • Schrijver

    Carel Goseling
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Rob Pronk
  • Editie

    20-2021

Meest gelezen artikelen