Koninklijk bezoek aan Den Haag in ’84

Koning Willem-Alexander viert op 27 april zijn 56ste verjaardag. Waarschijnlijk zal hij ’s ochtends op Paleis Huis ten Bosch een taartje eten en blij verrast worden met een aantal cadeautjes. Veel tijd zal er niet zijn, want om elf uur brengen de koning en zijn gezin, samen met andere leden van de koninklijke familie, een bezoek aan Rotterdam. Het is een extra bijzondere Koningsdag omdat we dan ook tien jaar Koningschap vieren. Vanaf 2014 heeft Willem-Alexander in Maastricht, Eindhoven, Amersfoort, Groningen, Tilburg, Zwolle, Dordrecht, De Rijp en Amstelveen deelgenomen aan allerlei festiviteiten. Vanwege corona werd Koningsdag 2020 thuis op Paleis Huis ten Bosch gevierd. De koninklijke familie sloot gedurende de dag aan bij verschillende online activiteiten.

Koningin Beatrix heeft Koninginnedag tweemaal in Den Haag gevierd. In 2005 toen het samenviel met haar 25-jarig jubileum en in 1984, toen ook stil werd gestaan bij de 75ste verjaardag van prinses Juliana. Den Haag was in dat jaar de trotse gastheer van bijna de voltallige koninklijke familie. Alleen prinses Irene en haar gezin ontbraken. Heel even werd gevreesd dat prins Bernhard verhinderd zou zijn vanwege een flinke bronchitis, maar ook hij nam, kuchend en hoestend met een dikke jas om de schouders, deel aan tal van activiteiten. De inwoners van Den Haag hadden al weken uitgekeken naar het koninklijk bezoek. Veel straten waren versierd en oranje gekleurd. In de hele stad werden festiviteiten georganiseerd. In het Hofkwartier hielden negentig winkeliers en dertig horeca-uitbaters een Koninginnebrunch. In de Oude Molstraat en aanliggende straten stonden feestelijk gedekte marktkraampjes en tafels met oranje stoeltjes die plaats boden aan duizend eters. Voor vijftien gulden werd een maaltijd gereserveerd die bestond uit brood met verse vleeswaren, een warm gekookt eitje, oranje gebak, een glas champagne en een sorbet.

Het volle programma voor de koninklijke familie begon om half 11 in het Oude Stadhuis. Al vroeg in de frisse ochtend stonden honderden met strikken en linten versierde Oranjefans op de Dagelijkse Groenmarkt met spanning te wachten. Het zonnetje brak door toen onder luid applaus en gejuich een stoet deftige auto’s vanaf het Buitenhof kwam aanrijden. Langs de kant stonden dicht opeengepakt achter rijen dranghekken vrolijke mensen met vlaggetjes. Door jong en oud werd er luidkeels “Lang Zal Ze Leven” gezongen voor prinses Juliana en klonk vrijwel even vaak “Oranje Boven”. Bij het Oude Stadhuis werd het koninklijke gezelschap hartelijk ontvangen door burgermeester mr F. Schols en de commissaris van de koningin in Zuid-Holland mr. M. Vrolijk. Na een kort verblijf wandelde de koninklijke familie naar de Grote Kerk, waar een concert werd gegeven door het Residentieorkest. Onderweg stoeiden de prinsjes met elkaar. Nu kon het nog, want in een stampvolle kerk moest er aandachtig geluisterd worden naar de ouverture Leonore III van Beethoven en het Halleluja van Händel. Vooraan zaten naast de koninklijke familie de dragers van de Willemsorde, de ereburgers van Den Haag en het bestuur van de Stichting de Grote Kerk. Na afloop werd de koninklijke familie met een ouderwetse paardentram door de binnenstad naar de Koninklijke Schouwburg gereden, waar een voorstelling werd gegeven door de Haagse Comedie. 

Hoogtepunt van de dag was een bezoek aan de kermis op het Korte en Lange Voorhout. Voor de tientallen politieagenten en veiligheidsfunctionarissen was dit ook het spannendste moment. De kermis was druk en moeilijk te beveiligen. In de menigte probeerden persfotografen en omstanders rekkend, strekkend en (voor)dringend zo dichtbij mogelijk te komen om de mooiste foto van de dag te maken. Even brak bij de beveiliging het angstzweet uit toen het koninklijke gezelschap uiteen dreigde te vallen omdat de prinsjes uit enthousiasme alle kanten opvlogen. Toch verliep de dag op één incident na rustig. Een man werd aangehouden omdat hij een zakje verf richting de koninklijke familie gooide en op een haar na miste. Ondertussen had prins Constantijn bij een schietkraam een grote witte beer gewonnen. Grootste pret hadden de prinsjes bij de botsauto’s. Onder luid gejuich werd prinses Margriet van alle kanten belaagd door haar zonen en neven. Aan de kant stond koningin Beatrix lachend toe te kijken. Na het botsen ging vrijwel de hele familie, op Bernard en de jarige Pieter van Vollenhoven na, in de reuzenspin om er even later bleekjes weer uit te stappen.

Toen koningin Beatrix en prinses Juliana tien minuten later op het balkon van het paleis Lange Voorhout verschenen, stonden ook daar weer zingende en juichende feestvierders met toeters en bellen. Met een versierde stadsbus werd het koninklijke gezelschap teruggebracht naar het Oude Stadhuis, waar mensen in oude klederdrachten de Haagse geschiedenis deden herleven. Bewoners van Loosduinen en Scheveningen deden hun uiterste best om binnen tachtig seconden alles te vertellen over het kweken van groenten, het redden van mensen en het uitoefenen van oude ambachten. Ondertussen hadden de prinsjes vooral belangstelling voor de antieke ijskar die goed gevuld bleek te zijn met de heerlijkste lekkernijen. Buiten wachtte geduldig het publiek dat nog even door de pas zeventienjarige Willem-Alexander in de maling werd genomen. Hij stapte de deur uit en begon te zwaaien. Waarop iedereen juichte in de veronderstelling dat de hele familie zou volgen. Grijnzend schoot de kroonprins weer naar binnen. Hij had vast met zijn broers en neven gewed dat hij dit niet zou durven. Maar het einde van een ouderwets Oranjefeest was in zicht. Een lakei stopte een grote stapel cadeautjes in een Lincoln. De leden van het koninklijk huis stapten de hofauto’s in, zwaaiden nog een laatste keer en reden achter politiemotoren weg.