Skip to main content

De Haagse luchtvaartmaatschappij - deel 2

In het eerste deel van dit verhaal hebben we kunnen lezen via welke omweg Albert Plesman in de luchtvaart terecht is gekomen. Het was zijn doorzettingsvermogen die er uiteindelijk voor zorgde dat de KLM is opgericht. Opgeven was dan ook niet een woord dat snel in hem opkwam. Het nieuwe hoofdkantoor verrees aan de Raamweg en de KLM leek de wind in de rug te hebben.

De Tweede Wereldoorlog gooide echter roet in het eten. Schiphol werd voortdurend gebombardeerd en lijnvluchten kwamen nagenoeg stil te liggen. Het nieuwe gebouw van de KLM, dat nog niet eens helemaal klaar was, werd net voor de oorlog in gebruik genomen als detinerings-depot. Vóór de oorlog had de Nederlandse overheid een lijst opgesteld met mensen die de vijand mogelijk zouden helpen bij een inval. Zij werden opgepakt en onder meer in het nieuwe KLM-gebouw opgesloten onder erbarmelijke omstandigheden. Toen Nederland uiteindelijk capituleerde, werden deze mensen weer vrijgelaten. 

Op 2 september 1940 wordt het nieuwe gebouw officieel geopend, maar door het volledig stilvallen van de luchtvaart niet in gebruik genomen. Plesman verhuurt het gebouw daarom aan de Rijksgebouwendienst en het ministerie van Sociale Zaken betrok het pand. Zij verblijven daar niet heel lang, waarna het gebouw door de bezetter zelfs op de lijst voor sloop wordt gezet. Het bevindt zich namelijk in Sperrgebiet, waar mogelijk de geallieerden een aanval zouden kunnen inzetten. Om onbekende redenen gebeurt dit uiteindelijk niet en in 1944 wordt het gebouw in gebruik genomen door de bezetter, door er Hongaarse eenheden van de Wehrmacht te huisvesten. 

Persoonlijk wordt Albert Plesman hard geraakt door de oorlog.  Hij wordt beschuldigd van het ondermijnen van het Duitse gezag en zit daarom van 9 mei 1941 tot 11 april 1942 gevangen in het Oranjehotel. Na zijn vrijlating trekt hij zich tijdelijk terug in Driene, tussen Enschede en Hengelo. Ook verliest hij zijn tweede zoon Jan. Deze verdwijnt in september 1944 als piloot van het 322 Dutch Squadron RAF in zijn Spitfire nabij het Franse Saint Omer. Waarschijnlijk is hij neergehaald. Tijdens de bevrijding gebruiken de Canadese troepen het gebouw nog kortstondig als onderdak. 

Oorlog heeft echter nooit gepast in de plannen van Albert Plesman. Ondanks de enorme tegenslagen en het gevangenschap is hij geen moment gestopt met het maken van plannen de KLM weer te herstellen. Direct na de bevrijding ontmoet hij daarom in Eindhoven prins Bernard en vertrekt naar de Verenigde Staten, om zo snel mogelijk weer vliegtuigen te krijgen. Hij bezoekt daarbij iedereen die hem mogelijk zou kunnen helpen, inclusief president Truman. Het lukt Plesman om de KLM weer leven in te blazen. In 1946 krijgt de KLM ook weer de beschikking over hun gebouw. De renovatie verliep goed en op 1 april 1946 werd het pand eindelijk gebruikt waarvoor het gebouwd was. In de jaren erop werden ook de geplande nieuwe vleugels gebouwd. 

Waar het in 1940 maar een sombere opening was, werd op 24 mei 1949 een grote feestelijke opening gehouden. Vele ministers en bestuurders waren hierbij aanwezig, inclusief prins Bernard. Aan hem was de eer om de laatste steen te plaatsen. Dit was overigens een heel bijzondere steen. In de zeventiende eeuw was deze namelijk door Nederland meegenomen naar Nieuw-Amsterdam, het huidige New York. President Roosevelt schonk de steen in 1933 aan het Museum of the City of New York. Dit museum gaf de steen in 1946 vervolgens aan koningin Juliana, ter gelegenheid van de opening van de luchtlijn Amsterdam-New York, met het verzoek er een goede bestemming voor te vinden. Wat was een betere bestemming dan het hoofkantoor van de nationale luchvaartmaatschappij? In het nieuwe pand was het de bedoeling dat zoveel mogelijk medewerkers van de KLM met de fiets of openbaar vervoer naar het werk kwamen. Hiervoor was er een grote fietsenstalling, maar ook had de KLM geregeld dat er een tramhalte achter het gebouw kwam. 

Albert Plesman bouwde, zoals hij het zelf eens noemde ‘de cockpit’ van de KLM in Den Haag. Het is dankzij zijn inzicht en energie dat de KLM de multi-national is geworden die het vandaag de dag is. Op 31 decem-ber 1953 overleed hij aan de gevolgen van een vaatziekte. Na zijn overlijden werd het stuk Badhuisweg bij de hoofdingang van het kantoor omgedoopt tot Plesmanweg. De KLM houdt zijn hoofdkantoor nog zeventien jaar in Den Haag. Begin jaren zeventig was de geboren Amsterdammer Gerrit van der Wal directeur. Hij zorgde ervoor dat het kantoor verhuisde naar zijn huidige locatie, in Amstelveen. De politiek was in die tijd niet meer nodig voor het bedrijf. Door de verhuizing wordt de band tussen de Hofstad en de ‘Haagse KLM’ definitief verbroken, enkel het pand aan de Hofweg is nog steeds eigendom van de KLM en huisvest nu de KLM health services & travel Clinic. 

Voor dit artikel heb ik gebruikgemaakt van de volgende bronnen:

www.resources.huygens.knaw.nl

www.wittebrugpark.nl

www.omroepwest.nl

www.blog.klm.nl

www.isgeschiedenis.nl

www.historiek.net

 

 


Details

  • Schrijver

    Meine Ludema
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Genodigden bij de ingebruikneming van het hoofdkantoor van de KLM aan de Plesmanweg. In het midden prins Bernhard, rechts naast hem Dr. A. Plesman. Foto uit 1949, Fotopersbureau van den Heuvel, Haags Gemeentearchief
  • Editie

    12-2024

Meest gelezen artikelen