Bij de strandpolitie
Tijdens de zomermaanden in het begin van de jaren zestig deed ik dienst bij de strandpolitie op het Posthuis Noord in Scheveningen. Het was een mooie tijd om tijdens de zomermaanden, van mei tot september, op het strand van Scheveningen dienst te doen. Tijdens de wintermaanden begonnen de agenten van de Strandpolitie in het zwembad De Regentes, in de Weimarstraat, met de wekelijkse zwemtrainingen.
Het was voor mij een mooie tijd als strandagent en zeker op de dagen dat het mooi strandweer was. In die periode had je geen late of nachtdienst meer, maar was je wel elke zondag de sigaar. Op die dagen was het altijd extra druk op het strand. Elke maandagmorgen gingen de strandagenten van de verschillende Politie Posthuizen verplicht trainen. Ook bij slecht weer moesten wij zwemmen in zee en allerlei reddingsoefeningen uitvoeren.
De politie sportinstructeur Arie van der Klei stuurde ons ter hoogte van de Keizerstraat de zee in. Wij zwommen dan met z’n allen met de vloedstroom mee om de beroemde Pier op Scheveningen heen, om daar bij het Noorderstrand weer uit het water te komen. Je was dan ook wel een beetje uitgeput van ongeveer drie kilometer afstand zwemmen in zee. Maar je was het wel gewend om elke dag te zwemmen. Bij de politie gingen wij toch al veel sporten. Verder reed ik elke dag op de fiets van de Grovestinsstraat in Moerwijk, waar wij in die tijd woonden, naar het Noorderstrand op Scheveningen. Dat was heen en terug toch ook een afstand van ongeveer vijftien kilometer. In die tijd had ik dan ook geen ‘zwembandjes’ boven mijn broekriem!
De strandpolitie had op het strand de taak te zorgen voor de veiligheid van de badgasten. Daaronder vielen verschillende werkzaamheden, maar het kwam er wel op neer dat we toezicht moesten houden dat de zwemmers niet te ver in zee gingen. Ook moesten wij opletten dat de zwemmers niet te dicht in de buurt van de golfbrekers gingen zwemmen. Bij deze golfbrekers is het gevaarlijk voor zwemmers omdat daar meestal een onderstroom aanwezig is, zeker wanneer er hoge golven in de branding zijn.
Eerste Hulp Bij Ongevallen was ook een van de vele taken voor de strandpolitie. Mensen die gewond raakten op het strand, doordat ze bijvoorbeeld ergens in hadden getrapt, werden door ons altijd vakkundig geholpen. Wij hadden allemaal een extra EHBO-opleiding gevolgd. Op het Posthuis hadden wij een grote voorraad met verschillende soorten verbandmiddelen en allerlei andere soorten middelen om de eerste hulp daar vakbekwaam te kunnen verlenen. Op drukke dagen moesten wij soms heel wat splinters verwijderen en op schaafwonden een beetje jodium doen en hier en daar een extra verbandje aanleggen of een pleistertje plakken. Of kinderen die hun ouders waren kwijtgeraakt gingen met oom agent mee op de strandjeep naar de kinderbewaarplaats.
Bij wind vanuit het oosten waren er op sommige dagen veel kwallen in zee. Wanneer op een dergelijk dag de eerste zwemmers bij ons op het Politie Posthuis kwamen, die in aanraking waren geweest met kwallen in zee, smeerden wij op zo’n dag soms wel zo’n tien tubes zalf tegen kwallenbeten leeg. Op mooie zonnige stranddagen waren in de regel weinig mensen die in de problemen raakten in zee. Maar bij slecht weer kwamen de Duitse badgasten naar het strand om even te gaan zwemmen. Wanneer ze dan te ver met luchtbedden in zee gingen en zij in moeilijkheden kwamen door de hoge golven in de branding hadden wij soms ook de meeste spectaculaire reddingen uit zee. Wij gingen dan met een aantal strandagenten tegelijk de zee in om deze badgasten te kunnen redden. Ook hadden we nog een snelle Politie speedboot varen op zee langs de kustlijn. Maar als iemand in nood raakte, was het een kwestie van seconden en moesten wij daarom snel het water in. Meestal hadden deze drenkelingen dan veel schaafwonden opgelopen door de scherpe, kleine schelpjes op de grote basaltblokken van de golfbrekers. Deze drenkelingen werden daarna door ons op het posthuis behandeld.
Het ergste was voor ons als er een kind in zee was verdronken. Wij moesten dan de ouders en verdere broertjes en zusjes opvangen op het Politie Posthuis. Veel emoties kwamen los bij de ouders en verdere familie van het jonge slachtoffertje in het Posthuis. Ook bij ons maakte een dergelijke gebeurtenis een diepe indruk en dat vergeet je je hele leven niet meer. Rond het Posthuis was het dan zwart van de mensen die iets wilden opvangen van wat er allemaal was gebeurd.
Veel andere drenkelingen hadden soms zoveel water binnengekregen of waren zo ernstig gewond geraakt doordat ze tussen de scherpe stenen van de golfbrekers hadden vastgezeten dat wij op de Boulevard niet meer op de ziekenwagen konden wachten. Wij reden dan met hoge snelheid en met loeiende sirene met het slachtoffer op de brancard van de strandjeep naar het Ziekenhuis Bronovo. De dokters en verpleegster stonden te wachten op onze aankomst bij de EHBO-afdeling van het ziekenhuis.
Tijdens elk zomer strandseizoen verdronken toch altijd enkele mensen in zee tijdens het zwemmen. Meestal waren het volwassenen met een slechte conditie die niet goed konden zwemmen en die te ver in zee waren gegaan. Ik weet het niet meer precies, maar ieder jaar redde de strandpolitie ongeveer vijftien mensen uit zee. Harry Wanders en Ben Planken waren de Posthuis Commandanten en verder deed ik dienst op dat posthuis Noord met Willem de Braal en Jan Gordijn. Kees Moerings was ingedeeld op het Zuiderstrand. Met Kees Moerings en Harry Wanders heb ik al die jaren nog contact gehouden.
Het strandseizoen eindigde altijd op Prinsjesdag en dan begonnen de agenten van de strandpolitie weer met de gewone straatdienst in de stad. Uiteindelijk heb ik vijf zomers dienstgedaan als strand-agent bij de Strandpolitie op Posthuis Noord in Scheveningen; het was een mooie tijd.
Leo van Leeuwen (1939-2013), tekst ingezonden door Anthonia (Tonny) van Leeuwen Nieveld
Details
-
Schrijver
Leo van Leeuwen (1939-2013) -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Strandagent te paard patrouilleert in de branding. Foto uit 1949, JosPé, Haags Gemeentearchief -
Editie
15-2024