Skip to main content

Hagenaars in Buchenwald

Tachtig jaar geleden, bij het begin van de bevrijding van Nederland, in september 1944 draaiden in Duitsland de concentratie­kampen nog volop als mensengehaktmolens door. Over een van die kampen is nu een nieuw Nederlandstalig boek verschenen: Folterfabriek Buchenwald. De eminente historicus Jan Willem Stutje heeft dit kamp van de Duitse fascisten onder de loep genomen. Het functioneerde van 1937 tot 1945 als een gevangenis voor politieke tegenstanders van de nazi’s, krijgsgevangenen, joden en ‘gewone misdadigers’. 

Zo’n 240.000 mensen werden er ingezet als dwangarbeiders, mishandeld of vermoord. Ongeveer 50.000 gevangenen overleefden het niet. Jan Willem Stutje focust vooral op het fenomeen kapo. Dat waren gevangenen die als een soort kamppolitie optraden. Voor wat extra eten, betere barakken en lichtere arbeid zorgden zij voor rust en orde in het kamp. Daarmee konden zij hun eigen vege lijf redden en soms dat van hun kameraden, maar knapten zij ook het vuile werk van de SS op, tot aan executie toe. Enkele bekende Hagenaars hebben in Buchenwald verbleven. Zij passeerden het gietijzeren hek met de tekstJedem das Seine, Ieder het Zijne…

Gijzelaars

In Buchenwald werden in 1940 twee barakken apart ingericht voor Nederlandse gijzelaars. Dit waren ongeveer 400 bestuurders die na de bezetting werden vastgenomen door de Duitsers als represaille voor de internering van Duitsers in het nog vrije Nederlands-Indië. Deze gijzelaars werden goed behandeld. Ze hadden wel corvee maar hoefden verder niet te werken, kregen goed te eten en werden niet mishandeld. Enkele bekende Haagse gijzelaars waren:

• Willem Drees (1886-1988). Voor de oorlog was Drees wethouder in Den Haag. Na de oorlog werd hij minister-president voor de PvdA. Hij was ‘de vader van de AOW’, de oudedagsvoorziening. In een gesproken column van 9 mei 1999 voor een radioprogramma van de VPRO (OVT) blikt hij terug op zijn verblijf in Buchenwald. Voor zijn arrestatie had hij een gesprek met de revolutionair Willem Dolleman over samenwerking in het verzet tegen de bezetters. In De Haagse Tijden van 3 mei 2022 is daarover gepubliceerd.

• Dolf Joekes Sr. (1885-1962). Voor de oorlog was hij gemeenteraadslid in Den Haag. In Buchenwald ontmoette hij zijn zoon, ook een Dolf, die gevlucht was voor de nazi’s, maar in Frankrijk werd opgepakt. Na de oorlog werd Joekes minister van Sociale Zaken in een kabinet Drees.

• Anton Constandse (1899-1985). Anton was een in Den Haag woonachtige schrijver, vrijdenker en anarchist.

• Marinus van der Goes van Naters (1900-2005). Na de oorlog was hij lid van de Tweede Kamer voor de PvdA.

• Hendrik Tilanus (1884-1966). Na de oorlog was hij fractievoorzitter van de CHU (Christelijk Historische Unie) in de Tweede Kamer.

Sommige gijzelaars werden eerst opgesloten in Buchenwald en werden later ondergebracht in een kamp bij Sint Michielsgestel, zoals Constandse en Van der Goes van Naters. Anderen, zoals Joekes, gingen de omgekeerde weg, eerst Sint Michielsgestel en daarna Buchenwald. Vergeleken met de politieke gevangenen, joden, criminelen en krijgsgevangen waren zij redelijk bevoorrecht, onder andere omdat zij mogelijk tegen elders gevangen Duitsers konden worden uitgeruild. Voor de overige tienduizenden gevangenen was Buchenwald een hel. De SS, maar ook de kapo’s - vaak geen fascisten maar juist gevangengenomen communisten - voerden een schrikbewind over tegenstanders. Jan Willem Stutje schetst het in schrille bewoordingen. Dwangarbeid, mishandeling, uithongering, doodslag, nekschoten en spuitjes (Abspritzung) waren aan de orde van de dag. En iedereen kon in aanmerking komen voor een door-transport naar een vernietigingskamp zoals Auschwitz.

Strafkamp

Hoeveel Hagenaars en Hagenezen in Buchenwald in het strafkamp terecht kwamen, weten we niet precies. We weten wel zeker dat er minstens 800 Nederlanders korter of langer hebben gezeten. Dankzij het onvolprezen werk van Rudi Harthoorn met zijn boek Vuile oorlog in Den Haag, weten we behoorlijk veel over hoe het is gegaan met de in Den Haag wonende leden van de Communistische Partij van Nederland (CPN). Die partij had in 1937 ongeveer 1500 Haagse leden. Daarvan is ruim een derde na de Duitse inval in het verzet gegaan. Van 49 vrouwen en 396 mannen, dus 445 mensen in totaal weten we dat ze door de Duitsers gearresteerd zijn. Van 14 vrouwen en 171 mannen weten we dat ze dit niet hebben overleefd. Van ongeveer 50 Haagse communisten weten we dat ze kortere of langere tijd in Buchen-wald verbleven. En minstens 19 van hen stierven daar. Na de namen van de 5 gijzelaars nu de namen van 5 van die communistische Haagse doden:

• Gerrit van Aalst (1907-1942). Kelner. Wonende aan het Hobbemaplein. Actief in de Haagse verzetsgroep De Vonk. Officiële doodsoorzaak: ‘infectie’.

• Bram van der Beek (1902-1942). Timmerman. Hoef-kade. Actief in De Vonk. Overleden aan ‘longoedeem’.

• Cornelis Blom (1916-1945). Etaleur en winkelchef. Jan van Beersstraat. Overleden aan ‘longontsteking’.

• Johan Molenaar (1905-1942). Journalist. Van Zeggelenlaan. Actief in De Vonk. Doods-oorzaak onbekend.

• Johan Westhoff (1895-1942). Behanger. Nicolaas Tulpstraat. Lid van de leiding van De Vonk. Doodsoorzaak onbekend.

Van nog 14 andere Haagse verzetsstrijders die in Buchenwald zijn vermoord heeft Rudi Harthoorn de namen genoteerd. In totaal noemt hij in Vuile oorlog in Den Haag de namen van 256 communisten uit de iets bredere Haagse regio die in een van de Duitse concentratiekampen zijn omgebracht. Niet in de laatste plaats door verraad van Haagse politie-agenten. Want dat is een belangrijke kern van zijn boek. Zoals Jan Willem Stutje in Folterfabriek Buchenwald de medeplichtigheid van de kapo’s analyseert en aanklaagt.


Details

  • Schrijver

    Rob Lubbersen
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Toegangspoort kamp Buchenwald. Foto: H. Helmlechner, Wikimedia commons
  • Editie

    20-2024

Meest gelezen artikelen