Skip to main content

Water en vuur op het Malieveld

Van 5 tot en met 20 oktober 1946 organiseerde het Algemeen Comité Onze Marine op het Malieveld een maritieme tentoonstelling. Met deze tentoonstelling wilde het comité het belang van de scheepvaart voor Nederland aantonen. Om de belangstelling te bevorderen was aan de tentoonstelling een lunapark gekoppeld. De toegang tot tentoonstelling en lunapark was gratis; wel zou een deel van de opbrengst van de kermisattracties ten goede komen aan het comité. De opbrengst was bestemd voor de bouw van een propaganda- /showboot. Met deze boot hoopte het comité de maritieme belangstelling onder het Nederlandse volk te bevorderen.

Onze Marine

Het Algemeen Comité Onze Marine werd in 1922 opgericht met als ruime doelstelling de belangen te behartigen van alles op het gebied van marine en scheepvaart. Dit doel werd onder andere bereikt door het verzenden van kerstpakketten naar de bemanning van zee-schepen en het verzorgen van graven van gesneuvelde zee-varenden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstond het plan om een schip te bouwen, waarmee Onze Marine de Nederlandse wateren zou doorkruisen om voorlichting te geven over de Koninklijke Marine, de koopvaardij en de binnenvaart.

Het schip kreeg de naam ‘Vander-steng’. Dit was een verwijzing naar het hoofdpersonage uit een destijds populaire reeks boekjes over matroos eerste klasse Van der Steng, die sym-bolisch het Nederlandse zeevolk vertegenwoordigde. Direct na de oorlog vond de kiellegging plaats op de scheepswerf van Wilton-Feijenoord. De kosten werden geraamd op ruim een miljoen gulden. De helft van de bouwkosten nam het bedrijfsleven voor haar rekening door het belangeloos leveren van materialen en arbeidskrachten. Zo werd het schip gratis ingericht, van linoleum tot de bar, van de filmzaal tot de reddingsboeien en van de badkamers tot de radio-installatie. Het resterende half miljoen hoopte het comité door middel van acties binnen te halen. Een van deze acties was - in oktober 1946 - de organisatie van een maritiem evenement in Den Haag.

Den Haag marinestad

Veertien dagen lang, van 5 tot 20 oktober 1946, stond Den Haag in het teken van Onze Marine. In verschillende bioscopen draaiden Marinefilms. De Haagse schooljeugd bezocht schepen in de Scheveningse haven en door Den Haag reed een R.E.T. tram, opgetuigd als de Nieuw Amsterdam. Op het strand van Scheveningen was een gekostumeerd Neptunusfeest. Middelpunt van het evenement was het Malieveld. Daar werd in een betrekkelijk korte periode een groots opgezette maritieme tentoonstelling ingericht en een uitgebreid lunapark opgebouwd. Zo werd het nuttige (de tentoonstelling) gecombineerd met het aangename (het lunapark).

De tentoonstelling gaf een uitgebreid overzicht van wat Nederland presteerde op scheepvaartgebied. Er waren diorama’s, scheepsmodellen, affiches etc. Tevens kon men souvenirs en boeken kopen of zich als lid aanmelden. Het lunapark, dat alleen via de tentoonstelling kon worden bereikt, bevatte alle ‘heerlijkheden’ die men van een kermis kon verwachten. Op het Malieveld stonden ruim tachtig kermisvermakelijkheden, zoals de cakewalk, een danstent, draaimolens, een zweefmolen, botsautootjes, luchtschommels, de rupsbaan, de poffertjeskraam en vele andere attracties met exotische namen.

De ondergang van de Noblesse

Middelpunt van het lunapark was het pronkjuweel van de Nederlandse kermissen, de stoomcarrousel Noblesse van Janvier. De Noblesse was Europa’s laatste grote stoomcarrousel. Ooit was een stoomcarrousel op iedere kermis het centrale punt waar men zich, met orgelmuziek en onder een regen van confetti en serpentines, kon laten ronddraaien. Want het behoorde tot de goede gewoonte dat in de stoomcarrousel met balen confetti en kilometers serpentine werd gesmeten, zodat de vloer er onder bedolven was. Een machtige stoommachine leverde de energie om de carrousel in beweging te brengen.

Op zaterdag 5 oktober 1946 werden tentoonstelling en lunapark officieel geopend door de opperbevelhebber van de zeestrijdkrachten, luitenant-admiraal Conrad Helfrich. Een dag later op zondag brak vroeg in de ochtend - omstreeks vijf uur - brand uit in de stoomcarrousel. Waarschijnlijk was een weggeworpen brandende sigarettenpeuk tussen de serpentines de oorzaak. De Noblesse, waarin veel hout was verwerkt, werd een gemakkelijke prooi van de vlammen en stond, samen met de cakewalk en een danstent in lichterlaaie. De brandweer was om kwart over vijf ter plaatse en bestreed de brand met zes stralen. De vuurzee verhitte het water in de stoomketel zodat de stoomdruk werd opgevoerd. Maar de carrousel kon niet draaien, waardoor de stoom eerst sissend en daarna met een huilend en kermend geluid ontsnapte. Nog vele uren zou Den Haag het gekerm van de stervende Noblesse horen.

Hoe het verder ging…

De tentoonstelling en het lunapark trokken ruim 800.000 bezoekers. Hoeveel zij hebben bijgedragen in bouwkosten van het propagandaschip heb ik niet kunnen achterhalen. Op 4 juni 1947 werd de VanderSteng te water gelaten. Bijna vijf jaar doorkruiste het schip de Nederlandse wateren en deed tijdens de Watersnoodramp dienst als hospitaalschip. Maar de geraamde bouwkosten waren met tweehonderdvijftigduizend gulden overschreden en het aantal leden daalde, zodat de kosten steeds zwaarder op Onze Marine gingen drukken. Rond 1954 werd het schip, met verlies, verkocht aan een Italiaanse rederij. Waarschijnlijk is het schip - omgebouwd tot motorjacht - nog steeds in de vaart.

Na de ondergang van de Noblesse leek het erop dat een einde was gekomen aan de stoomcarrousel. Overal in Europa was de stoomdraaimolen verdwenen. Maar het lukte Janvier een vervanger te vinden. In een van de pakhuizen van Hommerson bevond zich nog een oude stoomcarrousel, waarvan de machine in de bezettingstijd in een bakkersbedrijf dienst had gedaan om elektrische stroom op te wekken. Deze oude molen werd geheel opnieuw opgebouwd, waarbij zoveel mogelijk de oude stijl en sfeer werden bewaard. Zo lukte het Janvier in betrekkelijk korte tijd met allerlei onderdelen een ‘nieuwe’ stoomcarrousel te scheppen. Echter de glorietijd van de carrousel was voorbij. En kon het gebeuren dat, ter gelegenheid van haar eerste lustrum, in 1956 de Efteling de stoomcarrousel van Janvier overnam. Anton Pieck stelde de carrousel daar officieel in werking. De kermisbrand (geblust met Prinsessegrachtwater) heeft er wel toe geleid dat in 1947 op het Malieveld brandputten en aansluitingspunten voor de brandweer werden aangelegd.

Tot slot

Wie meer wil weten over de geschiedenis van de stoomcarrousel en de geschiedenis van de kermisfamilie Janvier verwijs ik naar het fraai verzorgde boek Alles draait… ik zie sterretjes van Dimp Nelemans uit 1996. En wilt u bewegende beelden zien van de tewaterlating en proefvaart van de Vandersteng dan kan dit via YouTube bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.

De afbeeldingen bij dit artikel zijn scans van documentatie uit eigen bezit, zoals het tijdschrift Onze Marine en boeken.


Details

  • Schrijver

    Kees de Raadt
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    De Carrousel. Beeldbank De Efteling
  • Editie

    02-2025

Meest gelezen artikelen