Een reis door het verleden vanuit Den Haag
Voor De Haagse Tijden van 30 april 2024 schreef ik een artikel met als titel: Dichtbij was ver genoeg. Hierin besprak ik wat de mogelijkheden waren om eropuit te trekken vlak na de Tweede Wereldoorlog, vanuit Den Haag welteverstaan en zowel in onze stad zelf als in de directe omgeving viel en valt er nog steeds genoeg te beleven. In deze bijdrage neem ik u mee naar een ver verleden.
Naar ik begrepen heb, gaan veel gepensioneerden op zoek naar hun voorouders. Ze hebben er dan de tijd voor en naar-mate je ouder wordt, ga je je afvragen waar je roots liggen, om maar weer eens een Engels woord te gebruiken. Je wortels kan natuurlijk ook. “Weten wie je bent, waar je wortels liggen, wie je voorouders zijn, helpt je zelfbeeld te versterken”, zo las ik ergens. Ook wat zo’n zoektocht betreft zijn de inwoners van onze stad bevoordeeld. Zowel de Koninklijke Bibliotheek als het Centraal Bureau Genealogie bevinden zich immers in Den Haag. Het woord Genealogie stamt uit het Grieks en bestaat uit twee delen. Genea dat afkomst betekent en Logos dat kennis betekent. Een goed Nederlands woord hiervoor is het woord stamboomonderzoek. Met gebruikmaking van gemeentearchieven, oude kranten, kerkboeken, testamenten en notariële akten kom je vaak een eind. Mijn voorouders zijn vrijwel allemaal in Friesland blijven wonen en dat maakt het zoeken naar gegevens iets eenvoudiger.
Alweer vele jaren geleden was ik benieuwd hoe je zo’n onderzoek het beste zou kunnen aanpakken. Ik ging dan ook naar het Centraal Bureau Genealogie op het adres Prins Willem-Alexanderhof 22 en vroeg aan een van de medewerkers om advies. Hij vroeg wat mijn achternaam is en kwam even later met een boekje terug waar mijn achternaam op staat. Iemand was mij kennelijk voor geweest. De genea-loog R.S. Roorda uit Ljouwert had zijn onderzoek op 1 december 1958 afgerond. Hij begint met de opmerking dat de naam Eysma al in Rentmeesters rekeningen en de Civile Sententies van het Hof van Friesland rond 1500 voorkomt. Hij eindigt dit boekje met het volgende toepasselijke gedicht:
Gelijk het gras is ons kortstondig leven,
Gelijk een bloem, die, op het veld verheven;
Wel sierlijk pronkt, maar krachtloos is en teer;
Wanneer de wind zich over ’t land laat horen,
Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren;
Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer.
Ik liet dit boekje aan mijn vader zien, hij pakte een pen en voegde er enkele generaties aan toe en zo maakte hij een stamboom van circa 1500 tot aan mijzelf toe compleet. Mijn ouders zijn in de jaren dertig van de vorige eeuw in Den Haag komen wonen en ik ben daar geboren. In deze bijdrage wil ik iets over mijn voorouders vertellen.
Laat ik beginnen met de schrijfwijze van de huidige naam Eisma. Wanneer je oude teksten onder ogen krijgt, blijkt die naam geschreven te kunnen worden als Eysma, Eijsma en Eijsema. Oorspronkelijk werd de letter y gebruikt. Er bestaan zelfs varianten van zo’n y met twee puntjes erop. De ij werd ook wel als ii geschreven. Voor de duidelijkheid is die laatste i in een j veranderd. Wist u overigens dat de ij alleen in onze taal voorkomt?
In Leeuwarden bestaat een straat met de naam Eysmastate. Deze State heeft in de plaats Aldeboarn gestaan. Een State is een verdedigbaar huis met een flink stuk grond eromheen. Rond 1600 woonde hier Tymen Franses Eijsma met zijn gezin. Hij was burgemeester van Bolsward. Over het familiewapen vond ik het volgende: “Dirk Tymens Eysma voerde het wapen een zwarte arend op goud, voorts een klaver dan een zespunt ster en weer een klaver van zilver op blauw”. In het boekje Friesche Eigenerfdenwapens vond ik de verklaring hiervan. De hele arend of adelaar was het wapen van Karel de Grote, “der Friezen grote weldoener aan wie zij hun privileges en hun vrijheid hadden te danken. Zij mochten daarom die halve arend in hun wapen voeren als teken dat zij hun vrijheid van de keizer hadden ontvangen”. De halve arend betekent dat ze recht mochten spreken. De klavers geven aan dat men in het bezit was van grasland en dat werd in die tijd als veel kostbaarder gezien dan akkergrond. De ster geeft aan dat de eigenaar bij toerbeurt een leidende functie had. Dit alles gold alleen voor eigenerfden en dat zijn mensen die eigen grond bezitten, in tegenstelling tot leenmannen.
Uiteraard ga ik zo af en toe naar Friesland om het land van mijn voorouders te bezoeken. In het verleden samen met mijn vriend Bill van der Meulen die daar geboren is. Na een van die bezoekjes heb ik hier een gedicht over geschreven en daarmee wil ik dit artikel eindigen.
Met dank aan Bill
Het Friese land ging niet aan mij voorbij, of wel?
Gij cryptoloog en kenner van die taal.
Mijn nooit verloren jeugd ging met me aan de haal,
alsof ik zo mezelf iets nieuws vertel.
Het erfgoed van ’t verleden kwam tot leven,
in kleuren blauw en groen en soms wat grijs.
Jij bracht me - als zo vaak - ook nu weer van de wijs.
Wie ben ik dat ik dit nog mocht beleven?
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Woudsterweg bij Oranjewoud 1912, uit het boek Jan Mankes, uitgeverij Waanders b.v. Zwolle 2007 -
Editie
08-2025