Rembrandts in de uitverkoop
Het komt zelden voor dat honderden schilderijen van oude meesters als Rembrandt, Rubens, Michelangelo, da Vinci etc. tegelijk, op één veiling worden aangeboden. Deze unieke gebeurtenis vond plaats op 12 augustus 1850 te Den Haag, waar de complete kunstcollectie van koning Willem II te koop werd aangeboden.
Nederland en België werden in 1815, nadat Napoleon bij Waterloo was verslagen, samengevoegd tot het Koninkrijk der Nederlanden met Willem I als koning. Om de Belgische elite ter wille te zijn, ging Willem I afwisselend zes maanden per jaar in Den Haag en in Brussel wonen. Het paleis in Brussel moest dan wel worden uitgebreid en meer allure krijgen. De financiële middelen waren echter beperkt, maar Willem zette de verbouwing door. De inrichting liet hij aan zijn zoon, kroonprins Willem over die in 1816 getrouwd was met de kapitaalkrachtige prinses Anna Paulowna, zuster van tsaar Nicolaas II van Rusland. Willem en Anna hadden een goede, maar dure smaak en kochten schilderijen en tekeningen van oude meesters. Lokale kunstenaars kregen opdrachten voor wandschilderingen en houtsnijwerken voor in het paleis.
Het was maar voor korte duur want de onvrede in België over het autoritaire bewind van de koning groeide. Het kwam in 1830 tot een opstand en koning Willem I zag zich genoodzaakt tot militair ingrijpen. Dit ging met name Frankrijk te ver en Willem werd gedwongen af te zien van zijn aanspraken op België. In 1839 was de afscheiding formeel een feit en moest Willem het paleis in Brussel ontruimen. De kunstcollectie nam hij mee naar Den Haag, waar die ondergebracht werd in Paleis Kneuterdijk. Daar hadden kroonprins Willem en prinses Anna Paulowna hun intrek genomen. Het was in de ogen van Anna wel heel bescheiden en het moest dan ook uitgebreid worden. Met de komst van de kunstcollectie werd zelfs een extra grote zaal in Gotische stijl aangebouwd. Hier konden de schilderijen een passende plaats krijgen.
Het hofleven
Kroonprins Willem en prinses Anna Paulowna organiseerden veel feesten in het paleis en zorgden daarnaast met opdrachten aan componisten en schrijvers voor een druk gebruik van de schouwburg. Zij verwelkomden dans- en operagezelschappen uit heel Europa in Den Haag. Zij gaven ook opdrachten aan bekende kunstschilders, niet zelden om portretten van henzelf te laten maken. Zij zijn de meest geportretteerde Oranjes! De stad verwierf daardoor een grote naam op cultureel gebied. Ook koning Willem I leidde een luxeleven, wat veel geld kostte. Dit in combinatie met het aanhouden van een veel te groot leger bracht het land op het randje van bankroet. In 1840 was voor de regering de maat vol. De begroting van de koning werd afgekeurd en Willem I trad boos af. Zijn zoon moest als koning Willem II financieel orde op zaken stellen en dreigende politieke onrust bezweren. De liberale partij was toen de leidende partij en eiste van de nieuwe koning dat Nederland voortaan neutraal zou zijn en niet langer met de bondgenoten militaire avonturen aan zou gaan. Dit tegen het zere been van de koning met de bijnaam ‘Held van Waterloo’ en van zijn schoonvader, de tsaar van Rusland. Willem II had echter geen keus.
De regering slaagde er de daaropvolgende jaren in de financiën op orde te brengen door een sterke nadruk op het stimuleren van handel en dienstverlening. Zij slaagde er ook in een dreigende hongersnood te vermijden. In heel Europa waren de aardappeloogsten mislukt en de graanoogsten tegengevallen. In Nederland was echter een maximum broodprijs en strenge controle op de graanvoorraden ingevoerd, dit om speculatie te voorkomen. In de omringende landen was de nood onder de bevolking groot. In Ierland stierf 50% van de bevolking, in Berlijn en Londen waren er opstanden en in Frankrijk zelfs een revolutie. Daar moest de keizer vertrekken en werd het land een republiek. De liberale leider Thorbecke wist koning Willem II ervan te overtuigen dat het beter was afstand te doen van zijn verantwoordelijkheid voor het landsbestuur en dat over te laten aan de regering en het parlement. De ministers waren voortaan verantwoordelijk. De daarvoor benodigde grondwetsherziening werd in 1848 met tegenzin door Willem II getekend.
Hij mocht blij zijn te mogen blijven zitten, de troon was gered.
De veiling
Het zat koning Willem II in die periode sowieso niet mee. Zijn dure levensstijl had een flink gat geslagen in het vermogen van hem en van zijn vrouw. Door deelname aan decadente feesten had hij zich bovendien in een chantabele positie gemanoeuvreerd, met grote schulden tot gevolg. Hij moest in het diepste geheim een lening van één miljoen gulden bij de tsaar van Rusland afsluiten, met zijn kunstcollectie als onderpand. In 1849 werd hij getroffen door een hartstilstand en volgde zijn zoon hem op, koning Willem III. Die trof een chaotische administratie aan en een vordering van één miljoen gulden. De familie weigerde echter de kunstcollectie naar Rusland te laten gaan en betaalde de tsaar zijn geld terug. De weigering betekende wel dat de collectie zo spoedig mogelijk verkocht moest worden. Men dacht namelijk dat losse verkoop zelfs meer dan één miljoen gulden zou opbrengen. Een uitgebreide catalogus werd opgesteld die in heel Europa en de Amerika’s werd verspreid. De belangstelling was dan ook groot.
In de zomer van 1850 bezochten vele kunsthandelaren Paleis Kneuterdijk, waar alle werken te zien waren. Het was ook daar waar op 15 augustus de veiling werd geopend. Het zou twee weken duren voordat alle kavels onder de hamer waren gekomen. Er werd opvallend laag geboden: oude meesters gingen voor een appel en een ei weg en voor de tekeningen was helemaal weinig belangstelling. Een tekening van de Italiaanse kunstenaar Raphael, in zijn tijd al zeer beroemd, leverde slechts dertig gulden op. Diezelfde tekening bracht in 2020 in Londen 28 miljoen pond op. De Nederlandse staat was de grote afwezige. Thorbecke vond kunst verzamelen geen taak voor de staat en bood dan ook niet mee. Het Mauritshuis en het Rijksmuseum zouden er nu heel anders uitzien als de grote werken van toen voor ons land behouden waren gebleven. Nu zijn ze verspreid over de Hermitage, het Metropolitan Museum New York, het Louvre etc. En de opbrengst? Die viel tegen: 900.000 gulden. Men kan dus gerust stellen dat de gehele kunstcollectie in de uitverkoop is gedaan.
Tot slot
Na een periode van culturele bloei werd het in Den haag na 1850 stil. Geen grote feesten meer in de stad, geen beroemde opera- en balletgezelschappen in de schouwburg, geen beroemde musici op het podium, geen hooggeplaatste personen met hun entourage om de kunstcollectie van de Oranjes te bewonderen. Slechts kale muren sierden de Gotische zaal. Dat Den Haag waarschijnlijk de grootste kunstveiling ooit binnen haar stadsgrenzen heeft gehad, is een schrale troost.
Details
-
Schrijver
Ton van der Pijl -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Zaal Nederlandse kunst, Hermitage -
Editie
13-2025