Skip to main content

De Wereldwinkel, rechtvaardige handel voor iedereen

In het kader van de Vredesweek van september 1971 staan er kramen met voorlichtingsmateriaal op het Binnenhof, waaronder een stand van de Derde Wereldwinkel. Het idee van een winkel die arme landen ondersteunt, spreekt me aan. Ik ga langs het pand van de Wereldwinkel aan de Elandstraat en algauw besluit ik op mijn vrije zaterdag mee te doen met de verkoop van rietsuiker en andere waren.

Als Wereldwinkeliers volgen we een training bij actiegemeenschap Sjaloom te Odijk, de bedenkers van de Wereldwinkel. Daar ontmoeten we onder anderen Piet Reckman, een van de schrijvers van de brochure: Riet, het verhaal van de suiker. In feite is de verkoop van rietsuiker een actiemiddel dat aangeeft tot welke ingrijpende misstanden het kolonialisme heeft geleid. En dat benadeling van mensen (en de natuur) in veel landen nog steeds op grote schaal plaatsvindt.

Het wereldwinkel-idee spreekt aan, binnen korte tijd kent de Haagse winkel wel zeventig vrijwillige verkopers. Overal in den lande verschijnen de wereldwinkels (‘Derde’ wordt al gauw weggelaten). In het Transvaal-

kwartier in de Paardenbergstraat wordt een tijdelijke dependance geopend, later vervangen door een verkooppunt in de kelder van het Paard van Troje, aan de Prinsegracht. Op een gegeven moment verkopen we rietsuiker die we zelf verpakken. Uit grote zakken hevelen we de suiker over naar zakken van 1 kilo. Muizen weten helaas spoedig de grote zakken te vinden. Naast rietsuiker verkopen we Fair Trade-chocola, koffie, kunstnijverheid, brochures en boeken.

In verband met de oorlog in Vietnam schrijft de Wereldwinkel een brief aan Max van der Stoel, minister van Buitenlandse Zaken. De Nederlandse regering moet meer afstand nemen van de Amerikaanse politiek, vinden we. Een antwoord verwachten we eigenlijk niet, want op brieven die we naar buitenlandse regeringen schrijven volgt ook maar zelden een reactie. Tot onze verbazing ontvangen we niet alleen een schriftelijk antwoord, het is nog uitgebreid ook! Tijdens een verkoopmiddag komt een geëmotioneerde Amerikaanse jongeman de wereldwinkel binnen. Hij vertelt de dood van verschillende Vietnamezen op zijn geweten te hebben en daarom een deserteur te zijn. Bang dat de politie hem komt halen, rent hij bij elke onverwachte beweging van mij of een mede-winkelier naar de deur. Ik herinner me niet dat we hem hebben kunnen helpen. Een landelijke actie waarbij de wereldwinkel betrokken is, richt zich tegen de import van koffie uit Angola. Dat land is dan nog een kolonie van Portugal. Werkers op koffieplantages in Angola worden wreed onderdrukt. Er volgt een affiche met de tekst: ‘Koffie van Nederland, bloed van Angola’.

De Wereldwinkel ontwikkelt zich allengs tot een soort uitzendbureau voor activisten. De ontwikkelingen in Chili onder leiding van Allende volgen we intensief. De militaire staatsgreep van september 1973 schokt ons en we vragen ons af of zoiets ook in ons land zou kunnen gebeuren. We ondersteunen Chileense politieke vluchtelingen. De Wereldwinkel verneemt dat ex-premier De Jong bereid is om een ‘wereldmarktdag’ te openen (november 1974). Het aanbod om daarbij aanwezig te zijn, slaan we af; De Jong beschouwen we als vertegenwoordiger van de machten die wij juist bekritiseren. Hij heeft bijvoorbeeld in het voorjaar van 1974 het plan gehad om de Chileense junta bezoeken.

Portugezen in Nederland – sommigen deserteurs – willen, naast de bevrijdingsstrijd in de Portugese koloniën, ook in Nederland een front tegen de Portugese dictatuur vormen. Ze krijgen hulp van de Wereldwinkel. Ik ontmoet een ‘keurige’ Nederlandse studente die – nog steeds geschokt – vertelt dat zij, samen met enkele mede-studenten, aan een tafel in de kantine van een Portugese universiteit zat; op een gegeven moment kwam een man naar hun groepje toe en schoot pardoes een van hen dood. De man was hoogstwaarschijnlijk een lid van de gevreesde geheime politie (PIDE) en de doodgeschoten student een criticus van dictator Caetano. Enige tijd na de Anjerrevolutie in 1974 gaat een groepje Wereldwinkeliers naar Portugal. Het blijkt dat de Portugese politieke vrienden minder geweldloos zijn dan ze hadden voorgespiegeld. Op de zolder van een van hun huizen treft men wapens aan. Het groepje keert ontgoocheld naar Nederland terug.

Ter gelegenheid van 25 jaar NAVO geeft de Wereldwinkel, in samenwerking met de landelijke PSP, een sluitzegel uit, ‘1939-1974 NAVO’ genaamd, met het onderschrift: ‘Samen met het fascisme tegen het bolsjewisme’. Ontworpen door Jaap Vegter. Ook al heeft de PPR afstand genomen van de zegel, op een PPR-congres in 1975, koopt Kamerlid Bas de Gaaij Fortman wel een velletje van mij. Een groepje van de winkel steunt Russische dissidenten, vooral met het schrijven van brieven aan de machthebbers in het Kremlin. Dit lokt intern discussie uit, niet iedereen staat achter deze acties tegen de Sovjet-regering.

Veel omzet boekt de winkel met een tijdelijke stand in het Institute of Social Studies, aan het Noordeinde. Ook in de anti-apartheidsbeweging zijn wereldwinkeliers actief. Op bijeenkomsten blijken er opeens ‘toevallig’ ook pro-apartheid pamfletten te zijn. Het komt uit: een zogenaamde activist blijkt tot het pro-apartheid kamp te horen.

Nog steeds bestaat de Wereldwinkel en staat rechtvaardige wereldhandel hoog in het vaandel. Op de website is te lezen: “Eerlijke handel staat voor een gelijkwaardige manier van handelen. Gebaseerd op dialoog, transparantie en respect. De Wereldwinkel geeft de koffieboeren, houtsnijders en keramisten een stem. Met het inkomen dat zij verdienen door de verkoop van hun producten, kunnen zij een beter leven opbouwen. Een leven zonder armoede en met voldoende kansen op ontwikkeling(…).”


Details

  • Schrijver

    Koert Vrijhof
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Kraam van de Wereldwinkel, in het winkelcentrum Leidsenhage, 2000. Foto: coll. Haags Gemeentearchief
  • Editie

    5-2021

Meest gelezen artikelen