“Ik had vergeten hoe het was”
De astronomische lente begint dit jaar op 20 maart en eindigt op 21 juni. En nog even voor de duidelijkheid, ik heb het over de situatie in ons land en omgeving. Op de eerste lentedag duren de dag en de nacht (vrijwel) even lang. Men noemt dat de lente dag-en-nacht-evening. De zon staat op die dag loodrecht boven de evenaar. Aan het eind van de lente staat de zon boven de Kreeftskeerkring. We noemen dit de zomerzonnewende. Het woord lente is verwant aan lang en lengte. De dagen gaan lengen, waardoor het licht toeneemt. Ik heb het hier niet over hoe de planten- en dierenwereld hierop reageert. Door de klimaatverandering lijkt de lente al meer dan een maand geleden begonnen te zijn.
Voorjaar
Het licht vlaagt over ’t land in stoten, wekkend het kort en straf geflonker, der blauwe wind-gefronsde sloten; het gras gloeit op, dooft uit, is donker. Twee lammen naast een stijf grauw schaap staan wit, bedrukt van jeugd in ’t gras… Ik had vergeten hoe het was en dat de lente niet stil bloeien, zacht dromen is, maar hevig groeien, schoon en hartstochtelijk beginnen, opspringen uit een diepe slaap, wegdansen zonder te bezinnen.
Ogenschijnlijk lijkt dit gedicht van M. Vasalis (uit de bundel Parken en Woestijnen, 1941) alleen te beschrijven hoe de lente zich in de natuur kan manifesteren. De laatste regels tonen echter aan dat er meer aan de hand is. Het gaat ook over de jeugd van mensen. Die kan hartstochtelijk beginnen. De schrijfster van dit gedicht was dit niet vreemd, zoals verderop zal blijken.
Margaretha Leenmans
Margaretha, ze werd ook wel Kiekie genoemd evenals haar Friese beppe (oma) die ook Margaretha heette, is op 13 februari 1909 in Den Haag geboren. Haar vader, Hendrik Arie Leenmans, was leraar geschiedenis op het Haags Stedelijk Gymnasium, dat vanaf 1946 de naam Haganum kreeg. Haar moeder, Louise Creutzberg, heeft voor haar huwelijk met Hendrik enige tijd in Walden gewoond. De kolonie Walden was een idee van de schrijver en psychiater Frederik van Eeden. Deze kolonie of commune was van 1896 tot 1907 in Bussum gehuisvest en ging onder meer uit van het gemeenschappelijk bezit van landbouwgrond. We kunnen stellen dat Kiekie in een vrijzinnig socialistisch milieu is opgegroeid. Ook kwam ze al jong met de literatuur in aanraking. Schrijvers als Herman Gorter en Martinus Nijhoff, een leerling van haar vader, kwamen bij hun thuis. Toen ze geboren werd, woonde het gezin - ze had één oudere zus - op het adres Marconistraat 94 en vier jaar later verhuisden ze naar de Kranenburgweg 24. Kiekie schreef op jonge leeftijd al versjes en gedichtjes. Ze had iets met taal, ook al voordat ze naar school ging. De klank en betekenis van woorden konden haar vaak bovenmatig boeien. Ze ging naar de school in de Hollanderstraat 21, een Nutsschool, in die tijd alleen toegankelijk voor meisjes. Het schoolhoofd was mevrouw M.M. Boldingh en daar is de huidige school naar vernoemd. Toen de keuze gemaakt moest worden naar welke middelbare school ze zou gaan, koos haar vader voor een andere school dan die waar hij zelf werkte. En dan te bedenken dat haar oudere zus Ank wél op deze school zat. Hij vond zijn dochter ‘een woelig kind’ en was bang dat ze opstandig zou worden en daar wilde hij zijn collega’s niet mee belasten. Ze ging naar het Nederlandsch Lyceum. Aanvankelijk lag deze school op de hoek van de Nassaulaan en de Mauritskade. Vanaf 1912 was het adres Willemstraat 40a. Dit was het eerste Lyceum van ons land. De mogelijkheid om te kiezen tussen de HBS en het Gymnasium werd hier uitgesteld, aanvankelijk twee jaar en later een jaar. Rommert Casimir was de eerste rector. Op verzoek van de bekende pedagoog Jan Ligthart had hij deze functie aanvaard. Kiekie wordt in deze tijd omschreven als ‘een opgewonden standje’, dus haar vader zat er niet ver naast. Casimir sprak met haar af dat ze, als ze het te kwaad kreeg, de klas mocht verlaten om een wandelingetje te gaan maken en dat werkte. Kiekie kreeg het advies om de alfa kant te kiezen maar ze was gelukkig eigenwijs genoeg om de bèta kant te gaan volgen. Ze wilde namelijk medicijnen gaan studeren. In de tijd dat ze op het gymnasium zat, had ze al de nodige gedichten en verhalen geschreven. Ze vond echter dat ze moest kiezen tussen het dichterschap en de studie medicijnen. Ze koos voor het laatste en verscheurde een deel van haar werk. Vanaf september 1927 volgde ze deze studie dan ook in Leiden en hiermee was haar ‘Haagse tijd’ min of meer afgesloten.
Kiekie ging in Leiden wonen op het adres Lijsterstraat 36. In 1934 is ze afgestudeerd als arts en later heeft ze zich in de psychiatrie gespecialiseerd. Op aanraden van de schrijver en arts Simon Vestdijk debuteerde ze in 1936 met vijf gedichten in het literaire tijdschrift Groot Nederland. Omdat ze wilde verhullen dat het een vrouw was die dit werk instuurde, schreef ze haar initialen onder de gedichten. Dit werd door de redactie niet geaccepteerd. Er moest een naam onder en toen bedacht ze het pseudoniem Vasalis. Dit is Latijn en het betekent ‘van de leenman’. Een toespeling op haar achternaam. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat haar vader iets dergelijks ook al had gedaan. In 1939 is ze getrouwd met de latere hoogleraar neurologie, Jan Drooglever Fortuyn. Ze kregen vier kinderen, Lousje, Dicky, Hal en Maria. In 1941 verscheen haar eerste bundel gedichten, Parken en Woestijnen. Er zouden er tijdens haar leven nog twee verschijnen en na haar dood ook nog één. Toen haar man als hoogleraar in Groningen benoemd werd, besloten ze in Roden te gaan wonen. Zijzelf werkte in die tijd als kinderpsychiater. Kiekie is op 16 oktober 1998 in Roden overleden.
Haar werk werd en wordt in het algemeen zeer gewaardeerd, ook onder collega’s. Zo was ze bevriend met schrijvers als J.C. Bloem, Adriaan Roland Holst en zelfs Gerard Reve. In 1974 kreeg ze de Constantijn Huygensprijs en in 1982 de P.C. Hooftprijs. In een artikel over haar wordt ze ‘één van de meest gelezen dichters uit de Nederlandse literatuur’ genoemd.
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Lentepaard Taco Eisma -
Editie
12-2020