De oude school in de Paramaribostraat
Ik ben al jarenlang woonachtig buiten Den Haag, maar De Haagse Tijden krijg ik regelmatig toegestuurd door oude bekenden, zodat ik op de hoogte blijf van de mooie verhalen over de Haagse buurten van de mooiste stad van Nederland. In dit verband voel ik mij geroepen om iets te vertellen over de oude Rooms Katholieke Lagere jongensschool St. Vincentius in de Paramaribostraat. Deze school bevond zich midden in de in de Archipelbuurt, is aan het eind van de negentiende eeuw gebouwd en helaas in 1998 afgebroken.
Het gezin Jehee
Het was een breed bakstenen gebouw met drie topgevels. In het midden bevond zich de hoofdingang met opzij nog twee toegangen. De school was nauw verbonden met de parochie van de H. Jacobus de Meerdere in de Parkstraat. Iets over mijzelf. Ik kom uit een groot gezin en woonde in de Sumatrastraat. Mijn vader runde daar samen met zijn broer een steenhouwerij. Het was een oud bedrijf, want mijn opa was lang voor de oorlog al eigenaar. Opa Jan Jehee is onder meer de maker van de zogenaamde Verheulbank uit 1881 aan de Waterpartij. Het gezin Jehee bestond uit drie meisjes en vier jongens. Alle jongens hebben, net als hun vader, de broederschool in de Paramaribostraat bezocht. De meeste jongens woonden in de buurt van de school en waren parochiaan van de Parkstraatkerk. Zij kwamen met de blauwe tram naar school en ik heb mij laten vertellen dat dat kwam door het goede en degelijke onderwijs op de Broederscholen. De overblijvers gingen bij mooi weer tussen de middag onder begeleiding voetballen op het voormalige Alexanderveld. Bleven ze op school, dan werd er gevochten om de stripboeken van Kuifje of ze speelden kaart met doorgeknipte lege sigaretten pakjes.
Broeders gaven les
Het onderwijs werd gegeven door Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis, oftewel de broeders van Maastricht. Deze broeders hadden hun klooster in de Noorderbeekdwarsstraat. Er waren in Den Haag meerdere R.K. scholen waar les werd gegeven door deze broeders. In mijn tijd was broeder Siward de leraar van de eerste klas, broeder Marius van de derde klas, de vijfde klas was voor broeder Bernardo en in de zesde klas werd lesgegeven door broeder Vigilius. Niet alleen de broeders gaven les, maar ook meester Helwich van de tweede en meester Vredebrecht van de vierde klas. De schooltijden waren van negen tot twaalf uur en van twee tot vier uur. Woensdag- en zaterdagmiddag waren vrij. Wij volgden in die tijd het strenge klassikale systeem, wat al jaren zo gebeurde en iedereen had er vrede mee. Het kon ook niet anders met gemiddeld dertig à veertig leerlingen per klas. Dyslectische leerlingen en ADHD bestonden toen schijnbaar nog niet. De hoofdvakken rekenen, taal en godsdienst werden dagelijks gegeven. Voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, zingen, tekenen en gymnastiek was dat eens in de week.
De ‘Grote school’
Voor mij begon het allemaal in 1947. Ik moest naar de ‘grote school’. Oorlog, Jodenvervolging, razzia’s en hongerwinter waren net achter de rug. De verhalen daarover werden al snel in de doofpot gestopt. Niet treuren, we waren toen immers in de ban van Herrijzend Nederland. In de eerste klas werden de eerste stappen gezet tot het leren van de Nederlandse taal. Dat begon met het ABC, de leesplankjes en de plaatjes aap, noot en mies. Alles ging nog met het vooroorlogs materiaal en het schrijven ging in het begin op het ritme “op-neer-op-neer”. Dat gebeurde allemaal met de vertrouwde kroontjespen met inkt en inktlap. De ballpoint werd ten strengste verboden, want daar werd het handschrift mee verpest. In de latere klassen ging het over in leren lezen en schrijven met daaropvolgend de dictees en het ontleden van zinnen. Het rekenen begon met tellen, optellen en aftrekken met kleine sommen. Belangrijk waren de keersommen met de tafels, die klassikaal hardop werden opgezegd. De staartdelingen, breuken en redactiesommen volgde later in de vierde en vijfde klas.
Van dictee tot gymnastiek
Vanaf de vierde klas moest er ook nog huiswerk worden gemaakt, wat de dag erop werd overhoord. Thuis zat je dan met z’n allen aan de grote tafel huiswerk te maken. Voor het vak geschiedenis waren het vooral de jaartallen die moesten worden geleerd en bij aardrijkskunde werden de zogenaamde blinde kaarten gebruikt. Alsof er niets aan de hand was in Indonesië (Politionele acties) werden braaf de grote en de kleine Soendaeilanden geleerd. Voor godsdienst moesten de vragen van de catechismus uit het hoofd worden geleerd. Al deze vakken werden opgeluisterd door de zogenaamde schoolplaten van Cornelis Jetses en de mooie verhalen daaromheen. Op woensdag werd er soms een half uurtje ingelast voor het voorlezen, onder andere uit de boeken van Bob Everest. De vakken gymnastiek, zang en tekenen werden gegeven door andere leraren. Gymnastiek ging op de maat van de stok van meester Nuyens. Mooie uitzonderingen waren trefbal en Reis om de Wereld waarbij alle toestellen werden gebruikt. De zangmeester Smit ging van klas tot klas met het harmonium, dat door twee jongens werd gedragen. Niet alleen de liedjes, maar ook de muzieknoten werden geleerd. Zelfs het gregoriaanse notenschrift werd ons bijgebracht. Alleen de jongens die heel goed konden zingen kwamen in aanmerking voor het jongenskoor. Het hoogtepunt was dan het zingen in de nachtmis met kerstmis in de grote Sint Jacobskerk aan de Parkstraat. Door de papierschaarste moesten we onder leiding van meester Wensveen tekenen met vetkrijt op de groene kaften van de gebruikte schriften en de uitblinkers van de vijfde klas mochten woensdagmiddag na schooltijd al de Franse les volgen.
Schoolse activiteiten
De schooltijd bracht ook nevenactiviteiten met zich mee. Een mooie onderbreking was het snoep uitdelen door een jarige leerling. De broeder of meester kreeg dan een sigaar. Voor de kleintjes vond het speelkwartier plaats achter de school op de speelplaats. De grotere jongens speelden voor de school op straat. Een belangrijke gebeurtenis was de komst van de schoolfotograaf. Voor de opstelling werden dan de banken en de kokosmatten tevoorschijn gehaald. Sinterklaas kwam elk jaar met zwarte Piet met de roe en het grote boek snoepgoed uitdelen. Heel zeldzaam kwam het voor dat er in de gymzaal films werden gedraaid van de Nederlandse Onderwijs Film, gevolgd door een spannende film van de herdershond Rin Tin Tin of de Dikke en de Dunne.
Dit is in grote trekken mijn schoolverleden. Niet alleen Bali, Lombok, Soemba Soembawa, Floris, Timor enzovoort, maar ook vier keer per dag zes jaar lang lopen vanaf de Sumatrastraat via de Bankastraat en de Surinamestraat naar de Paramaribostraat.
Details
-
Schrijver
Jan Jehee -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Groepsfoto van de zesde klas uit 1953 -
Editie
24-2020