Skip to main content

Het Kröller-Müller Museum aan het Lange Voorhout nr 1


Wie kent niet het prachtige Kröller-Müller Museum in Otterlo? De vaste collectie bevat werken van wereldberoemde kunstenaars. Op de collectie van het Van Gogh Museum in Amsterdam na, telt het de grootste verzameling Van Goghs ter wereld. Zonder Helene Kröller-Müller (1869-1939) waren de kunstverzameling en het museum er nooit gekomen. Zij was het die begin twintigste eeuw Picasso’s en Mondriaans kocht, ‘zoals andere dames zich hoeden en handtassen aanmaten’, schreef biograaf Eva Rovers. Maar is het bekend dat Helene Kröller-Müller begon te verzamelen in Den Haag en dat kunstpedagoog Henk Bremmer (1871-1956) haar adviseerde? Is het bekend dat haar museum aanvankelijk gevestigd was aan het Lange Voorhout nummer 1? Als u binnenkort langs ‘de mooiste laan van Europa’ loopt, is het een goed idee om even stil te staan bij het verhaal van deze bijzondere vrouw.

Helene Müller werd geboren in Duitsland. Ze kwam uit een welvarend maar cultuurarm ondernemersgezin. Haar vader was oprichter van Wm H. Müller & Co, handelsonderneming in ijzer en staal. Ze was een leergierig meisje, maar zoals dat ging in die tijd, was doorstuderen er voor meisjes niet bij. Helene trouwde in 1888 met de Nederlander Anton Kröller (1862-1941), een gearrangeerd huwelijk. Anton was directeur van het Rotterdamse filiaal van Müller & Co. Een jaar later stierf de vader van Helene, waarna Anton directeur werd van het hele bedrijf. Onder zijn leiding werden de zaken uitgebreid en werden er winsten gemaakt. Het echtpaar verhuisde met vier kinderen in 1900 van Rotterdam naar Den Haag. Anton begreep dat het opbouwen van een sterke band met politici en diplomaten de zaken goed zouden doen. Ze gingen wonen in een prachtig huis aan het Van Stolkpark en Anton betrok zijn hoofdkantoor in het pand aan het Lange Voorhout nummer 3.

In 1905 kwam er een ommekeer in het leven van Helene Kröller-Müller. Ze was 36 jaar en samen met haar dochter Helene jr. ging ze cursussen kunstbeschouwing volgen bij Henk Bremmer. De lessen waren bij hem thuis aan de Trompstraat. Zijn cursisten waren over het algemeen deftige adellijke Haagse dames en Helene voelde zich tussen hen niet altijd op haar gemak. Later gaf Bremmer bij haar thuis les. Bremmer was een echte kunstpaus. Als hij zei dat iets mooi was, dan was het mooi. Cursisten namen zijn meningen klakkeloos over. Hij leerde hen vooral beter kijken. Hij deed dat door middel van vergelijkingen en tegenstellingen. Hij liet bijvoorbeeld naast elkaar een klassiek en een modern werk zien, een mooi en een lelijk, of een oud en een nieuw. Hij onderwees over techniek, kleur en geschiedenis. Regelmatig had hij het ook over ‘artistieke emotie’. Een bekende uitspraak was: “Kunst is wat een emotie geeft en gemaakt is met de intentie een emotie te veroorzaken”. Objectief waren zijn lessen bepaald niet.

Bremmer gaf niet alleen les, hij bemiddelde ook bij aankopen. Hij nam Helene mee naar kunsthandels en veilingen. Zo begon Helene met het aanleggen van een verzameling en Bremmer adviseerde haar. Ze kon zich het permitteren grote aankopen te doen en daarmee kreeg ze meer aanzien bij haar deftige medecursisten. Naast Bremmer was het haar vriend Sam van Deventer (1888-1972) die haar vergezelde tijdens haar kunstreizen. Ze had hem leren kennen op de hockeyclub van haar kinderen. Haar eerste aankoop was het werk Hij komt van ver van Paul Gabriel. In 1908 kocht ze haar eerste Van Goghs: Bosrand en Vier uitgebloeide zonnebloemen. Het feit dat de rijken der aarde kunst verzamelden was niets nieuws. Denk aan de collecties van havenbaronnen, zoals die van Van Beuningen. Maar dan betrof het meestal oude kunst. Het was nieuw en gedurfd dat Helene moderne en hedendaagse kunst kocht.

In 1911 moest Helene een zware operatie ondergaan. Ze had besloten dat als ze het zou overleven, zij voor haar collectie een ‘museumhuis’ zou bouwen dat ze wou nalaten aan het Nederlandse volk. Ze overleefde het. Vele plannen en ontwerpen voor musea werden gemaakt door beroemde architecten als Peter Behrens, Ludwig Mies van der Rohe en natuurlijk haar huisarchitect Hendrik Berlage. Ze werden allemaal door haar afgewezen. Ze was een veeleisende dame. Pas in 1938 zou het museum dat we van haar kennen geopend worden. Henry van de Velde was de architect.

Maar vóór die tijd, in 1913, kocht Anton het pand naast zijn hoofdkantoor, aan het Lange Voorhout nummer 1. Bremmer en Berlage hielden er kantoor en Kröller-Müller richtte het in als een museum. In de grootste zaal hingen de werken van Van Gogh uit zijn Franse tijd. Ook was er een zaal helemaal gewijd aan kunstenaars van het pointillisme, met werken van onder andere Georges Seurat, Paul Signac en Théo van Rijsselberghe. Een aparte kamer had ze ingericht met werken van symbolist Odilon Redon. Op de eerste verdieping hingen haar werken van de toen eigentijdse kunstenaars Piet Mondriaan, Juan Gris en Bart van der Leck. Maar de opstellingen veranderden constant: door nieuwe aankopen, maar ook omdat Kröller-Müller haar kunstwerken ging exposeren in het buitenland. Haar Van Gogh-verzameling ging tussen 1927 en 1932 regelmatig op tournee. Tegelijkertijd organiseerde ze samen met Bremmer op het Lange Voorhout tentoonstellingen van kunstenaars van wie ze meerdere werken in bezit had. Bijvoorbeeld van Joseph Mendes da Costa, Dirk Nijland, Jan Toorop en Isaac Israels. Iedereen mocht haar museum bezoeken, maar je moest van tevoren wel schriftelijk een toegangsbewijs aanvragen. Bremmer schreef de catalogi en Kröller-Müller gaf een aantal lezingen over moderne kunst. Ze schreef er ook een boek over. Kortom, het was een zeer kunstlievende en levendige bedoening, daar aan het Lange Voorhout nummer 1 en 3. En dat natuurlijk ook allemaal dankzij de grote sommen geld die Anton verdiende. Als Anton zijn bezoekers van zijn werkkamer naar die van Helene meenam, grapte hij vaak dat ze “nu van de creditzijde naar de debetzijde gingen”. Helene zelf was de eerste directeur in haar museum in Otterlo. Midden op de Veluwe, waar haar man zo graag op jacht ging. Toen zij een jaar later in 1939 stierf, nam Sam van Deventer het directeurschap over. Het kantoor van Anton en het museum van Helene in Den Haag aan het Lange Voorhout werden helaas door brand verwoest in het oorlogsjaar 1941.


Details

  • Schrijver

    Anne Marie Boorsma
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Lange Voorhout 1. Het eerste museum van Helene Kröller-Müller
  • Editie

    19-2020

Meest gelezen artikelen