Mijn jeugd in Mariahoeve
Het is november 1968 en al behoorlijk koud buiten. Een verkouden jongetje van net vier jaar zit voorin in het midden op de bank in een oude Ford transit bus die via via is gehuurd. Vader zit achter het stuur. Een grijze bus met de spiegels nog op de spatborden, achter in de auto een deel van onze huisraad. We gaan verhuizen van het Laakkwartier naar de nieuwe flat aan de Amethisthorst.
Aan de buitenkant staat een bouwlift tegen het nieuwe gebouw, de vaste liften zijn nog in aanbouw. Boven legt mijn moeder mij in mijn toekomstige kamer in een veldbedje; de vloer is nog kaal beton en er hangt een laken voor het raam als surrogaat gordijn. In gedachten hoor ik nog steeds een apart sonoor geluid, afkomstig van de oliepompen van de centrale verwarming. De pompen waren in het nog voor een deel leegstaande gebouw goed hoorbaar. Toch frappant dat je deze details na bijna 53 jaar nog zo precies weet.
Mijn ouders waren tijdens een van de vele fietstochten in de wijk Mariahoeve terecht gekomen. Een auto hadden we toen nog niet en we verplaatsten ons daarom met de fiets of openbaar vervoer. Ik zat dan achterop bij mijn vader, met een kussentje op de bagagedrager. Mariahoeve was een nieuwe wijk in aanbouw waar mijn ouders weleens wilden kijken. Onze bovenwoning in het Laakkwartier met een kolenkachel in de woonkamer verruilen voor een moderne flat met centrale verwarming, een echte badkamer en een enorm uitzicht over de omgeving. Dat leek mijn ouders wel wat. Om in aanmerking te komen voor een huurwoning in het gebouw waren er destijds strenge eisen.
Er kwam zelfs iemand in de oude woning kijken hoe je woonde. Dat is nu ondenkbaar! En dan kom je als ventje van net vier jaar in een nieuwe omgeving die volop in aanbouw is. Een heerlijke tijd om te spelen tussen alle zandhopen en in aanbouw zijnde gebouwen natuurlijk.
In die tijd speelden we buiten op straat, weer of geen weer. De tv ging in de avond pas aan voor de fabeltjeskrant en daarna ging je slapen. Ik kan mij niet herinneren dat de tv ooit overdag aan was. Op de plek bij de Amberhorst was Garage Jansen gevestigd, de Volkswagendealer. Daar stonden twee benzinepompen voor de deur. Een vriendelijke, oudere meneer met een lederen tas tankte de auto’s af en rekende vervolgens af met wisselgeld uit die lederen tas.
Het uitzicht vanuit onze woning was destijds fenomenaal. De wijk Essesteijn was er nog niet; je keek uit op groene velden, waar koeien graasden. Wij konden het oude stadhuis van Leidschendam zo zien liggen. Het winkelcentrum Mariahoeve, toen nog MAKADO geheten, is samen met ‘onze’ flat gebouwd door bouwbedrijf Meijer. Albert Heijn had toen nog twee etages. Bijzonder voor die tijd was de speciale liftconstructie waar je het winkelwagentje in kon schuiven zodat deze mee naar boven ging naast de roltrap.
Ik was vier en mocht naar de kleuterschool. Deze was vlakbij, een straatje over en ik was er. Na de kleuterschool kwam de eerste klas van de lagere school in zicht. Met zes jaar ging je daar naartoe om vervolgens zes klassen te doorlopen. Ook dat was naast de deur; de Louise de Colignyschool lag immers in dezelfde straat. Na een fusie in 1974 hebben de leerlingen van de Waalse school aan de Zwedenburg zich bij onze school gevoegd en is de naam veranderd in Waalse Louise de Coligny School.
Namen die ik mij uit mijn lagereschooltijd herinner, zijn het toenmalige hoofd der school meneer Visser. Een echt ouderwets schoolhoofd voor wie je ontzag had! De conciërge meneer Bezuijen kwam iedere dag met zijn kevertje uit Rijswijk naar school om daar in zijn kenmerkende beige stofjas (over zijn pak met stropdas heen) voor de koffie te zorgen en schoon te maken. In de eerste klas was juffrouw Prakken mijn lerares. Andere namen zijn juffrouw Timmer, juffrouw Kloosterman, de heer Van Gelder en het latere hoofd der school de heer Smit. We kregen altijd schoolmelk, van die driehoekige pakjes die in een apart, zwart krat gebracht werden.
De herinneringen aan deze school komen juist nu weer allemaal naar boven. De school, gebouwd in 1964, is namelijk sinds kort niet meer. Op het moment van schrijven ligt er een enorme berg puin op het terrein, puin van wat eens de school is geweest. Het markante gebouw is geveld ten behoeve van nieuwbouw. Het gebouw was oud, voldeed absoluut niet meer aan deze tijd en moest vervangen worden. Straks staat er een modern gebouw, maar de herinneringen zullen blijven.
De jaren verstreken en mijn vader is in 1974 getroffen door een hersenbloeding en invalide geraakt. Na een lang verblijf in het toenmalige Zeehospitium in Kijkduin – er is een zeer herkenbaar artikel over het ‘Zeehos’ geschreven in deze krant! – kon hij niet meer werken. Als jongen van tien maakt dat een grote indruk op je, dat realiseer je je later pas. Ik heb met veel belangstelling het verhaal van Josephine van Dijk gelezen over het Catharinaland en na het artikel ook een heel leuke mailwisseling met haar gehad. Zo veel punten van herkenning en gezamenlijke kennissen! Grappig detail is dat een aantal van de portiekbewoners die destijds met de opgroeiende kinderen op het Catharinaland woonden bij Josephine later allemaal naar de Amethisthorst zijn verhuisd. Onder andere de familie van Zijl en de dames Adam en Bossink, die helaas allemaal niet meer in leven zijn. Het zijn hier in de flat goede vrienden geworden en zij vertelden weer over het Catharinaland. Ik woon nog steeds in dezelfde flat, in de woning waar wij in 1968 nieuw kwamen wonen. Ik heb de flat al jaren geleden gekocht en woon er nog steeds met plezier. Samen met nog enkele andere families zijn wij de enige overgebleven bewoners van het eerste uur, de rest kwam en ging. Het zijn allemaal herinneringen…
Details
-
Schrijver
René van Donk -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Zwedenburg, Waalse School (basisschool), 1974. Foto: Jan Stegeman, coll. Haags Gemeentearchief -
Editie
26-2021