Een bewonderenswaardige losheid van stijl
In de derde jaargang van het tijdschrift Maatstaf staat een artikel waarin de Haagse schrijver Simon Carmiggelt (1913–1987) duidelijk maakt door welke andere schrijvers hij beïnvloed is. Na het lezen van kinderboeken las hij vooral boeken geschreven door Cornélie Noordwal, Herman Heijermans, Anton Tsjechov en Willem Elsschot. In dit rijtje staat één naam waar ik nog nooit van gehoord had, Cornélie Noordwal. Voor mij voldoende reden om op onderzoek te gaan.
Cornélie Alexandrine Noordwal is op 30 september 1869 in Den Haag geboren. Haar vader, Alexander, woonde in Gorredijk. Hij was onder meer kunstgraveur en enkele dagen in de week kwam hij naar onze stad waar hij op de Oude Vischmarkt een bedrijfje had. Later verhuisde hij naar de Lange Poten en hier is Cornélie geboren. Haar vader was toen werkzaam als effectenhandelaar en geldwisselaar. Hij was getrouwd met Sina de Haas, die enkele kinderen uit een vorig huwelijk had meegenomen. Cornélie heeft haar jeugd als onaangenaam ervaren, zoals ze later beschreef. Ze groeide op in een conservatief Joods gezin en over de leerkrachten van wie ze les heeft gekregen schreef ze: “Gij waart de gal en alsem mijner eentonige jeugd.” Toen ze twintig jaar was, behaalde ze de akte M.O. Engels en vervolgens heeft ze enige tijd als lerares Engels gewerkt. In 1893 publiceerde ze haar eerste roman, Geraldine. Hierin neemt ze stelling tegen het standsbewustzijn dat toen nog heel gewoon was en ook tegen het antisemitisme. Gedurfd voor die tijd. In januari 1901 verhuisde ze naar Brussel om aan het eind van dat jaar weer naar Den Haag terug te keren. Tot 1908 woonde ze op het adres Juliana van Stolberg-laan 206. (Dit huis is tijdens het bombardement van 3 maart 1945 geheel verwoest.) Van 1908 tot aan haar dood op 31 mei 1928 woonde Cornélie in Parijs. Ondanks enkele vriendschappen is het nooit tot een huwelijk gekomen.
Haar werk
Cornélie heeft veertien romans, twee novellen en een blijspel geschreven. Op de laatste twee romans na die zich in Parijs afspelen, zijn al die andere romans in Den Haag gesitueerd. Haar boeken zijn met humor en ironie geschreven. De positie van de werkende vrouw komt menigmaal ter sprake en bovendien krijgen we een inkijkje in het alledaagse leven aan het begin van de twintigste eeuw in onze stad. Deze boeken doen nog steeds modern aan. Ik begin te begrijpen waarom Simon Carmiggelt haar naam noemde in dat artikel. Cornélie had zelf ook grote bewondering voor het werk van Willem Elsschot. Ze heeft zelfs enkele brieven met hem gewisseld. De meeste van haar boeken zijn enkele malen herdrukt en ze werd wel de meest gelezen schrijfster van haar tijd genoemd. “In leeszalen en bibliotheken worden haar boeken letterlijk verslonden”, zo las ik ergens.
Een tweetal recensies met betrekking tot haar werk:
“Er zijn misschien weinig schrijfsters, die, aan den eenen kant zoo zeer door de kritiek genegeerd of afgekamd zijn geworden, en, aan den anderen kant, zoo veel succes bij het publiek vonden en zo’n bewonderenswaardige losheid van stijl hadden als Cornélie Noordwal.”
“Cornélie Noordwal is een bekende schrijfster wier boeken gereedelijk lezeressen vinden, ze heeft dan ook haar verdiensten, beschikt over een vaardige pen en op haar taal en stijl valt niet veel aan te merken, behoudens onnauwkeurigheden hier en daar, welke op rekening van haar vlugge pen kunnen worden gesteld. En zij weet een verhaal te leveren, ze beschikt waarlijk over een goede romanverbeelding. Dit laatste is een eigenschap, waarop lang niet alle Hollandsche auteurs zich kunnen beroemen en welke juist voor een grooten lezerskring vele buitenlandse romans, zoo nodig in vertaling, bijzonder gezocht doen zijn.”
Tot slot nog iets dat ik u niet wil onthouden. In haar tijd werd de naam van de kunstschilder Vincent van Gogh (1853-1890) zelden of nooit in een publicatie genoemd. Cornélie was de eerste die in een van haar boeken zijn naam vermeldde. In het boek De Winkeljuffrouw, dat in 1903 verschenen is, staat: “Je hebt niets geleerd en weet je aan wie je me denken doet in je brieven? Aan Vincent van Gogh. Natuurlijk weet je niet wie dat was. Het was een man, die niets was dan ziel, als jij, en daar hevig mee leefde: die dingen teekende en schilderde, door een leek belachelijk en dwaas gevonden, en die toch veel meer artiest bleek dan een massa schilders van naam, die onberispelijke landschappen en figuren geven. Nora had nooit van Vincent van Gogh gehoord het kon haar ook niet schelen wie hij was en of haar brieven zus waren of zoo”. En dan te bedenken dat een selectie uit de brieven van Vincent van Gogh pas twee jaar later werd uitgegeven. Kennelijk heeft ze een aantal brieven van Vincent van Gogh eerder onder ogen gekregen.
Wonderlijk dat er op dit moment nauwelijks boeken van Cornélie te vinden zijn, niet op Marktplaats niet bij bibliotheken hier in de buurt en niet bij antiquarische boekwinkels. De uitdrukking ‘Alle roem vergaat’ lijkt me hier op zijn plaats.
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Boeken Cornélie Noordwal -
Editie
16-2021