Skip to main content

Herinneringen aan de Prins Hendrikstraat


Wat een plezier gaf me de foto van de Prins Hendrikstraat in het artikel over ‘t Sunneke in de Haagse Tijden van 5 oktober 2021. ‘t Sunneke zei me niet veel, maar die foto des te meer. Het is de straat uit mijn jeugd. Het stukje straat waar ik minstens vier keer per dag liep. Wij woonden in de Van Diemenstraat en ik zat op school in de Tasmanstraat; de Mariaschool met juffrouwen en nonnen. Vanaf de kleuterschool tot en met de lagere school, dus zeker zo’n acht jaar van mijn leven. 

De kleuterschool was gemengd, dus ik heb nog een schoolfoto waarop ik met mijn twee jaar jongere broertje sta. Daarna werden jongens en meisjes apart ‘gevormd’. De jongens gingen naar de lagere school van de broeders in de Da Costa-straat, achter de pastorie van de Elandstraatkerk. De meisjes bleven in de Tasmanstraat. Na de lagere school konden ze eventueel doorstromen naar de huishoudschool, waarvan de toegangstrap helemaal rechts achterin de gang was. Het was een geweldig pand trouwens, met een klooster erachter en natuurlijk ook een prachtige kloostertuin, waar onze klassenfoto’s werden geschoten door een (beroeps)fotograaf.

Maar nu terug naar de foto van de Prins Hendrikstraat. Je ziet hier het stukje Prins Hendrikstraat tussen de Van Diemen-straat en de Tasmanstraat. Er stonden in mijn jeugd twee verkopers met een kraam op straat. Een bloemenman en een groenteboer. De man van de groenten en fruit was een flinke kerel, met wat blond-grijzig, krullerig haar met een zwarte pet op en een grijsblauw jasje aan. De bloemenman had glad, donker haar. Ik zie beiden nog zo voor me. Ze stonden net om de hoek, waar Jamin haar winkel had. Met die heerlijke ijsjes. Vanille-ijs met chocola eromheen op een stokje. Daar betaalde je toen nog maar vijf cent voor. Later kreeg je die ingepakte blokken, waar je wafeltjes omheen deed, voor tien cent. Daarnaast was HUS gevestigd, de brood- en banketwinkel. Voor meneer Jehee uit de Van Diemenstraat haalde ik daar wel eens een onsje Jan Hagel. Voor mijn moeder herinner ik me het HBH’tje. Een half-bruin-heel. Dat was een half broodje met twee korsten. We aten ook vaak Zeeuws tarwe. Als de HUS winkel zijn zonnescherm naar beneden had en ook de Géde, de drogisterijwinkel ernaast, sprong ik altijd in de lucht om net dat randje van het scherm aan te tikken. Ja, als kind zie je overal een spelletje of uitdaging in. 

De mensen in de drogisterij waren donker van haar. Ik herinner me een knappe jongeman met de naam André. Ik was nog wat te jong om daar echt belangstelling voor te hebben, maar ik noteerde het wel. Zijn zus werkte er ook, dacht ik. In mijn herinnering had ze prachtig, zwart lang haar. Daarnaast zat een lingeriewinkel, waar ik mijn eerste jarretelletje kreeg. Het was als een feestelijk gebeuren, een mijlpaal. Je werd een echt meisje, min of meer. Ook maakten we nog wel eens een uitstapje naar de andere lingeriewinkel in de straat, aan de overkant verderop naar het Prins Hendrikplein. Was het Wala? Hier had ik voor het eerst een bijbaantje, bij een apart stel. Ik geloof dat zij van Russische origine was, en ze hadden een zoontje.

Weer terug naar de foto. In dat rijtje had je ook Robol; de winkel met huishoudelijke spullen. Ik kan me nog een lampenzaak herinneren. Mogelijk dat die in de plaats kwam van de lingeriewinkel. Op de hoek, waar ik om moest slaan op weg naar school, was een café. Verderop in de Tasmanstraat waren de garages van de rouwstallen. De kantoren en de rouwkamers waren aan de andere zijde van het pand, in de Van Diemen-straat gevestigd. Tegenover de garages was de Mariaschool met twee speelpleinen. 

Ik kwam in de eerste klas bij juffrouw Vollenhoven. Zij was een sensatie. Een moderne, jonge vrouw, die een strak truitje droeg, waarin haar pronte borstpartij goed uitkwam. Wij noemden het een ‘sekstruitje’. Dat was wat, op een school met allemaal nonnen en enkele verstokte vrijgezelle juffrouwen. Al moet ik bekennen dat ik goede herinneringen heb aan juffrouw Van den Heuvel, die mogelijk eigenlijk een mevrouw was. Ook een bijzondere gebeurtenis op die school was dat er een mannelijke directeur kwam. De heer Welters. Dat was echt een belevenis. De man was onwaarschijnlijk aardig, vond ik. Een verademing! Nieuwe tijden braken aan, er hing verandering in de lucht. En langzaam werden de schoolklassen gemengd. Dat gebeurde van onderaf met meer klassen tegelijk. Dus was het voor ons meisjes van twaalf of dertien jaar wel gek om in ons laatste schooljaar ineens met jongens te zitten. 

Ik herinner me juffrouw Terstroet nog in de tweede klas. Juffrouw van Leeuwen hadden we twee jaar achter elkaar en mevrouw Groenendijk, type streng maar rechtvaardig. De zesde klas hadden we juffrouw W., van wie ik al vreesde in haar klas terecht te komen. Toen ik eens een som nog snel wilde opschrijven, stond ze al naast me en sloeg verschillende keren met haar knokkels tegen mijn hoofd, met elke lettergreep van haar woorden: Hoef… jij… niet… te… luis… te… ren… Kreeg ik dreun na dreun. Ja, dat voelde als onrecht en ik ben het nooit vergeten. Wraakgevoelens heb ik lang gekoesterd. Maar toen ik haar jaren later eens zag lopen, een klein oud mensje, heb ik het maar laten gaan. Zoals ik al aangaf, het waren andere tijden. Maar het waren ook mooie tijden. Toen was geluk nog heel gewoon, om maar een bekende uitdrukking te gebruiken.


Details

  • Schrijver

    Maria Evers
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
  • Fotobijschrift

    De foto van de Prins Hendrikstraat die mijn herinneringen terugbracht. Foto uit 1963, collectie Haags Gemeentearchief
  • Editie

    24-2021

Meest gelezen artikelen