Skip to main content

Het voormalig zeevaartonderwijs in Schevenings Den Haag


Van jongs af aan wist ik het al: zo gauw mogelijk van school af om de zeven zeeën te gaan bevaren. In het kielzog van mijn vader, over wie ik hier eerder al eens schreef. Als opgroeiende jongen bezocht mijn vader na de ambachtschool (de latere LTS) op het Veluweplein de zogeheten Machinistenschool, waar hij slaagde voor het Voorlopig Diploma. Dat was het begin van zijn loopbaan als scheepsmachinist, daarbij alle rangen doorlopend tot die van eerste machinist. En is het dan zo gek, dat ik als zeemanskind niet moest denken aan een baantje aan de wal? 

Daar kwam bij dat ik als jochie werd aangemoedigd door de strip van de maatjes Bulletje en Boonenstaak, die als verstekelingen aan boord van een vrachvaarder een wereldreis zouden gaan maken. Wat een geweldige avonturen maakten die knapen op die manier mee! Daarom liet ik mij zo gauw het kon inschrijven aan de derde Ambachtsschool in de Zwaardstraat op Scheveningen, waar men ook voor een opleiding voor scheepsmachinist verzorgde. Niet alleen met MULO of drie jaar HBS kon je daar terecht, maar ook via de ambachtschool, zij het via een andere route, een wat meer op theorie toegesneden lesprogramma. 

En wat ging er toen voor mij op die technische school een totaal andere wereld open, vooral die van de werkplaats. Hier werden mijn schone handen opeens smerig en beroet, en brak het zweet me ongekend uit tijdens het ijzer smeden in de smidse. Daar kreeg ik pijn in mijn oren van het veilen en draaien en boren en frezen van stukken dwars metaal. Ja, dat was heel andere koek dan de vroegere proefjes bij de biologie- en scheikundeles in het natuurkundelokaal. Minstens de helft van de schooluren bracht je opeens door in een plakkerige, stijf van het vet overeind staande overall. Voor die praktische werkstukken kreeg je uiteraard een cijfer. Mij kostte het alle moeite om daar meer dan een vijf voor te scoren. De theorielessen daarentegen bevielen mij een stuk beter. Hoe bijvoorbeeld een stoommachine in elkaar stak, en hoe het proces daarbij verliep, de expansie via de cilinders, de aandrijvende zuigers, de overbrenging op de krukas en de scheepsschroef. Sommige onderdelen daarvan moest je ook uittekenen, zoals de doorsnede van een stoomketel, en dat op een nauwkeurig aangegeven schaal. Voor mij was het interessante hiervan dat je de werking, noem het voor mijn part de binnenkant, van die dingen leerde kennen. Net zoals een arts eerst het menselijk lichaam in zijn finesses moet leren ontleden, om het in zijn samenhang te kunnen begrijpen en zo nodig te diagnosticeren. 

Deze derde Ambachtsschool, met de inmiddels verkregen status van rijksmonument, werd begin jaren dertig ontworpen door de architect J. Duiker. Mijn herinnering aan dit gebouw schiet in alle opzichten te kort. Ook wat mijn klasgenoten betreft. Maar diverse foto’s en beeltenissen op internet tonen het gebouw in de combinatie van glas, staal en beton, een strak ontwerp in de stijl van de z.g. Nieuwe Zakelijkheid. Wereldberoemde kunstenaars als Mondriaan en Rietveld stonden aan de wieg van deze kunstrichting.

Overigens waren er destijds op Scheveningen nog andere scholen die opleidden voor een beroep bij de zeevaart. Zoals de Visserijschool en de Zeevaartschool. Op deze laatste aan de Visserijhaven studeerde mijn boezemvriend Hans Remeyn, die mij ‘s avonds tegen donker wees op sterrenbeelden als Orion en de Grote Beer, en niet te vergeten het baken van de Poolster. Daarover leerde hij op school bij sterrenkunde, en het gebruik ervan om je plaats op zee te kunnen bepalen. Ook op de verschillende typen wolken, die bij het vak meteorologie ter sprake kwamen, wees hij mij met plezier. “Kijk, die massale, opbollende stapeling, daar gaven ze de naam cumulonimbus aan”, of, “dat laaghangende, regenachtige, grijze gedoe heet altostratus.” En ja, toen begon ik steeds meer te twijfelen aan mijn keuze voor de technische kant van de zeevaart. De magere zesjes gaven uiteindelijk de doorslag. Na wat heen en weer gepraat, kreeg ik van thuis mijn zegen op deze overstap, zij het op voorwaarde dat het niet op Scheveningen zou zijn. Op die Zeevaartschool zou ik pas later lessen gaan volgen, sinds ik in het verre Vlissingen mijn diplo-ma voor leerling-stuurman had behaald en aansluitend daarop het verplichte jaar als leerling stuurman had volbracht. Het was ook hetzelfde Scheveningen waar je voor een examencommissie verscheen als je voor een hoger diploma opging. Voor stuurman waren dat er drie, de zogenoemde derde, tweede en eerste rang. Zelf kwam ik mede door een afkeuring van de ogen niet verder dan de derde rang. De ogen van een stuurman moesten in die tijd perfect zijn en zeker niet kleurenblind. Een bril was taboe. Je moest met het ongewapend oog bijvoorbeeld de sterren al kunnen ‘schieten’ als het buiten nog aardig licht was. Ook omdat er geen goede radar aan boord was, moest je volledig op het oog kunnen vertrouwen als je op uitkijk stond, in weer en wind, zoals bij slecht zicht wanneer het mistte. Hierover schreef zeemansdichter Jan Slauerhoff: “Ster/ Een lange ingespannen blik,/ Hecht zich soms aan een sterke ster,/ Die alleen staat en stralend ver,/ Stil als een eeuwig ogenblik. (....)”

Het is misschien overbodig te vermelden dat het zeevaart-onderwijs al sinds jaar en dag uit het Schevenings Den Haag is verdwenen. Het teruglopen van de bedrijfstak koopvaardij in Nederland had tot gevolg dat door fusies en opheffingen het aantal zeevaartopleidingen werd teruggebracht tot vier. Te weten op Terschelling, in Vlissingen, Rotterdam en Amsterdam. In de tussentijd werden er ook vrouwen tot deze beroepsgroep toegelaten en werd tevens de gecombineerde opleiding stuurman- scheepswerktuigkundige in het leven geroepen. En als kers op de taart werd het voorvoegsel ‘hogere’ aan de opleiding toegekend. In Amsterdam hielden ze het bescheiden en bleef het daarbij: Hogere Zeevaartschool. De drie andere scholen stapten over op namen als Maritiem Instituut, Mainport Acadamy en De Ruyter University. Ook op dit front mankeert het dus niet aan diversiteit. 


Details

  • Schrijver

    Theo van der Wacht
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Zwaardstraat, derde Ambachtsschool, 1930. Foto: collectie Haags Gemeentearchief
  • Editie

    26-2021

Meest gelezen artikelen