Van melkboer naar melkkoerier
Het is nog niet zo lang geleden dat in het straatbeeld de melkboer niet ontbrak. Iedere wijk kende zijn vaste bezorger die melk van Haagse melkfabrieken als Van Grieken, De Sierkan, Menken of Leerdam aan de deur verkocht. De melkfabrieken zijn verdwenen, maar hoe zit het met de melkboeren?
Melkfabrieken
Tot aan het einde van de negentiende eeuw werd in de Nederlandse steden melk nog rechtstreeks van de boer aan de deur verkocht. Melkhandelaren haalden de melk bij de boeren op, brachten die naar uitgiftepunten in de stad en vandaar gingen de melkboeren de huizen langs. Deze onbewerkte melk was beperkt houdbaar en ging snel in kwaliteit achteruit, zeker in de zomermaanden. Het was in 1860 dat de Franse scheikundige Louis Pasteur ontdekte dat schadelijke bacteriën bij beperkte verhitting al gedood werden. Deze uitvinding maakte het mogelijk melk zodanig te verhitten dat het langer houdbaar werd en de smaak behouden bleef.
Apotheker Mouton nam samen met enkele collegae en de heer Koentz in 1879 het initiatief melkfabriek De Sierkan op te richten. Zij maakten zich zorgen over de kwaliteit van de melk en daaraan gerelateerde problemen voor de gezondheid. Met de nieuwe methode van pasteuriseren kon de bevolking van Den Haag zonder problemen van verse melk worden voorzien. De Sierkan was een groot succes en het aantal uitgiftepunten steeg snel. Zelfs buiten Den Haag werden vestigingen geopend en was het merk een begrip.
In de Schilderswijk was het Hendrik van Grieken die in 1899 op 22-jarige leeftijd een eigen melkhandel begon. Hij zag het succes van De Sierkan en voorzag een groeiende afzetmarkt in de snel uitbreidende volkswijk. Hij ging daarom na enige tijd ook over tot het bewerken van zijn melk met een eigen pasteuriseermachine. Zijn vooruitziende blik werd bewaarheid en zijn zonen namen het initiatief aan de Loosduinseweg een grote melkfabriek te stichten om aan de grote vraag te kunnen voldoen. Via de Loosduinse vaart werd de melk van Westlandse boeren in een dag aangevoerd en verwerkt, waardoor Van Grieken Melk een begrip in de stad werd.
In 1940 kreeg hij concurrentie van de gebroeders Leerdam, die niet alleen de twee melkwinkels van hun vader overnamen maar ook een ultramoderne melkfabriek aan de Marktweg lieten bouwen. Deze fabriek, gelegen aan het Laakkanaal, lag gunstig ten opzichte van de nieuwe wijk Moerwijk en moest al snel uitbreiden om aan de groeiende vraag, die verder reikte dan Den Haag, te voldoen.
Melkoorlog
De melkprijs lag tot aan het begin van de jaren zeventig wettelijk vast om de melkconsumptie te bevorderen en de melkdistributie te beschermen. Tegelijk met de opkomst van de supermarkten werd de vaste prijs losgelaten en brak er een heuse ‘melkoorlog’ uit, met stuntprijzen per liter waar de kleine melkboeren niet tegenop konden. Leerdam ging noodgedwongen aan de plaatselijke supermarkten leveren, waardoor zij haar eigen distributiekanaal van melkboeren beschadigde. De ‘melkoorlog’ had ook tot gevolg dat door fusies grote zuivelcoöperaties (FRICO, Campina etc.) ontstonden, die lokale melkfabrieken als De Sierkan en Leerdam opkochten. Menken en Van Grieken dachten door een fusie hieraan te kunnen ontsnappen. Dankzij de productie van frisdranken en vruchtensappen (o.a. Jaffa drinks) naast de traditionele zuivelproducten, konden zij het hoofd nog enige tijd boven water houden. Maar niet voor lang. In 1998 werden zij als laatsten in de regio opgekocht en werd de melkfabriek in Wassenaar gesloten.
De melkkoerier
De melkboer is ruim honderd jaar een vertrouwde figuur op straat geweest. Jasje aan, geldtas om de nek, grote melkbus met kraantje op de kar, plus enige kratten met flessen. Soms met een mand om de portiekwoningen langs te gaan. Melkpakken en melkkartons kwamen later en vergemakkelijkten het werk. Niet meer pannetjes vullen in de open lucht, maar flessen in een rekje, met al dan niet het boekje met de bestelling voor melk, boter of eieren. Zwaar werk in weer en wind, lange dagen en magere verdiensten.
Dat met het verdwijnen van de melkboer er een nieuwe voor in de plaats zou komen had niemand voorzien. Uiteraard niet meer de man met het jasje en de geldtas, maar een jonge frisse bezorger die zich melkkoerier noemt. De vierde generatie Menken heeft in coronatijd de moed opgevat het oude vak van overgrootvader Leen Menken weer op te pakken. Verkocht Van Grieken in het begin zijn melk nog onder de noemer ‘Melk van eigen vee’, nu verkopen de jongelui van Menken Zuivel hun melk onder het motto ‘Alles begint met melk’. Zij betrekken de melk van één boer, bewerken het zelf en verkopen het alleen in flessen. Kortom, direct van de boer bij de klant, net als toen.
Met wat goede wil zijn de nieuwe winkelbezorgers van PICNIC, AH, of Gorillas ook als opvolgers van de melkboer te beschouwen. Zij verkopen dagverse melk, hebben hun eigen wijk en zijn een vertrouwd beeld op straat geworden. Zo wordt verse melk, weliswaar in een ander jasje, weer gewoon aan huis bezorgd.
Details
-
Schrijver
Ton van der Pijl -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Kar van de N.V. ’s Gravenhaagsche Melkinrichting De Sierkan, 1950. -
Editie
1-2022