Skip to main content

Winkeljuffrouw bij De Sierkan

De Sierkan was een keten melksalons, die aan het begin van de twintigste eeuw goede melk verkocht, voor goede prijzen. Melk die niet meer door de boer verkocht werd, maar in een moderne, hygiënische omgeving. Mijn moeder werkte als winkeljuffrouw bij De Sierkan van 1927 tot aan haar trouwen op 24 juni 1936. Daarna niet meer. Een getrouwde vrouw mocht niet werken. Dat was een schande in die tijd.

Mijn moeder heeft bij De Sierkan een leuke tijd gehad. Met haar cheffin (Clara Anna Oudshoorn), die vijftien jaar ouder was dan mijn moeder, kon zij goed opschieten. Hun verhouding was zo goed dat Clara elk jaar rond mijn moeders verjaardag op bezoek kwam. Daar keken wij als kind naar uit, omdat ze altijd leuke cadeautjes voor mijn moeder meenam. Af en toe werden wij ook getrakteerd op een cadeautje. Mijn zus kreeg het boek Alleen op de wereld (over weeskind Rémi en straatmuzikant Vitalis) en ik kreeg het boek Dik Trom (de vader van Dik Trom zei altijd over hem: “het is een bijzonder kind, en dat is-ie”). Wij spraken haar aan met tante Clara. Bovendien nam ze altijd voor de hele familie een doos bonbons en Haagsche Hopjes mee. Geweldig vonden wij dat. Eindelijk iets lekkers bij de thee…

Wij hadden het thuis niet breed. Er stond een stoel (die moest doorgaan voor een fauteuil) en als je er op zat dan kraakte het aan alle kanten en mocht je blij zijn dat je er niet doorheen zakte. Die stoel was nogal armoedig… Tante Clara, directiesecretaresse van de heer J.P. Rademaker (directeur van de Haagse firma Rademakers en bekend om zijn Haagsche Hopjes) vroeg aan mijn moeder of ze een nieuwe stoel wilde hebben. Dit was niet tegen dovemans oren gezegd en een maand later werd er een Libertystoel (een luxe fauteuil voor die tijd) afgeleverd. Een heerlijke luie stoel en in standen te stellen. Pa zat er regelmatig in om te knorren en om van zijn sigaartje (Senator) te genieten. Elk jaar keken we uit naar deze rijke tante. Het was altijd een uitbundige begroeting als ma en Clara elkaar (na een jaar) weer zagen. 

Er werden herinneringen van vroeger (uit De Sierkan-periode) opgehaald en er werd door ma en Clara enthousiast gepraat over Conny Stuart (de Haagse cabaretière en zangeres) en Wim Sonneveld. Tante Clara was altijd erg geïnteresseerd en wilde alles weten over hoe het met mijn broer, mijn zus en mij ging. Ik luisterde aandachtig naar de verhalen van tante Clara en stelde haar zo nu en dan een vraag. Ze zei tegen mij: “Ik zie het al, jij komt er wel. Henk, de doktoren hebben nu iets uitgevonden dat je geen bril meer nodig hebt maar lenzen (contactlenzen) en als jij dertig jaar bent dan hoef je die bril niet meer te dragen.” Mijn broer Joop was van de middelbare school af en was zoekende naar werk. Tante Clara zei: "Als Joop niet te veel noten op zijn zang heeft, kan hij bij ons op kantoor komen werken."

Zo gezegd, zo gedaan! Joop heeft een aantal jaren bij de Firma Rademaker gewerkt. Dit ging allemaal goed, totdat Joop boude uitspraken op het kantoor van Rademaker deed. Hij werd verzocht zijn excuses aan te bieden. Dit deed hij niet. De ontslagprocedure werd in gang gezet en hij werd ontslagen. Na dit gebeuren is tante Clara nooit meer op bezoek geweest. Tot moeders grote verdriet…

 


Details

  • Schrijver

    Henk van Dorp
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    De dames van melksalon De Sierkan in de Haagsche Passage, 1934. V.l.n.r. Clara, Bep en mijn moeder Dora.
  • Editie

    8-2022

Meest gelezen artikelen