De Ziel van De Binckhorst
De aanleiding van dit artikel is het boek dat ik schreef over kasteel De Binckhorst en het gebied waarvan het de naamgever is hier in Den Haag. Waarom moest dit boek er komen? Dat is de ‘schuld’ van mijn man Menno. Als geboren Hagenees en groot liefhebber van monumenten kon hij het kasteel begin jaren negentig kopen om het te restaureren en te verhuren.
Vanaf dat moment al had hij de drang om de historie van het verborgen kasteel (want onbekend bij de meeste Hagenaars) boven water te halen. Hij bleef maar bij me aandringen om heden, verleden en toekomst ervan in een boek vast te leggen. Maar ik had een opgroeiend gezin en mijn werk als journaliste bij een krant. Het kwam er jarenlang nooit van. Die wens van Menno bleef wel als een Zwaard van Damocles boven mijn hoofd hangen, zo van ‘dat moet ook nog’…
Een jaar of vijf geleden dacht ik: ‘Nu moet het er maar eens van komen.’ Ik begon er met frisse tegenzin aan, om de eenvoudige reden dat onbekend onbemind maakt. De nodige feitelijke gegevens hadden we natuurlijk wel: het kasteel is in 1308 gesticht door Simon van Benthem. Het is diverse keren belegerd en vernield, heeft de Hoekse en Kabeljauwse twisten en het Beleg van Leiden nog meegemaakt, maar heeft altijd standgehouden. We hadden ook al een aantal prenten en schilderijen waar het kasteel en de gelijknamige polder op stonden in huis, zo gaat dat dan. Boeken genoeg die - doorgaans heel kort - iets van de geschiedenis vertelden.
Maar waar verder te zoeken? Wie had er gewoond, geleefd, geschiedenis gemaakt? Pas toen ik in deze krant een oproepje mocht doen (‘Wie heeft er nog herinneringen aan kasteel De Binckhorst?’) en zich mensen meldden, werd ik enthousiast. Er melden zich mannen die er als weeskinderen hadden gewoond. Een man die er 25 jaar herdenkingen had georganiseerd voor drie gesneuvelde soldaten, bij het eerste oorlogsmonument van het land dat nou precies achter ‘ons’ kasteel staat. Een vrouw wier familie er als vluchtelingen onderdak hadden gevonden na het bombardement van Rotterdam. Een nazaat van een familie die er eeuwen geleden had gewoond, Snouckaert van Schauburg, die zo enthousiast was over het kasteel en er bij de gemeente een lans voor brak: het moest meer aandacht krijgen! Zo ging het maar door.
De stenen gingen steeds meer leven
Daarbij komt dat mijn zoektochten - digitaal en in persoon - langs musea en archieven de meest unieke en mijns inziens prachtigste prenten en afbeeldingen opleverden. Niet alleen het kasteel, maar het hele gebied De Binckhorst blijkt eeuwenlang een grote bron van inspiratie te zijn geweest voor kunstenaars. Vincent van Gogh die de Laakmolen en de Binckhorstpolder vanuit zijn huis schilderde. Jan van Goyen die zijn beroemde Gezicht op Den Haag vanuit het zuidoosten vanuit De Binckhorst afbeeldde. En als klap op de vuurpijl kwam ik tot de ontdekking dat het kasteel en de polder staan afgebeeld op het wereldberoemde schilderij De Stier van Paulus Potter.
Het waren stuk voor stuk momenten van pure euforie als ik weer een afbeelding vond die zich ervoor leende om groot in het boek in wording op te nemen. Het ontrafelen van de historie was een tijdrovend en langdurig proces. Het zijn allemaal stukjes en brokjes waar je een lopend geheel van dient te maken, en internet kan handig zijn, maar werkt ook vervuilend. Primaire bronnen zijn natuurlijk vele malen betrouwbaarder.
Gaandeweg kwam ik tot de ontdekking dat behalve aan heden, verleden en toekomst van kasteel De Binckhorst, in het boek flink aandacht geschonken zou moeten worden aan het gebied waar het de naamgever van is. Want dat wordt juist in deze jaren getransformeerd tot grootste randstedelijke urbanisatie. Er komen tienduizenden mensen te wonen en te werken. Die willen vast meer weten van de historie van hun woon- of werkomgeving: de Trekvliet, de bedrijven, de andere landmarks, de toekomstige projecten. Ik heb het boek ‘breder getrokken’ zogezegd.
En nu ligt De Ziel van De Binckhorst er. Nog steeds heb ik het idee dat het nog niet af is. Dat is een boek natuurlijk nooit. Je kunt blijven aanvullen, zoeken, vinden, schaven en schuren. Maar op een gegeven moment moet je het gaan loslaten, want anders komt het er nooit. Het schrijven van een dergelijk boek is in principe een eenzame bezigheid. Hoe fijn is het dan als je vanuit het Haagse mensen leert kennen die je op onbaatzuchtige manier enthousiasmeren? Dat waren - los van mijn eigen man natuurlijk - mensen als Jan van der Ploeg, Charles Dumas, René Dessing en Walter Snouckaert van Schauburg. Mannen met liefde voor de historie, die belangeloos meedachten en me informatie of afbeeldingen verschaften.
Er waren meer opstekers. Toen ik bezig was met de laatste loodjes bleek de Commissaris van de Koning in Zuid-Holland, Jaap Smit niet alleen bereid om het voorwoord te schrijven, maar hij was daarin dusdanig lovend over het boek dat ik er een krul van in mijn neus kreeg. Op het moment dat de Haagse burgemeester Jan van Zanen, die begin dit jaar een bedrijfsbezoek aan De Binckhorst bracht, dat hoorde, zei hij spontaan: “Nou, dan schrijf ik het nawoord!” Ook de toezegging om te zijner tijd het eerste exemplaar in ontvangst te nemen, was snel gedaan. En ik dacht eerlijk gezegd, heel onparlementair: twee voor de prijs van één! Ik mocht het eerste exemplaar onlangs aan ‘Jan van de gemeente’, zoals hij zichzelf pleegt te noemen, overhandigen.
Ik hoop oprecht dat dit boek (de geschiedenis van) kasteel De Binckhorst en het gelijknamige gebied doet herleven en er een nieuwe, frisse kijk op werpt. Hoewel ik me terdege realiseer wat het frustrerende van historisch onderzoek is: het roept altijd weer nieuwe vragen op. Je kunt nooit helemaal volledig zijn…
Details
-
Schrijver
Miep Smitsloo-de Graaff -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Kasteel De Binckhorst, een goed bewaard geheim. Veel Hagenaars kennen het kasteel, dat uit 1308 dateert, niet. Sinds de sloop van het voorliggende Poortgebouw staat het weer in het zicht vanaf de Binckhorstlaan. De gemeente Den Haag is voornemens om de bebouwing tussen kasteel en Trekvliet te slopen, zodat het kasteel ook vanaf het water weer in het zicht komt. Foto: Maurits Smitsloo -
Editie
14-2023