Een geweldig sympathieke Haagse pianist
Terwijl ik door een van de lange gangen van de Kweekschool van het Haags Genootschap liep, hoorde ik dat er iemand in het muzieklokaal achter de vleugel zat. Nieuwsgierig als ik ben, liep ik erheen en toen ik de deur opendeed, werd ik overspoeld door de klanken van een boogiewoogie. Achter de vleugel zat een Indische jongen die ik nog nooit eerder gezien had en zo leerde ik Robbie Agerbeek kennen.
Robbert Arris Jules Agerbeek is op 28 september 1937 in Batavia Nederlands-Indië geboren. Zijn vader Willem was werktuigkundige bij de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij en zijn moeder Maria Elisabeth Wilhelmina van Ekris was piano-lerares. Toen Rob twee jaar oud was, ging hij met zijn vader en moeder met verlof naar Holland. Later zouden er nog drie kinderen bijkomen. Vlak voordat de Tweede Wereldoorlog in ons land begon, zijn ze teruggegaan naar Indië. Toen Indië veroverd werd door de Jappen was vader buitengaats en hij heeft onder meer op een schip van het Rode Kruis bij het eiland Sicilië gewonden vervoerd. Maria werd gesommeerd om met haar kinderen hun huis te verlaten, maar toen de Japanse officier zag dat ze een zieke grootvader in huis hadden, mochten ze voorlopig thuisblijven. Dit ‘voorlopig’ heeft de hele bezetting geduurd.
In 1954 kwam het gezin naar Nederland en ze werden in een opvangpension in Amsterdam ondergebracht. Na enige tijd verhuisden ze naar Voorburg waar ze in de Laan van Swaene-steijn gingen wonen. Rob ging naar de MULO en in 1956 behaalde hij zijn diploma. Hoewel hij evenals zijn moeder naar het Conservatorium in Den Haag wilde gaan, werd hem dit sterk afgeraden. Hij kon beter naar de Kweekschool gaan en zo kwam hij in de eerste leerkring van de Kweekschool van het Haags Genootschap terecht. Hij heeft hier zo’n drie jaar rondgelopen, hoewel hij niet vaak aanwezig was. Hij speelde liever piano. Rob keek hoe andere jazz-pianisten speelden en luisterde naar grammofoonplaten, en probeerde dit dan na te spelen. Omdat hij een natuurtalent was, lukte dat ook. Hij heeft in die tijd ook nog op de School voor Taal en Letterkunde Engels gestudeerd, maar dat was van korte duur. Vervolgens is hij naar Zweden gegaan waar hij behalve als bordenwasser ook al als pianist zijn brood kon verdienen. Hierna ging hij naar Parijs en in die tijd heeft hij enkele diploma’s op het gebied van het verzekeringswezen gehaald.
In 1965 is Rob getrouwd met Doreen Nuij. Ze kregen twee zoons, Robbert en Arris. Omdat zijn schoonvader vond dat hij een baan moest gaan zoeken, is hij via een uitzendbureau bij het Nutsziekenfonds terecht gekomen en hier heeft hij tot 1997 gewerkt. In dat jaar kon hij met de VUT gaan. Naast het piano-spelen heeft hij dit al die jaren volgehouden, onder andere omdat hij zijn kinderen wilde zien opgroeien. Zijn oudste zoon Robbert vertelde mij dat ze een heel fijne vader aan hem gehad hebben. Veel musici willen dit soort vastigheid niet, met alle gevolgen van dien. Ze zijn vaak van huis, al of niet in het buitenland en leiden een onregelmatig zo niet ongezond leven. Rob en Doreen gingen in de Van Anrooystraat in Loosduinen wonen en later is Rob naar de Frederikstraat verhuisd, waar hij tot aan zijn overlijden zou blijven wonen. In 2017 werd hij benoemd tot Officier in de orde van Oranje-Nassau. Hij kreeg deze hoge onderscheiding omdat hij zich al die jaren heeft ingezet voor de jazzmuziek in ons land. Op 5 juli 2023 is Rob Agerbeek in Den Haag overleden.
Een zeer veelzijdig musicus
Zoals ik hiervoor al schreef, heeft Rob leren pianospelen zonder dat hij hier les in heeft gekregen. Toen hij nog jong was, heeft zijn moeder het geprobeerd maar dat heeft niet lang geduurd. Hij had grote bewondering voor de manier waarop Rob Madna en Hein van der Gaag jazzmuziek speelden en ook van Frans Elsen heeft hij het nodige geleerd. Zijn moeder hield ook van jazzmuziek en Frans Elsen woonde bij haar om de hoek, zodat Rob vaak bij zijn moeder op bezoek ging. En niet te vergeten de Canadese pianist Oscar Peterson van wie hij de manier van spelen zeer bewonderde. Hoewel hij alle stijlen die binnen dit soort muziek passen beheerste, vond hij dat het pianospel ‘aards’ moet zijn. Niet te theoretisch. De kern lag voor hem in de blues en de boogiewoogie en deze varianten heeft hij dan ook tot op het allerlaatste ten gehore gebracht.
Rob heeft zowel bij de Dutch Swingcollege Band als bij de The Jazz Messengers van Art Blakey gespeeld, zowel bij de Millers als samen met de saxofonist Ben Webster. Dat dit een zeer beperkte greep uit al de orkesten en personen met wie hij gespeeld heeft is, moet u maar van mij aannemen. Rob heeft de nodige prijzen gewonnen, zoals in 1958 al tijdens het Haagse Jazzconcours. Daarnaast componeerde hij. Een van die composities draagt de titel Little ‘Miss Dee’. Voor wie hij deze compositie gemaakt heeft, lijkt me duidelijk, zijn vrouw Doreen.
Alweer enkele jaren geleden heb ik Rob nog gesproken. We hebben herinneringen opgehaald aan de Kweekschool en de School voor Taal en Letterkunde. Ik las een aankondiging van de Jazz Sociëteit Wassenaar waarin onder meer stond: “Rob Agerbeek is een van de meest veelzijdige pianisten van ons land. Agerbeek zal zich begeven tussen de wereld van de boogiewoogie en de hard bop dus voor de liefhebbers van authentieke jazz belooft dit een boeiend muzikaal reisje te worden. Deze Haagse muzikant begon pas rond zijn zeventiende jaar met pianospelen en is autodidact. Toch vestigde hij direct goed zijn naam, toen hij in 1958 zowel het Haagsche Jazz Concours als het Nationale Jazz Concours won. Behalve pianist is hij ook arrangeur, bandleider en componist”.
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Een van de vele platen die Rob gemaakt heeft -
Editie
17-2023