Skip to main content

Bijzondere stilteplek midden in Den Haag

Vrijwel onaangeroerd, 429 jaar oud, midden in de stad. Het is een plek die geschiedenis ademt. De historie van de Joodse inwoners van Den Haag. Hier liggen meer dan 10.000 van hen begraven. 2860 grafzerken getuigen ervan. De Joodse begraafplaats in Den Haag.

In 1694 verwierf Alexander Polak, die eigenlijk Ziskind Pos heette en uit het Poolse Pozno (Poznan) kwam, een stuk duin ten oosten van het Schevenings tolhuis teneinde ‘haare dooden’ te kunnen begraven. Polak kwam via Amsterdam in Den Haag terecht. Den Haag kende destijds een groeiende Joodse gemeenschap - de eerste Joodse bewoner werd in 1674 geregistreerd - bestaande uit Sefardische joden (afkomstig uit Portugal en Spanje) en Asjken-azische joden (Europese joden, veelal uit Oost-Europa. Ook wel bekend als Hoogduitse joden). Het waren vluchtelingen die een nieuw thuis zochten.

Alexander huurde het stuk duin in het niemandsland tussen Den Haag en Scheveningen van de Raden en Rekenmeesters van de domeinen van Holland en West-Friesland. Voor de 85 vierkante meter moest per jaar tien schilling pacht betaald worden. De pachter moest het stuk land zelf afpalen. Na een jaar werd het gebied al uitgebreid naar 142 vierkante meter. De tollenaar bij de Scheveningse weg - het tolhuis staat er nog - werd tevens beheerder van de dodenakker.

In 1710 kregen de twee groepen joden die er hun geliefden te ruste legden ruzie. Dat leidde tot een splitsing van de begraafplaats in twee gelijk delen. Er kwamen ook twee beheerders. Zowel de Portugese als Hoogduitse joden breidden hun deel van de begraafplaats diverse malen uit. In 1776 kochten de Portugese joden de erfpacht af. In 1849 volgden de Hoogduitse joden. Het terrein was nu geheel in eigendom. De begraafplaats kende een houten omheining. Pas in 1850 werd die vervangen door een bakstenen muur. Die staat er nog steeds; 550 meter lang rondom inmiddels twee hectare (20.000 vierkante meter) grond.

Wie zich er nu beweegt, valt niet alleen de rustgevende stilte op. Tussen het gras en onder monumentale eiken rijen van honderden grafstenen. Keurig gerangschikt. De meesten liggend (gebruik bij de Sefardische joden), slechts enkele opstaand (normaal voor de Hoogduitse joden, doch die ‘schikten’ zich in deze). De tijd lijkt er te hebben stilgestaan. Dat is ook zo. Het gebied is nooit echt op de schop genomen. Ondanks de hoeveelheid grafstenen steekt het aantal nog schril af tegen de meer dan 10.000 joden die hier ter aarde zijn besteld. Dat heeft een aantal oorzaken. Veel arme joden uit de Haagse jodenbuurt (tussen Stille- en Amsterdamse Veerkade, Gedempte Burgwal en -Gracht) konden geen eigen zerk betalen. Er kwam dus geen grafsteen of ze werden met meerderen in één graf gedaan. Er zijn grafstenen verdwenen of ten prooi gevallen aan de tand des tijds.

In 1982 werd er een onderzoek gedaan waaruit bleek dat 75 procent van alle grafstenen op de begraafplaats gerestaureerd moest worden, net als de muur die het terrein omsloot, het uit 1737 stammende Metaarhuisje (plek waar de lijken worden gereinigd) alsmede de beheerderswoning (1768) bij het vervallen houten toegangshek. De kosten van de werken werden geschat op 1,25 miljoen gulden. Tijdsduur anderhalf jaar. In september 1983 werd de Stichting instandhouding Joodse begraafplaats opgericht. Men wist 1,2 miljoen gulden aan rijkssubsidie te vergaren. Met andere donaties kon het werk in 1988 beginnen. Het werd binnen acht maanden afgerond. In het proces werden 1500 graven van een nieuwe fundering voorzien. Het Metaarhuisje werd in oude glorie hersteld, de beheerderswoning aangepakt.

Begraven wordt er nog sporadisch. Het Hoogduitse deel was in 1905 al ‘vol’. Vanaf dat moment werden Joden die zich tot die groep rekenden begraven in Wassenaar op een nieuw terrein dat in Kerkehout was aangekocht. Dat is nog steeds in gebruik, ook al is daar sprake van verwaarlozing. Opvallend detail; de Tweede Wereldoorlog heeft vrijwel geen effect gehad op de begraafplaats ook al lag die in het door de Duitsers ingesteld ‘Sperrgebiet’. Bekend is dat de bezetter er in 1942/1943 enkele loopgraven groef. Daarbij werden grafstenen verplaatst, sommige vernield. Enige schade richtte ook een vliegtuigbom aan die op 10 december 1944 op de begraafplaats neer kwam. Maar verder bleef het geheel ongeschonden.

In de periode 2004-2006 werd de begraafplaats wel opnieuw gerestaureerd. Jaarlijks zijn er enkele tientallen vrijwilligers in de weer met het onderhoud van het terrein. Alleen voor het periodiek maaien wordt een bedrijf ingehuurd. Alle kosten worden door de Stichting gedragen. Die is afhankelijk van subsidies en donaties.

De Joodse begraafplaats is te bezoeken, individueel en in groepen. Er zijn ook rondleidingen mogelijk. Over de begraafplaats is een verhalenroute uitgezet. Voor nadere informatie: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

 


Details

  • Schrijver

    Carel Goseling
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

  • Editie

    20-2023

Meest gelezen artikelen