Een Hagenaar bij de muiterij
Hagenaar Toon de Graaf zat als jonge marinier op het marineschip De Zeven Provinciën toen daar op 4 februari 1933 een muiterij uitbrak. Deze gebeurtenis heeft een enorme impact op zijn leven gehad. Ik, zijn dochter, schreef hier een boek over dat gebaseerd is op zijn aantekeningen.
Als mijn broers en ik in 2007 de benedenwoning van mijn ouders in de Huisduinenstraat leegmaken, krijg ik de spullen die te maken hebben met De Zeven Provinciën. Dat is het schip waarop mijn vader begin jaren dertig diende als jeugdig lid van het Korps Mariniers in Nederlands-Indië. Door de muiterij kwam daar abrupt een einde aan. Alles verdwijnt in een grote kartonnen doos, die jarenlang op mijn zolder staat te verstoffen. Mijn vader sprak veel en meestal vol verontwaardiging over wat hij destijds heeft meegemaakt. Als ik de doos openmaak, tref ik onder andere een groot kasboek aan. Blijkbaar was mijn vader van plan hierin zijn belevenissen op te tekenen, maar om de een of andere reden is hij daarmee gestopt. Met moeite kan ik zijn ouderwetse handschrift ontcijferen en overtypen. Vanaf dat moment heeft deze geschiedenis mij te pakken en ga ik op zoek naar alles wat ik over dit onderwerp kan vinden.
Jeugd in Den Haag
Toon de Graaf wordt in 1912 in Leiden geboren, maar woont vanaf zijn vierde in Den Haag. Zijn vader heeft hier een baan gevonden als broodbakker bij de Husfabriek in de Weimarstraat. Toon gaat naar de lagere school in de Terwestenstraat en zit in een bomvolle klas met wel zo’n vijftig kinderen. Daarna doet hij gedurende een jaar een zogenaamde ‘kopschool’. Hij werkt achtereenvolgens in een bakkerij en een drogisterij. In zijn vrije tijd wordt hij lid van de padvinderijgroep ‘Willen is kunnen’, die is opgericht door jonkheer Ocker van Repelaer, een steenrijke filantroop, die woont in een statig herenhuis aan het Lange Voorhout. Toon behoort tot de gelukkigen die in 1927 met Repelaer mee mogen op een vakantie per trein naar de Zwitserse Alpen. Dat is voor die tijd iets heel bijzonders. Mogelijk heeft deze spectaculaire vakantieweek bij Toon het verlangen gewekt om meer van de wereld te gaan zien. Hij gaat op zijn zeventiende in dienst bij het Korps Mariniers. Wat ook een rol zal hebben gespeeld, is de vastigheid van een baan in overheidsdienst. Het is crisistijd en er heerst grote werkloosheid. Al snel tekent hij om voor drie jaar naar de Oost te gaan.
De muiterij
Ruim anderhalf jaar na zijn aankomst in de tropen wordt Toon geplaatst op een schip met een heldhaftige naam: Harer Majesteits De Zeven Provinciën. Nederlands-Indië, op dat moment al drie eeuwen lang een Nederlandse kolonie, wordt diep getroffen door de wereldwijde economische malaise. De Indische regering moet bezuinigen en de lonen van het overheidspersoneel gaan omlaag, ook van de marinemensen. Na twee keer een salariskorting van 5% is er nu sprake van een nieuwe korting van 7%. Daar is veel protest tegen en dan wordt dat teruggebracht naar 4%. Maar de Indonesische marinemensen krijgen wél 7% salariskorting, terwijl zij toch al de helft minder verdienen dan de Nederlanders. Dat leidt tot grootschalige dienstweigering op de marinebasis in Soerabaja. Zo’n 450 Indonesische demonstranten worden hardhandig opgepakt en gearresteerd.
De Zeven Provinciën bevindt zich op dat moment niet in Soerabaja maar helemaal aan de andere kant van het Indische eilandenrijk, ruim een week varen. Als dit nieuws over de arrestaties per telegram op De Zeven Provinciën wordt opgevangen, besluit een groep Indonesische bemanningsleden tot actie over te gaan. Zij willen solidair zijn met hun opgepakte collega’s en daarom maken zij zich op de avond van 4 februari 1933 meester van het schip om koers te zetten naar Soerabaja. De officieren trekken zich terug in hun longroom. De overige bemanningsleden, dus ook Toon, proberen de gewone werkzaamheden te verrichten, zodat het schip zo min mogelijk schade lijdt.
Dat er een muiterij is uitgebroken op een Nederlands schip, haalt de voorpagina’s van alle kranten in de wereld en slaat in Nederland in als een bom. De muiterij levert het bewijs tegen veler verwachting in dat het Indonesische personeel in staat is een oorlogsschip te doen varen zonder Nederlandse leiding. Het koloniale gezag wordt erdoor in het hart getroffen en er klinkt een oproep om zeer streng op te treden. Na zes dagen maakt de regering een einde aan de muiterij door een bom op het schip te laten gooien. Er zijn drieëntwintig doden en veel gewonden. De opvarenden worden gearresteerd en overgebracht naar het eiland Onrust. Na een massaproces krijgen zij veelal zware gevangenisstraffen. Ook mijn vader.
De draad oppakken
Als Toon vrijkomt, in 1936, gaat hij weer bij zijn familie in Den Haag wonen. Hij probeert zo snel mogelijk aan werk te komen, maar door de economische crisis is dat niet eenvoudig. Uiteindelijk gaat hij als stoffeerder aan de slag bij zijn broer, die een eigen meubelzaak heeft. Hij trouwt op 1 mei 1940 met Christina de Regt, vlak voor de Duitse invasie.
Na de uitbundige vreugde van de bevrijding proberen mijn ouders de draad weer op te pakken. Toon gaat stoelen voor kapsalons stofferen. Hij krijgt een werkplaats in de meubelafdeling van Indola, een internationaal bedrijf voor kappersbenodigdheden, dat eerst in de Westeindestraat in Voorburg is gevestigd en daarna in de Radarstraat. Later huurt hij een pand in de Copernicusstraat, waar eerder een schoenmaker was gevestigd. Met hulp van een vriend die kunstschilder is, bouwt hij dat om tot Studio AG, een ‘artistieke’ winkel voor woninginrichting en kunstnijverheid met daarachter een stoffeerderij.
Mijn vader lijkt er na zijn pensionering in te slagen de gebeurtenissen in Indië enigszins los te laten. Hij prutst wat in het tuinschuurtje en wandelt veel met mijn moeder in het Zuiderpark of Clingendael. Maar dat gekaapte schip in die donkere tropennacht zal toch altijd in zijn hoofd blijven rondspoken.
Details
-
Schrijver
Wil de Graaf -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Het gezin van bakker De Graaf. Toon staat naast zijn moeder. -
Editie
21-2023