August Klawer… wie kent hem niet?
“August Klawer, beeldhouwer”, zo placht hij zich voor te stellen. Kort en bondig, maar veelzeggend. Hij zal een opvallende verschijning zijn geweest in het Den Haag van de vorige eeuw. Een flamboyante, kaarsrechte man, met wapperende witte haren op een markante kop. Zijn krachtige, artistieke uitstraling zorgde ervoor dat hij gezien werd en gezien was. Kinderen en kleinkinderen waren dol en trots op hem, en met recht.
Hij zag het levenslicht in Rotterdam in 1883. Al als kleine jongen wist hij: ik word beeldhouwer. Hij volgde zijn opleiding aan de plaatselijke Academie voor Beeldende Kunsten en perfectioneerde zijn vakmanschap in Düsseldorf. Na zijn huwelijk in 1907 met jeugdliefde Bets Brunholdt, vestigden zij zich in Den Haag. Het grote werk kon beginnen…
Het waren woelige tijden in de eerste helft van de vorige eeuw. Tijdens de Eerste Wereldoorlog moest August als dienstplichtig reservist paraat staan om zo nodig zijn vaderland te verdedigen. Het interbellum begon veelbelovend, maar eindigde in een diepe depressie. De oorlog liet diepe sporen na in zijn geboorteplaats en daarbuiten. Het is geen wonder dat de omstandigheden verre van ideaal waren om een mooie kunstenaars-loopbaan op te bouwen. Maar Augusts gedrevenheid en werklust kende geen grenzen. Met warme steun van zijn Bets groeide zijn niet geringe oeuvre. En dat was nodig ook, want zij hadden heel wat mondjes (zeven kinderen!) te voeden. Dat was overigens niet ongebruikelijk in een ‘goed katholiek gezin’.
August Klawer blonk vooral uit in het ambachtelijk en met groot vakmanschap maken van christelijk religieus werk. Een ware stortvloed aan (vooral houten) Maria- en andere heiligenbeelden en vele crucifixen verlieten zijn atelier. Maar hij werkte ook als restauratiebeeldhouwer aan de Oude Kerk in Delft en de H.H. Jacobus- en Augustinuskerk in Den Haag. In 1932 nam hij samen met vrienden en tijd-genoten Toorop, Mondriaan en Israëls deel aan de grote crisistentoonstelling van en voor kunstenaars in Den Haag. Een door hem vervaardigd (keramiek) hoofd van Jan Toorop is in het bezit van het Drents Museum. Zijn veelzijdigheid bleek ook uit de fraaie stenen guirlandes, die hij hakte voor restaurant ’t Goude Hooft. En nog steeds is zijn treffende houtsnijwerk dat hij maakte voor een tabakswinkel op de Denneweg (gemeentemonument hoek Spekstraat) te bewonderen. Tot op hoge leeftijd bleef August er lustig op los hakken. Maar zijn laatste werk maakte hij met zijn blote handen in klei: een Christuskop, in verzorgingshuis Favente Deo in Den Haag. Daar overleed hij in 1969, op 86-jarige leeftijd.
Tijdens een reünie van de kleinkinderen van August Klawer bleek dat er nog erg veel werk van zijn hand in familiebezit was. Wat zou het bijzonder zijn als daar toch eens een mooie tentoonstelling van zou kunnen worden ingericht! Hun enthousiasme werd gedeeld door het heiligenbeeldenmuseum in Kranenburg-Vorden. Gezien de aard van zijn werk is dat de ideale plek ervoor. Dankzij de 75 gemotiveerde vrijwilligers van het museum kon een prachtige overzichtstentoonstelling met ruim 180 werken van Klawer worden ingericht, met als titel: De ambachtsman achter het kunstwerk. Het is de eerste keer dat een groot publiek met het werk van August Klawer kan kennismaken en zonder twijfel zal genieten. En als u dat doet, dan kent u hem ook!
Het heiligenbeeldenmuseum bevindt zich in de voormalige H. Antonius-van-Paduakerk in Kranenburg-Vorden. Het is de oudst bewaarde kerk (1865) van P.J.H. Cuypers, die behalve van meer dan zestig kerken, ook de architect was van het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam. Alleen al daarom is een bezoek meer dan de moeite waard. De tentoonstelling werd op 24 maart jl. geopend en is nog te bezichtigen tot en met donderdag 31 oktober 2024. Het museum is dagelijks (behalve op maandag) geopend van 12.00 tot 17.00 uur. Meer info is te vinden op heiligenbeeldenmuseum.nl
Details
-
Schrijver
Jaap Duijvestein -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Johannes Augustinus Klawer, 1960 -
Editie
10-2024