Het schoolkoor
Zingen kan ik niet, maathouden net zomin en als ik fluit is het vals. Tenminste, dat beweren mijn gezinsleden. Toch ben ik ooit in een schoolkoor terechtgekomen waarmee we op de grootste bühnes van Nederland stonden en uiteindelijk op tv kwamen. Dat ging als volgt...
Als zesjarige ging ik naar de rooms-katholieke Sint Aloysius jongensschool, Rooseboomstraat 2, Bezuidenhout Den Haag. Een gebouw uit 1931, ontworpen door de architect Cornelis van Eesteren (1897-1988). De ‘voorkant’ zat eigenlijk aan de Van Heutszstraat 12. Daar was de openbare Van Heutszschool gevestigd. Aan de andere kant van de Loudonstraat stond het ‘zusterpand’; dezelfde bouw, ook van Cees van Eesteren. Hier vond de protestantse Caspard de Colignyschool onderdak.
Destijds was de Carel Reinierszkade het einde van Den Haag. Mariahoeve moest nog gebouwd worden. De Loudonstraat eindigde in een rood-wit gestreept hekwerk. Tram 6 keerde op het Stuyvesantplein. Rondom de schoolgebouwen was alleen braakliggend land; richting Leiden weiden vol koeien.
Op school kregen we zangles van Jan Schmitz (1916-1989), organist-dirigent. Een keurige man. Altijd in pak met stropdas, hoog voorhoofd, achterovergekamde haren. Hij was een ‘beroemdheid’ want bespeler van het orgel in de Sint Jacobuskerk in de Parkstraat. Elke week kwam hij met een soort orgel ons lokaal binnen. Dat werd recht voor de eerste rij schoolbanken geplaatst en dan begonnen we. Voor de goede orde: de banken stonden in rijen achter elkaar. Elke bank kende twee plekken. Eraan vast zaten schuin oplopende lessenaars. Bovenaan een richel voor pen/potlood, rechts boven een inktpot. De lessenaar kon open. Daaronder een bak voor boeken en schriften.
Meneer Schmitz koos drie klasgenoten en mij uit voor het schoolkoor, dat overigens bestond uit leerlingen van hogere klassen. We studeerden twee liederen in, deels als canon. Wat de bedoeling ervan was, bevatten we eerst niet totdat bleek dat we aan een nationale wedstrijd deelnamen: het Kinderkorenfestival van de KRO. De omroep was daar in 1960 mee begonnen, bedoeld voor katholieke lagere scholen. Inclusief voorronden en een finale in Hilversum, in het studiocomplex van de KRO, Emmastraat 52 aldaar. Een en ander werd ook via radio en tv (toen nog zwart-wit) uitgezonden. Als ‘act’ tussen de zangnummers door traden Willem Nijholt (1934-2023) en Wieteke van Dort (1943-2024) op, omgedoopt tot Koen de Graaf en Aagje Ritsma uit Oebele.
De voorronden brachten ons naar de podia van het Luxor theater in Rotterdam, het Kurhaus in Scheveningen en het Concertgebouw in Amsterdam. Hele belevenissen, waar we met de bus van Pasteur heen en terug werden gereden. Wereldreizen in die dagen. De zalen waren afgeladen vol en het applaus deed ons stralen van geluk. Kostuums hadden we niet. We stonden er gewoon in onze overhemden (sommigen uitgedost met een vlinderdas), truien of vesten, korte dan wel lange broeken, mogelijk kniekousen. Uiteindelijk bleken we de finale te hebben gehaald. En zo vertrokken we op een dag ’s ochtends met de bus naar Hilversum. De Emmastraat was voor mij bekend terrein; er woonde een tante van me. Ze stond op de stoep bij aankomst en wenste me veel succes.
Eenmaal in het gebouw mochten we niet meer naar buiten. Wat ik me van de dag herinner, is eindeloos rondhangen en niets te doen hebbende. Het was bloedheet. Om de zoveel tijd moesten we aantreden in een zaal om daar onze twee liederen te zingen, met een klein orkest, georganiseerd door de KRO. Een daarvan was vrije keus, het andere nummer was verplicht door de organisator.
Voor ons zaten ‘gewichtige’ mensen: de jury. Boven en rond ons lampen die een bijna ondraaglijke hitte verspreidden. Tv-camera’s, microfoons, kabels en voortdurend rond rennende lieden completeerden het geheel. Tussendoor brachten we veel tijd door in een soort binnentuin. Maar ja, voor enig vertier of afleiding werd niet gezorgd. Hoogstens voor brood, beleg en iets te drinken. Na een uitputtende dag vertrokken we doodmoe weer naar Den Haag. Later kregen we te horen dat we als tweede waren geëindigd en dus de Zilveren Stemvork, een wisseltrofee, niet hadden gewonnen. De tv-beelden heb ik ooit nog wel eens gezien, maar lieten geen blijvende herinnering na. Ook thuis werd er nooit meer over gesproken.
Het schoolkoor werd na de deelname aan het KRO-festival ontbonden. Meneer Schmitz verdween in het niets. In de tweede klas was er geen spoor meer van hem te bekennen als we zangles kregen. De KRO hield het Kinderkorenfestival tot 1973 in de lucht. Wat de omroep ertoe bracht ermee te beginnen, is niet meer te achterhalen. De geschreven archieven heeft men niet meer, zo laat een woordvoerder weten. Dus het is ook niet meer na te gaan waarom er een einde aan werd gemaakt.
Bij Beeld & Geluid in Hilversum zijn nog wat foto’s, beeld- en geluidopnamen te vinden. Dat betreft echter de periode 1965-1973. Dus na ‘mijn’ tijd. In 1970 werd er zelfs nog een LP uitgebracht, Kinderzangfestival KRO-radio op het label Philips.
De Sint Nicolaasschool bestaat niet meer. In 1964 fuseerde die met de katholieke meisjesschool Heilig Hart, Sillestraat 202. Heilig Hart zat daar in een nieuwgebouwd schoolgebouw tussen 1961 en 1984. Het gebouw heeft inmiddels plaatsgemaakt voor nieuwbouw ten behoeve van de Parnassia Groep.
Het gebouw van de Aloysiusschool in de Rooseboomstraat is er nog, net als het deel van de Van Heutszschool (in 1985 opgeheven). Er zit nu de HSV International School in. ‘Onze’ speelplaats aan de Rooseboomstraat is omgevormd tot parkeerplaats; de gymzaal is verworden tot klaslokalen. De speelplaats achter is bebouwd.
Het zusterpand van de Caspar de Colignyschool (die daar zat tussen 1932 en 1990) is, ondanks plechtige beloften dat niet te doen, rond de eeuwwisseling afgebroken om plaats te maken voor ouderenwoningen. En ook het KRO-gebouw aan de Emmastraat behoort inmiddels tot de verleden tijd.
Details
-
Schrijver
Carel Goseling -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Het zangkoor -
Editie
07-2025