Een schilderachtige figuur
Dat De Haagse Tijden over de hele wereld gelezen wordt, was mij al bekend. Dat blijkt alleen al uit de vele reacties die ik op de door mij geschreven artikelen vanuit alle windstreken krijg. Zo kreeg ik onlangs een mailtje vanuit het allermooiste dorp van Nederland, zoals het Groningse dorp Winsum in 2020 door de ANWB genoemd werd. Hierin wordt duidelijk dat er in de stad Groningen een markante Hagenaar overleden is. Reden te over om hier aandacht aan te besteden.
Casper Cornelis Adriaan Schuckink Kool is op 24 april 1945 in Lexmond geboren. Zijn vader Paulus Agge was huisarts en zijn moeder was jonkvrouw Sara Antoinette van Lidth de Jeude. Casper had een broertje en twee zusjes. Zijn vader was voor de tweede keer getrouwd en daarom had Casper ook nog een broertje en twee zusjes uit het huwelijk daarvoor. Hij kwam via Amsterdam, waar hij zich in 1965 bij Provo aansloot, naar Den Haag. Voor de jongere lezers: Provo was een protestbeweging tegen de gevestigde orde die tussen 1965 en 1967 van zich liet horen. Eind 1971 vertrok hij naar Schiedam, waar hij coördinator van de Schiedamse Raad voor Jeugd en Jongeren zou worden. Hij is in 1980 getrouwd met Wieske Boogh en ze kregen een zoon Boris. Rond die tijd woonde hij in Hoorn, waar hij een antiquariaat in boeken had. Hij zou nog vele malen verhuizen met dit antiquariaat, onder andere naar Nieuw Beerta, Winschoten om uiteindelijk in Groningen te belanden. Hij had vooral belangstelling voor kinderboeken. Zo verzamelde hij van jongs af aan al boeken door Lewis Carroll geschreven, zoals Alice in Wonderland. Hij heeft hierover en over andere onderwerpen in het tijdschrift Boekenpost geschreven en in 1993 naar aanleiding van een tentoonstelling aldaar een boek getiteld Alice in Rotterdam. Casper Schuckink Kool is op 15 december 2024 in Groningen overleden.
Zijn Haagse tijd
Op 22 september 1966 kwam Casper samen met het Provo meisje Koosje Koster naar Den Haag om te gaan demonstreren. Zelf zei hij hierover: “Ik was met Koosje Koster meegegaan op Prinsjesdag naar Den Haag. Ik heb toen staan roepen: Republiek en Claus heraus. Dat mocht. Dat waren meningen. Asbakken, vullesbakken was een belediging. Mijn verweer was dat ik uit een keurige doktersfamilie kwam uit het noorden van het land en dus deze typisch Haagse uitdrukking niet kon kennen. Ik kreeg een week voor ordeverstoring.”
Casper bleef hierna in onze stad en hij ging bij een meubelmaker werken. Hij leerde Ann Kuntz kennen en ze zijn op 4 oktober
1967 getrouwd. Ze kregen kort hierna een zoon, Marcel. Aanvankelijk woonden ze in een pand in de Westerbaenstraat, dat wil zeggen wat hier nog van over was. Een rivaliserende groep, de Harpers, had gemeend dit Provohoofdkwartier, zoals het genoemd werd, in brand te moeten steken. Later zijn ze naar de Herderslaan 22 verhuisd. Dit huisje konden ze voor een vriendenprijs kopen van het echtpaar Jak en Marianne van der Meulen, twee juristen die ook in de kringen van Provo verkeerden en naar Amsterdam verhuisden.
Provo is in 1967 opgeheven en min of meer naadloos overgegaan in de Kabouters. Veel Provo’s gingen zich dan ook kabouter noemen. Het verschil was dat de Provo’s actievoerden tegen de in hun ogen bestaande misstanden in de maatschappij, terwijl de Kabouters hier daadwerkelijk iets aan wilden gaan doen. Zo besloten de Haagse Kabouters om in 1970 deel te gaan nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Hoewel vrijwel niemand gedacht had dat er voldoende stemmen binnengehaald zouden worden, bleken er zelfs twee zetels voor de Kabouters klaar te staan en zo kwamen Christy Baas-Behrendt en Casper Schuckink Kool in de gemeenteraad.
Op 1 augustus 1970 werd het voormalige Milvakamp in Kijkduin door de Kabouters gekraakt. Het kreeg de naam Vrijdorp en ook al heeft die bezetting slechts tien dagen geduurd, toch werd deze actie breed uitgemeten in de pers. Het gemeenteraadslid Casper was een van de initiatiefnemers.
In ditzelfde jaar ging er in onze stad een uitzendbureau voor langharig werkschuw tuig van start. We kunnen hier van een doorstart spreken, omdat er al een vergelijkbaar bureau bestond en wel het Werkburo voor Werkschuwen. Het kreeg de naam Stichting Werkgroep Experimentele Maatschappij oftewel de SWEM. Casper werd lid van het stichtingsbestuur.
Casper heeft zich ook ingezet om in Den Haag een trefcentrum voor jongeren te realiseren. Het gaat hier om: “de behartiging van de belangen van cultureel en sociaal geëngageerde jongeren, het steunen van de activiteiten van deze jongeren, het kopen en huren van panden waarin jongeren activiteiten kunnen ontplooien. Zomede het beheer en de exploitatie van dergelijke panden”. De voorlopige naam van dit trefcentrum wordt De Koepel 1970. Het gebouw van het voormalige meisjespensionaat Angela op de Prinsegracht lijkt hier uitermate geschikt voor en de naam wordt uiteindelijk Het Paard van Troje, in 2017 teruggebracht tot Het Paard.
U ziet het, Casper Schuckink Kool heeft niet stilgezeten tijdens die zes jaren dat hij in Den Haag gewoond heeft. Wel is het zo dat hij dit alles niet had kunnen realiseren als hij niet de steun van twee wethouders had gekregen, Piet Vink en Hein Wilzen. Zij hadden oog voor de wensen die sommige jongeren in onze stad hadden en steunden ze tot op zekere hoogte. Ik las ergens dat Casper eigenwijs en dwars was en dat zal ongetwijfeld waar zijn. Misschien zijn dat wel eigenschappen die nodig zijn om te bereiken wat hij heeft bereikt.
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
Tegen de oorlog in Vietnam -
Editie
13-2025