Albert Termote, bescheiden beeldhouwer van grootse werken
In het boek De Eerste Nederlandse Buitenschool, school achter de duinen staat op bladzijde 128 de zin: ‘Het verzetsmonument bij de gevangenis werd in 1986 door onze school geadopteerd en dat beschouwden we als een grote eer.’ Dit vraagt om enige uitleg.
Vanaf 1985 bestond ook in Den Haag de mogelijkheid om als school een oorlogsmonument te adopteren. Het was dan de bedoeling dat de leerlingen van de groepen 7 en 8 het betreffende monument indien nodig schoonmaakten. Het spreekt vanzelf dat er met die leerlingen eerst aandacht besteed werd aan de vragen waarom is het monument op die plek geplaatst en wat valt er over te vertellen? De leerlingen van de Buitenschool kregen het oorlogsmonument toegewezen dat aan de muur van de gevangenis op de hoek van de Van Alkemadelaan en de Stevinstraat hangt. Dit monument is op 16 september 1950 door koningin Juliana onthuld. Tot 2009 waren de cellen van wat men het Oranje Hotel is gaan noemen nog in gebruik. Het gaat hier om de plaats waar vele verzetsstrijders tijdens de oorlog en mensen die met de Duitsers samengewerkt hadden na de oorlog gevangen gezeten hebben. Na een grondige restauratie werd dit Herinneringscentrum in 2019 door koning Willem – Alexander geopend. Dit Nationaal Monument Oranjehotel is op gezette tijden opengesteld voor bezoekers. Het eerder genoemde oorlogsmonument is ontworpen door de architect Dirk Roosenburg en uitgevoerd door Albert Termote. De tekst ‘Zij waren eensgezind’ is bedacht door de architect en kunstschilder Henri Pieck. Henri was de tweelingbroer van de bekende illustrator Anton Pieck en hij heeft hier tijdens de Tweede Wereldoorlog zelf gevangen gezeten. Het benodigde geld om dit oorlogsmonument te verwezenlijken is door oud-gevangenen bijeengebracht.
Albertus Polydorus Termote
Albert is op 30 maart 1887 in West-Vlaanderen in het plaatsje Lichtervelde geboren. Zijn vader was schrijnwerker en zijn moeder was herbergierster. Albert leerde de houtsnijkunst van zijn vader. Na enkele jaren verhuisde het gezin naar Gent en Albert volgde van 1904 tot 1906 de lessen aan het Hoger Instituut voor Architectuur en Sierkunst in Gent om vervolgens van 1907 tot 1914 de avondopleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in diezelfde stad te volgen. Aan het eind van deze opleiding werd hem de gouden medaille uitgereikt. Tijdens het begin van de Eerste Wereldoorlog vluchtte Albert naar Engeland en een jaar later besloot hij om naar ons land uit te wijken. Tot 1918 studeerde hij vervolgens aan de Rijksacademie in Amsterdam. Omdat hij zich in Volendam thuis voelde, ging hij hier in een pension wonen. Door het maken van houten beeldjes en karakterportretten kon hij in zijn onderhoud voorzien. In 1919 trouwde hij met de kunstenares Lucie Léonard. Ook zij was tijdens de Eerste Wereldoorlog België ontvlucht. In 1922 besloten ze op aanraden van de kunstschilder Jan Bakker, die in Voorburg woonde, naar Voorburg te verhuizen. Ze gingen in een bovenwoning op de Koningin Wilhelminalaan wonen. In datzelfde jaar werd hun zoon Robert Egmond geboren en twee jaar later hun dochter Anna Maria. In 1932 kreeg hij het Nederlands staatsburgerschap. In een artikel uit 1946 las ik dat de schrijver ervan bij Albert op bezoek geweest is. Hij schrijft onder meer: “Langs de Vliet die van Delft naar Leiden loopt liggen enkele resten van glorieuze buitengoederen. Verderop weerspiegelt in het water een statig heerenhuis waartegen aan de Leidschendamsche kant de verlaten witte theekoepel met klassiek vijfzuilig front aanleunt, ernaast het ‘atelier’ van Albert Termote de beeldhouwer. Een schamel loodsje, dicht bij het water waarop voortdurend beweging is van groenteschuiten en van ranke roeibootjes met aan de wegkant dichtgekalkte ruiten en uit het dak een scheefgezakte schoorsteenpijp. In de groote schuur van den Voorburgschen wagenmaker helpen zijn leerlingen met het bouwen van contramallen reikend tot in de nok der werkplaats. Dat werd natuurlijk niet vertoond in ’t kotje buiten aan de Vliet.” Later had hij een veel grotere werkplaats aan het Zwarte Pad en voor de allergrootste beelden kon hij terecht bij de lijnwerkplaats van de Nederlandse Spoorwegen in Leidschendam. In 1951 werd hem de Jacob Marisprijs toegekend. Hij heeft les gegeven aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Inmiddels woonde hij op het adres Noordenburglaan 44. Tot zijn 85ste bleef hij doorwerken dat wil zeggen dat hij toen met het zware beeldhouwwerk stopte. Wel maakt hij nog kleine plastieken in een atelier aan huis. Op 13 april 1978 is hij overleden. Hij was uiterst bescheiden waar het zijn werk betrof. Tijdens een tentoonstelling van zijn werk in Museum Swaensteyn zei hij hierover: “Ik kan haast niet geloven, dat dit allemaal mijn werk is, maar aan de andere kant, weet ik nog precies waar, wanneer en waarom ik de dingen maakte.”
Een greep uit zijn werk
Hij heeft zelf over zijn werk gezegd: “Kunst dat is 99% transpiratie en 1% inspiratie, maar die 1% moet het doen.” Laat ik me beperken tot enkele kunstwerken die in Den Haag en Voorburg gerealiseerd zijn. Het ruiterstandbeeld Corbulo dat in 1962 in Voorburg geplaatst is. De Kruiswegstaties die vanaf 1952 in de Lourdeskapel in Scheveningen te bewonderen zijn. Eén van de beelden die voor het gebouw van de Hoge Raad staan, Cornelis van Bijnkershoek (1938). De stenen Fantasiedieren op de Vaillantlaanbrug (1939). Ook maakte hij (gipsen) portretten, onder andere van burgemeester Mr. S.J.B. de Monchy (1949) en George Maduro (1952). De ornamenten op de stenen bank in het Juliana en Bernhardpark in Voorburg (1937) en de plaquette bij het voormalige gemeentehuis in Voorburg (1947). Daarnaast heeft hij penningen ontworpen onder andere van Dr. W. Drees (1951).
Zijn werk valt onder meer te zien in het museum Beelden aan Zee, het Gemeentemuseum van Den Haag – sinds kort spreekt men van het Kunstmuseum, maar dat doe ik nog even niet – en het museum Swaensteyn in Voorburg.
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
‘Zij waren eensgezind 1940-45’, herdenkingsmonument Oranjehotel. Foto: Wikimedia -
Editie
5-2021