Skip to main content

Herinneringen aan de Hongerwinter van 1944-1945

Bijna 75 jaar na de Hongerwinter schoot mij te binnen waar de derde, grote rode voorraadbus uit de nalatenschap van mijn ouders is gebleven. Met zekerheid kan ik me herinneren dat het er drie waren: voor koffie, thee, en suiker. Maar ‘suiker’ is niet meer… Mijn vader had er een ‘majo-kacheltje’ van gemaakt.

De naam ‘Hongerwinter’ voor de barre winter van 1944-1945 is eigenlijk misleidend, want behalve door gebrek aan voedsel, werd deze winter ook gekenmerkt door gebrek aan brandstoffen. Voornamelijk als gevolg van de oproep op 7 september 1944 van de Nederlandse regering in Londen aan het spoorwegpersoneel om in staking te gaan, ontstond vooral in het westen van het land gebrek aan voedsel en kolen. De Duitsers waarschuwden dat de staking de voedselvoorziening in gevaar zou brengen. En dat gebeurde ook. Duitse militairen gebruikten het spoorwegnet alleen nog voor de eigen transporten.

Behalve het transportprobleem was er nog een tweede probleem: de zwarte markt. Dit probleem blijkt duidelijk uit de gezamenlijke Herderlijke brief van 20-12-1944 van aartsbisschop De Jong en bisschop Huibers van Haarlem. Na de boeren te hebben gemaand hun voedselproducten af te geven als ze daartoe door de Nederlandse autoriteiten waren opgeroepen, schrijven zij: “Helaas zien Wij Ons gedwongen om ook nog tot U te spreken over het afschuwelijke euvel van ‘zwarten handel’, dat bestaat in het achterhouden van noodzakelijke levensmiddelen, met de bedoeling deze voor woekerprijzen van de hand te doen, in plaats van ze ten goede te doen komen aan de noodlijdende menigte. Wij hooren, dat dit schandelijk bedrijf nog steeds door velen wordt voortgezet.”

De zwarthandel beperkte zich overigens niet tot de boeren; ook veel winkeliers maakten zich er schuldig aan. Er werd van alles gedaan om aan voedsel te komen. Het plantsoen voor de kerk aan het Kamperfoelieplein werd aardappelveld. We gingen tulpenbollen, suikerbieten en brood van spinaziezaad eten. Mijn vader liep met mijn oudere broer, fiets met houten banden aan de hand, vele kilometers naar boeren en tuinders buiten de stad om aan aardappels en groenten te komen. In ruil daarvoor raakten mijn ouders hun gouden trouwringen en het gouden vestzakhorloge van mijn pas overleden grootvader kwijt. Toen ze thuiskwamen van een van hun hongertochten, vond mijn moeder onder in een zakje aardappelen een bierglas van bijna een pond. Ze heeft dat altijd bewaard als tastbaar bewijs van boerenbedrog. Een kruidenier bij ons in de straat sluisde veel van de legaal verkregen levensmiddelen door naar zwarthandelaren. Aan de klanten die met hun distributiebonnen wilden kopen tegen de officiële prijzen, verkocht hij nee.

Omdat er een eind kwam aan de gas- en elektriciteitsvoorziening kon er vrijwel niet meer gekookt worden en zaten we met z’n allen in de kou en in het donker. We raakten aangewezen op centrale gaarkeukens, vanwaar warm eten in grote gamellen naar de diverse uitdeelposten werd getransporteerd. Die van ons was gevestigd in de gymnastiekzaal van de Rooms-Katholieke meisjesscholen in de Tweede Braamstraat. Je moest er met je pannetje heel lang in de rij staan. De kerken werkten eendrachtig samen om de karige rantsoenen voor kinderen, jonge moeders, zieken en ouden van dagen aan te vullen. De Interkerkelijke Bureaus voor Noodvoedselvoorziening (IKB’s) richtten daartoe eigen gaarkeukens in.

Voor het zelf nog bereiden van wat warm eten bewees het ‘majo-kacheltje’, dat men zelf uit een blik of bus vervaardigde, goede diensten. Voor de trek en de afvoer van de rookgassen werd dat op een niet brandende, maar op een schoorsteen aangesloten potkachel of kolenfornuis geplaatst. Om aan brandstof te komen werden de bomen in de straat omgehakt en hout uit leegstaande huizen naast het ‘Sperrgebiet’ gesloopt. Het kappen van die bomen zie ik nog voor me. Een paar man zaagden met een spanzaag de stam door. Anderen stonden met bijlen en handzagen klaar om de takken te bemachtigen als de boom gevallen was. Dan renden ze met z’n allen de boom in en begonnen in het wilde weg te hakken en te zagen.

Bij het slopen van hout uit de woningen was een buurvrouw van in de vijftig even gaan uitrusten op een wc. Niet vermoedend dat de vloer onder haar werd los gezaagd. Met toiletpot en al stortte ze naar beneden en zat midden in de scherven. Gelukkig liep het af met een bont en blauw achterwerk. Minder geluk had de jongen die houten paaltjes in een grasstrook tussen de kerkhoven aan de Laan van Eik en Duinen uit de grond trok. Die zaten vast aan landmijnen. Ze zetten hem rechtop tegen de heg. In mijn herinnering alleen nog een romp met een hoofd. Later vond ik in het Gemeentearchief bij toeval zijn overlijdensverklaring. Het was de 16-jarige Richard de Cloe, die met zijn moeder in de Goudenregenstraat woonde. Hij was beide handen kwijtgeraakt en had een verbrijzeld been.

Na het invallen van de duisternis bleef het op straat en binnenshuis pikdonker. Het ontbreken van binnenverlichting loste een overbuurman op door zijn fiets op een standaard te plaatsen en de koplamp aan het plafond te hangen. Om beurten werd er getrapt. Om even bij te lichten was de knijpkat van Philips een uitkomst. Vloeibare brillantine werd gebruikt als brandstof voor een olielampje.

Op nieuwjaarsdag 1945, laat in de middag, het was al donker, zaten we bij het licht van zo’n brillantinelampje aan de keukentafel en genoten van een bijzondere maaltijd; twee blikjes sardines van het Portugese Rode Kruis, die mijn broer en ik op school hadden meegekregen. We hadden ze net opgegeten toen we door het raam een V2 naar beneden zagen storten. Die kwam even verderop terecht, in de Indigostraat.

Een verheugende belevenis in januari was de uitreiking van Zweeds wittebrood met boter. Ineens lagen de schappen van een kruidenierswinkel in de Boksdoornstraat vol met brood! We kregen een half brood per persoon, met een half pakje boter erbij. Maar het zou nog ruim drie maanden duren, tot vlak voor de bevrijding, dat de voedsel droppings plaatshadden en aan honger en kou een einde kwam.


Details

  • Schrijver

    Henk Kuilder
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

  • Editie

    2-2020

Meest gelezen artikelen