Skip to main content

Mijn schooltijd op de Van Hoogstratenschool


De Van Hoogstratenschool aan de Spaarwaterstraat 21 in het Bezuidenhoutkwartier kent een bewogen geschiedenis. De school, gesticht in 1917 op protestants-christelijke grondslag, ontleent zijn naam aan de Nederlands-hervormde predikant ds. J.G.C. van Hoogstraten (1843-1895). Gesteund door de nieuwe Onderwijswet van 1920 ging een doortastend oprichtingscomité aan de slag. Krachtens de grondwetsherziening van 1917 (art. 23 Vrijheid van Onderwijs) werden het openbaar en bijzonder onderwijs gelijkberechtigd.

Het bijzonder onderwijs wordt gekenmerkt door religieuze uitgangspunten en andere levensbeschouwelijke beginselen. Dankzij deze nieuwe wet kon het bijzonder onderwijs voortaan rekenen op financiële steun van de regering en was de fanatieke schoolstrijd (1848-1917) niet tevergeefs geweest. Hierdoor kwam er een einde aan een langdurige maatschappelijke en politieke discussie.

De oprichting

De Vereniging voor Christelijk Volksonderwijs afdeling Den Haag meende dat het steeds groter wordende Bezuidenhout een nieuwe school nodig had en besloot tot de oprichting van een uloschool. Er werd een groot herenhuis gevonden aan het Louise de Colignyplein. Korte tijd later in 1918 moest er verhuisd worden naar twee aaneengesloten panden aan de Juliana van Stolberglaan. De snelle en gestage groei van het aantal leerlingen maakte het opnieuw noodzakelijk naar een groter onderkomen op zoek te gaan. Bovendien werd het tijd voor een eigen schoolgebouw.

Eerste schoolgebouw

Er werd een massief schoolgebouw ontworpen en in oktober 1921 kon met de bouw aan de Louise Henriëttestraat worden begonnen. Er was ruimte voor honderden leerlingen en in het voorjaar van 1923 kon het gloednieuwe schoolgebouw in gebruik worden genomen. Het pand bleek ook aantrekkelijk voor militaire doeleinden en werd in 1940 dan ook gevorderd. Op 3 maart 1945 sloeg het noodlot toe. Tijdens het zogenoemde ‘vergissings-bombardement’ door geallieerde bommenwerpers werden het gebouw en een groot deel van het Bezuidenhout volledig verwoest. Het toenmalige ‘hoofd der school’ de heer G.A. Teunis liet daarbij het leven. Ook een aantal leerlingen kwam om.

De jaren na de oorlog

Bestuur en leerkrachten hebben gedurende de moeilijke naoorlogse jaren hun uiterste best gedaan om het gewone schoolleven voort te zetten. De inzet en het improvisatietalent van onder andere de leerkrachten mevrouw de Jonge, de heren Masselink, Bruggink, Leenhouts en Woestenenk hebben ervoor gezorgd dat de lessen zoveel mogelijk door konden gaan. Er werd lesgegeven in vier verschillende gebouwen, zoals de Hannie Schaftschool in de Van der Parrestraat en in een bouwvallig pand aan de Koningin Sophiestraat. Veel lesmateriaal was bij de brand verloren gegaan. Kortom, allesbehalve een ideale situatie om kinderen op te leiden.

Een nieuw schoolgebouw

Na de vele tijdelijke onderkomens nam de behoefte aan een eigen gebouw toe. Pas in 1952 kon met de nieuwbouw aan de Spaarwaterstraat worden begonnen: de Fenix was bijna uit zijn as herrezen. Deze mythologische vogel werd later de naam van de schoolkrant. In 1953 vond de eerstesteenlegging plaats. Mijn klasgenootje Mary Tilanus werd uitverkoren om deze handeling te verrichten, gadegeslagen door een groot aantal belangstellenden. Mary was de kleindochter van de heer H. W. Tilanus, voorzitter van het schoolbestuur en een prominent CHU- lid. De Christelijk Historische Unie ging vele jaren later op in het CDA. De officiële opening van het nieuwe schoolgebouw vond plaats op 1 september 1954. Alle toenmalige leerlingen - die noodgedwongen waren ondergebracht op verschillende locaties - waren hierbij aanwezig. Ikzelf zat toen in klas 3 van juffrouw Looijenga. Onder begeleiding van een muziekkorps, zwaaiend met zelfgemaakte groen-gele vlaggetjes met VHS (Van Hoogstratenschool) erop, liepen wij van de Hannie Schaftschool in de Van der Parrestraat via de Stuyvesantstraat naar de Spaarwaterstraat.

Er was (nog) niet voldoende geld om een gymnastiekzaal te bouwen. Deze is jaren later toch nog gerealiseerd, maar mijn toenmalige klasgenoten en ik hebben dat helaas niet meer mee mogen maken. De gymlessen werden op dat moment voorlopig elders gehouden: in een bijgebouw van de historische buitenplaats Marlot, gelegen op de grens van Den Haag en Wassenaar. Overigens ging de fietstocht daar naartoe wel van onze gymtijd af.

De leerkrachten

Ik heb niet de illusie dat ik me alle leerkrachten na ruim zestig jaar kan herinneren, maar een aantal wel. In totaal heb ik tien jaar op de Van Hoogstratenschool doorgebracht; zowel het lager onderwijs en vervolgens MULO-A met middenstandsopleiding. Van de lagere school herinner ik me juf Van Spronsen (klassen 1 en 2), juf Looijenga (klas 3), meester Baasdorp (klas 4), meester De Vlieger (klas 5) en tenslotte in klas 6 meester Leenhouts, die tevens hoofd was van het L.O. De heer Leenhouts was een gelovig mens en uitte dat door hartstochtelijk de (verplichte) psalmen met stentorstem mee te zingen. Als je vooraan in de klas zat liep je de kans om van hem ‘de zegen van boven’ te ontvangen. Het was een strenge maar rechtvaardige man van Zeeuwse origine. Als het nodig was om orde in de klas te scheppen, sprak hij de gevleugelde woorden: “Pilaar 1, rechtzitten 2”. Daarna durfde niemand zich meer te verroeren of een mond open te doen.

Van de mulo herinner ik me onder meer de leerkrachten mevrouw de Jonge, mevrouw van Draanen, de heren Oostrijk (hoofd van de mulo), Feringa, Douw, van Dorssen en de Groot. Als mevrouw de Jonge - die Frans en Duits gaf - jarig was, trakteerde ze op eigengemaakte Zeeuwse boterbabbelaars en werden er op een koffergrammofoon Franse chansons gedraaid. De heer Douw gaf biologie en nam de klas vaak mee op excursie naar de duinen. Eenmaal ter plaatse gaf hij deskundig uitleg over de karakteristieke vegetatie van het duingebied. Ook werden we aangespoord om een herbarium aan te leggen, want dat moest getoond worden op het naderende eindexamen. Over de duinen als biotoop konden immers vragen worden gesteld tijdens het mondeling examen.

Het eindexamen

Het eindexamen naderde, waar de betrokken leerkrachten ons goed op hadden voorbereid. Tot vervelens toe maakten we examenopgaven van eerdere jaren, waardoor de leerkrachten een indruk kregen hoe wij ervoor stonden. Deze aanpak heeft ertoe bijgedragen dat er een hoog slagingspercentage werd behaald. Op 28 juni 1962 konden vrijwel alle leerlingen van mijn examenklas in de Achter Raamstraat, een zijstraat van de Grote Marktstraat, het felbegeerde diploma ophalen: een goede start voor een vervolgopleiding. Na ruim zestig jaar kijk ik met plezier terug op mijn schooltijd op de Van Hoogstratenschool!


Details

  • Schrijver

    Kees Verbeek (de Vries)
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Klassenfoto 2a en 2b in 1960
  • Editie

    8-2020

Meest gelezen artikelen