Waarschuwen tegen de onverschilligheid
Na het lezen van de drie interessante artikelen over de Dolle Mina’s in deze krant vroeg ik mij af hoeveel bijdragen ik eigenlijk over vrouwen geschreven heb. Ik heb al de bijdragen die ik voor deze krant en haar voorgangster geschreven heb bewaard en zo kwam ik tot de volgende conclusie. Ik heb tot nu toe 155 artikelen geschreven; 87 hiervan gaan over algemene onderwerpen, 64 hebben een man als onderwerp en slechts 4 een vrouw. Schande! Ik denk dat het hier om louter toeval gaat. Ik heb het in ieder geval niet met opzet gedaan. In verreweg de meeste gevallen heb ik zelf iets met de gekozen onderwerpen te maken gehad. Of omdat ik de mensen kende of omdat ik een rol heb gespeeld met betrekking tot het onderwerp. Het lijkt nu net of ik alleen maar mannen gekend heb, maar laat ik u geruststellen, dat is niet het geval. Om een lang verhaal iets korter te maken: ik ben onmiddellijk op zoek gegaan naar interessante vrouwen die in Den Haag gewoond hebben en dat kostte uiteraard weinig moeite.
Maria Hendrika Jozina Diekmann
Miep, zoals ze genoemd werd, is op 26 januari 1925 in Assen geboren. Haar vader was officier bij de infanterie en getrouwd met Maria Jozina Venteville. Miep was de oudste van drie meisjes. In 1934 werd haar vader, als commandant van de Militaire Politie, naar Willemstad op Curaçao overgeplaatst en ze woonden hier een jaar of vier. In 1940 kwam Miep met haar vader naar Den Haag en ze gingen in de Albertina Agnesstraat wonen. Haar ouders leefden gescheiden, vandaar dat haar moeder met de twee andere meisjes in 1941 ergens anders ging wonen, wel in Den Haag, namelijk in de Irisstraat. Miep ging naar het Rooms Katholieke Meisjes Lyceum, het huidige Edith Stein College. Ze verhuisde nogal eens en mede daardoor heeft ze op een viertal middelbare scholen gezeten. Uiteindelijk kreeg ze haar diploma in 1944 toen ze in Leiden op het Stedelijk Gymnasium zat. Dat ‘kreeg’ kunnen we letterlijk nemen omdat dit tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk was. Je hoefde geen eindexamen te doen. Haar vader heeft van 1942 tot 1944 als krijgsgevangene in een kamp in Polen gezeten en is na terugkomst in ons land opnieuw getrouwd. Miep gaat in 1945 bij haar moeder in Assen wonen. Aanvankelijk werkt ze als journaliste, onder andere bij de Asser Courant en een jaar later bij een reclameblad in Amsterdam. In 1947 wordt ze corrector bij Het Binnenhof in Den Haag. Ze woont dan op het adres De Ruyterstraat 70. Op 30 september 1948 trouwt ze met de journalist Anton Kamphoff. Ze krijgen twee zoons, Matthijs en Jeroen. Vier jaar later wonen ze in de Prins Hendrikstraat op nummer 2a en twee jaar later gaan ze scheiden. Miep heeft zowel in 1954 als in 1955 en 1956 enkele maanden in de Pauwhof in Wassenaar gewoond. Johanna Overvoorde–Gordon heeft haar landhuis aan de Paauwlaan in Wassenaar van 1940 tot 1990 opengesteld voor intellectuelen en kunstenaars. Ze konden hier enkele maanden logeren en tot rust komen in de hoop op nieuwe inspiratie. In 1975 woont Miep op het adres Zwarteweg 11 en in 1958 heeft ze een reis naar de Antillen en Suriname gemaakt. In 1960 woont ze in de Weissenbruchstraat op nummer 29 om uiteindelijk een flat in Scheveningen te kopen op het adres Zeekant 100k. Hier heeft ze tot haar overlijden op 9 juli 2017 gewoond.
Haar werk
Hoewel Miep aanvankelijk traditionele meisjesboeken schreef, vond ze echt haar draai toen ze boeken ging schrijven waarin onderwerpen als discriminatie, politiek en seksualiteit een plaatsje kregen. Ze vond dat je de werkelijkheid moet beschrijven, ook in kinderboeken en zelfs in boeken voor peuters en kleuters. Haar eigen levenservaringen zullen hierbij zeker een rol gespeeld hebben. Toen ze een jaar of vijftien was, zijn haar ouders gescheiden en haar eigen huwelijk heeft ook niet lang standgehouden. De relaties die ze hierna kreeg, verliepen ook niet altijd even soepel. Een van haar eigenschappen was dat ze vond dat ze altijd gelijk had, zoals een van haar zoons vertelde, en dat komt een relatie niet altijd ten goede. Annie M.G. Schmidt heeft in verband met een beoordeling van het werk van Miep Diekmann het volgende opgeschreven: “Zij schreeuwt waar anderen gelaten mompelen, zij vloekt waar anderen goedig protesteren, zij laat niet af te waarschuwen tegen de geestelijke armoede, nivellering, commercialisering, bevoogding, verouderde ethiek, verstarring en vooral onverschilligheid.” Kortom, een persoonlijkheid waar je niet omheen kunt. Miep heeft meer dan zeventig kinder- en jeugdboeken geschreven, waaronder ook boeken voor jonge kinderen. Een groot aantal van deze boeken is vertaald en dan niet alleen in het Frans, Duits en Engels. Er is bijna geen prijs op dit gebied te noemen of ze heeft hem wel gekregen, zoals die voor het kinderboek van het jaar, de Nienke van Hichtum prijs en de Gouden Griffel. Zelfs de Duitse jeugdliteratuurprijs. De jaren dat Miep in haar jeugd op de Antillen woonde, hebben diepe indruk op haar gemaakt. Toen al besloot ze boeken te gaan schrijven en een tiental van haar boeken spelen dan ook op de Antillen. Eigenlijk kwam haar doorbraak toen ze in 1966 De boten van Brakkeput schreef en dit verhaal speelt op Curaçao. Maar dit is nog niet alles. Ze schreef ook recensies over speelfilms en jeugdboeken, sprookjes, voorlichtingsboeken en een boek over de zeventiende-eeuwse schilderkunst.
In haar boek Total Loss, weetjewel, dat in 1975 verscheen, staat het volgende: “Jouw moeder is zeker een dolle Mina! Lekker hoor! Ik heb in de krant gezien, die lopen zomaar binnen op een kantoor of bij een minister, en laten hun blote buik zien.” En zo is mijn verhaal weer rond.
Details
-
Schrijver
Carl Doeke Eisma -
E-mail
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -
Fotobijschrift
-
Editie
28-2020