Skip to main content

Een van de productiefste illustratrices van Nederland

Met illustreren van boeken en zeker van kinderboeken wordt vaak als een tweederangs kunstvorm gezien en dat is een misvatting. Omdat je aan de tekst gebonden bent, is het des te moeilijker om toch illustraties van hoog niveau te maken. Je vrijheid wordt immers ingeperkt. Ik heb hier in zoverre ervaring mee, dat toen het kinderboek dat ik geschreven heb in gedrukte vorm voor mij lag, ik zag dat de illustraties het verhaal nog eens duidelijk onderstreepten. Wanneer kinderen een boek onder ogen krijgen, beginnen ze meestal met plaatjes kijken en dat zegt ook wel wat.

Jenny Johanna Dalenoord

Jenny werd op 17 juni 1918 in Cheribon op het eiland Java in het toenmalige Nederlands-Indië geboren. Haar achternaam was eigenlijk Dalenoort, maar een ambtenaar spelde haar naam verkeerd en dat heeft Jenny kennelijk zo gelaten. Haar vader heette dan ook Gerrit Dalenoort. Hij was aanvankelijk gevangenisdirecteur en later directeur van een textielfabriek. Gerrit was getrouwd met Christina Wouters. Jenny had geen broertjes of zusjes en op jonge leeftijd begon ze al te tekenen. In 1929 verhuisde ze met haar moeder naar Haarlem, waar ze bij familie gingen wonen en hier ging ze naar de middelbare school. Tijdens een langdurige ziekte van haar moeder werd Jenny enkele jaren in een pleeggezin geplaatst. In 1937 verhuisden Jenny en haar moeder naar Den Haag, waar ze in de François Valentijnstraat kwamen te wonen op nummer 193, en later in Voorburg op het adres Laan van Nieuw Oosteinde 207.

In die tijd ging Jenny studeren aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Vanaf 1937 bestond hier de mogelijkheid om je te specialiseren in boekillustraties en boekversieringen, wat op dat moment uniek was in ons land. De docent was W.J. Rozendaal die een grote invloed heeft gehad op Jenny’s manier van werken. Dat geldt overigens ook voor Paul Citroen van wie ze tekenles kreeg. Al tijdens haar studie schreef en tekende Jenny een prentenboek en bovendien debuteerde ze als illustrator met een door Jo Otten geschreven gebonden kinderboek, getiteld: De avonturen van Jammerpoes.  In 1944 trouwde Jenny met de journalist Herman Janzen. Tijdens het bombardement op een deel van het Bezuidenhout op 3 maart 1945 woonden ze in de Agathastraat op nummer 75. Het gaat hier om de huidige Wilhelminastraat die van 1942 tot 1945 op last van de Duitsers een andere naam kreeg. Gelukkig waren ze niet thuis tijdens dit bombardement, maar al haar werk van vóór die tijd ging verloren.

Herman en Jenny gingen tijdelijk bij kennissen in Dieren wonen en na de oorlog keerden ze terug naar Den Haag, waar ze een grote bovenwoning op het adres Stationsweg 50 betrokken. Later is dit huisnummer gewijzigd in 140. Hier zijn hun twee kinderen Misja en Edith geboren. Edith is min of meer in de voetsporen van haar moeder getreden en ook kunstenares geworden. In de jaren zeventig heeft Jenny lesgegeven aan de Academie van Beeldende Kunsten in onze stad. Ze was lid van het schilderkunstig genootschap Pulchri Studio. In 1955 kreeg ze de Jacob Marisprijs voor grafiek en vijf jaar later de ANWB-prijs. In 1982 werd haar de Zilveren Penseel toegekend. Jenny bleef tot 2007 op de Stationsweg wonen. In dat jaar vertrok ze naar een verzorgingshuis in Soest zodat ze vlak bij haar zoon Misja kwam te wonen. Op 25 oktober 2013 is ze hier overleden.

Haar werk

Naast het maken van boek-illustraties heeft Jenny nog veel meer gedaan. Zo heeft ze etsen gemaakt en daarnaast maakte ze tekeningen, cartoons, grafiek, aquarellen, postzegels en zelfs keramiek. Toch zal ze vooral bekend blijven als de illustratrice van honderden boeken. Zelf heeft ze hierover gezegd: “Tekenen is een visuele manier van vertellen.” Ook ontwierp ze de omslag van boeken en in enkele gevallen nam ze de hele lay-out voor haar rekening. De illustraties werden zowel in zwart-wit uitgevoerd, als in kleur. De verbetering van druktechnieken speelde hierbij een rol.

Het illustreren van boeken

Het vertellen van verhalen door middel van illustraties is al zeer oud. De holbewoners deden dit al door tekeningen op de rotswand aan te brengen en de monniken in de middeleeuwen maakten prachtige letterversieringen en tekeningen ter verduidelijking van de toen vaak nog in het Latijn geschreven teksten. Ook boeken voor volwassenen werden in de loop der eeuwen van illustraties voorzien, al is hier na de Tweede Wereldoorlog wonderlijk genoeg de klad in gekomen. Voor prentenboeken, kinderboeken en stripboeken geldt dit uiteraard niet. Toch was het niet zo dat de prestaties van de auteur van een boek en die van de illustrator gelijkwaardig waren. De illustraties werden voor een gering bedrag door de uitgever gekocht en die konden dan ook vaker gebruikt worden, terwijl de auteur per verkocht boek betaald werd. Dat gaat nu anders, maar toch. Ik las ergens dat de auteur van een boek dat voor 15 euro verkocht werd, 3 euro per verkocht boek ontving en de illustrator 75 cent. Wanneer er voor een bekroond boek in het verleden een prijs werd vastgesteld, dan ging die naar de auteur. In 1973 werd voor het eerst de Gouden Penseel als prijs voor de illustrator uitgereikt. De Gouden Griffel, de prijs voor de schrijver van een jeugdboek, werd twee jaar eerder voor het eerst uitgereikt, dus dat verschil is gering. Wanneer ik vroeger een boek kreeg zonder plaatjes verdween dat al snel in de boekenkast. Ik kan er overigens niet voor instaan dat ik bij een boek mét plaatjes de tekst ook ging lezen. Ik ben dan ook al snel stripboeken gaan verzamelen.

 

 


Details

  • Schrijver

    Carl Doeke Eisma
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Jenny in 1944, geschilderd door Agnes van den Brandeler
  • Editie

    20-2020

Meest gelezen artikelen