Skip to main content

Haagse portretten - Pistolen Mary (1941-2001)

Pistolen Mary, zo noem ik de vrouw, die in plaats van een schilderij boven de bank aan een antiek geweer de voorkeur gaf. Pistolen Mary? Pistolen Paultje, ja dat was een BN’er, die kende vroeger immers iedereen. Lees zijn website er maar op na. Die man leidde nog eens een geschakeerd en kleurrijk leven. Zijn bijnaam dankte hij aan zijn liefde voor wapens, zowel om te verzamelen als om in te handelen. Hij moest er populair gezegd zelfs een paar keer voor de bak in, ‘voor brommen’. 

Waardoor kwam het dat Mary Baas zo dol was op dat wapengekletter, die hang naar middeleeuwse kastelen en burchten met hun ridders, harnassen en hellebaarden? Misschien doordat Mary Engelse taal- en letterkunde had gestudeerd en als au pair in Londen in de ban raakte van jousting (een ridder-steekspel). Of kwam het doordat Mary’s moeder haar huis vol had gestouwd met opgezette dieren, zoals een alligator, een schildpad, een geprepareerde zebrahuid aan de muur, een grijnzende panter als trofee en kleedje voor de openhaard? Wekte die jungle wellicht Mary’s jagersinstinct op? Hoe het ook zij, Mary ging zelden over één dag ijs als ze haar zinnen ergens op had gezet, hooguit met mij, maar dat is weer een heel ander verhaal. 

Wie wapens wil verzamelen kijkt verder dan de spreekwoordelijke neus. Literatuur te over. Google maar! En lees hoe het allemaal begon. Van knots en speer via pijl en boog komen we uit bij zwaard en hellebaard. Totdat men het buskruit uitvond, voorts de lont en vervolgens de loop waaruit de eerste kogel wegschoot. Ter oriëntatie reisden wij heel wat landen af en bezochten er wapenmusea, zoals het beroemde Real Armeria in Madrid, de Wallace Collection in Londen, maar ook Leiden waar destijds in het vroegere Pesthuis een oude wapenverzameling huisde. En toch, toen Mary aan iets kopen toe was ging het faliekant mis en liet zij zich in België een zogenaamde musket aansmeren die werd aangeprezen als echt. Zo betaalde zij een duur leergeld voor een exotisch, maar waardeloos stuk nep-antiek. 

Loop eens binnen bij een antiquair, maar verwacht er geen oude wapens, die waren (zijn?) in Nederland niet erg populair. Maar vraag je om een oude tegel met een ridder of soldaat, dan bestaat de kans wel dat je slaagt. Genoeg tegels in Nederland, bij de vleet zelfs en in het algemeen redelijk geprijsd. Voor antieke wapens moest je toentertijd naar het buitenland. Dankzij een weekend annex veilingbezoekje in Düsseldorf kregen we meer inzicht in wat een eerlijke prijs inhield.

Voor Mary werd Engeland ook hierin het gidsland. En algauw hingen er nu een geweer en een paar pistolen te dreigen boven de openhaard. En boven de bank? Daar paradeerden 25 blauwe zestiende-eeuwse ridders en soldaten, afkomstig uit één tegelbaksel, aan de wand. 

Intussen schoot Mary er nu ook daadwerkelijk op los. Het professionele luchtdrukpistool verschafte de nodige status aan deze hobby, zijnde een serieuze beoefening van de schietsport. En geschoten werd er, thuis, vrijwel dagelijks, vanuit de hal via de gang en de keuken naar de schuur. Tien meter afstand scheidde de schutter van de roos aan de muur. Onderaan de trap hing een rode lap als veiligheid en zekerheid, voor als ik boven bezig was. Bij een sport als deze hoort vanzelf een club. En dat werd de Koninklijke Scherpschuttersvereninging Oranje Nassau aan de Oude Waalsdorperweg. Daar werd behalve met lucht ook geschoten met kruit.

Maar nu het echte werk. Pistolen, revolvers en ammunitie, die kocht je destijds in Den Haag bij een zekere ‘Stek’. Diens winkel huisde op de hoek Zoutmanstraat-Prins Hendrikplein. Maar Mary was behalve avontuurlijk ook best verstandig met geld en zo ontdekte ze in Zwitserland mooi die ene belangrijke vuurwapenfabriek. Na de rondleiding volgde prompt een bestelling. Immers, Mary wou verder. Met het luchtpistool was ze inmiddels zo’n beetje de beste van het land. En op de club, op de schietbaan, dongen zowel het snelvuurpistool als het vrije pistool naar Mary’s hand. Nu nog een goede instructeur en kijk, ze ging pijlsnel vooruit. De concurrentie in Nederland, voor zover die er was, liet ze al snel achter zich. 

Het was soms best eng met al die pistolen in huis. Stel je voor als je eens ruzie kreeg. Mary won nu af en toe ook een prijs. De fazant die ik moest plukken, werd geen culinair succes. De medailles die ze won, zijn zoekgeraakt, zover ik ben nagegaan. Maar dat ze deelnam aan de Europese kampioenschappen staat zo vast als een huis. Zowel in Moskou als in Rome verdedigde zij dapper haar land. Tegen de professionele Oost-Duitsers en de Russen kon ze natuurlijk niet op. Niet onlogisch, want Mary was als schutter een laatbloeier; ze liep toen al tegen de veertig. Maar haar deelname staat toch mooi in de boeken, voor nu en altijd. Ondertussen waren Mary en ik alweer een tijdje uit elkaar. Nee, met de schietsport hield die breuk volgens mij geen enkel verband. 

Mary werd tegen haar zestigste levensjaar ernstig ziek en dat overleefde zij niet. Op haar drukbezochte crematie bleek voor de laatste keer haar veelzijdigheid. Niet alleen werd er met losse flodders een knallend saluut op haar heengaan uitgebracht, ook een RK-priester voerde het woord, en toen eensklaps De Internationale werd gespeeld, keek menigeen hoogst verrast op. Mary’s dochter en erfgenaam Tanya had niets op met antieke wapens en al dat sportieve geschiet. Ook met de overgeërfde beestenboel van haar geliefde oma niet. Zij liet die spullen dan ook maar liever veilen, voor de beste prijs, zoals dat in de volksmond heet.


Details

  • Schrijver

    Theo van der Wacht
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 
  • Fotobijschrift

  • Editie

    12-2021

Meest gelezen artikelen